taal les 16

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een voegwood?

Slide 2 - Open vraag

Voegwoord?
Een voegwoord is een woord wat twee zinnen één zin maakt.

terwijl, zolang, voordat, totdat nadat

Slide 3 - Tekstslide

Wat hoort bij elkaar? 
Sleep de woorden naar de juiste betekenis.
tot het moment waarop
op hetzelfde moment dat
na het moment dat
in de tijd dat
voor het moment dat
terwijl
totdat
nadat
voordat
zolang

Slide 4 - Sleepvraag

Maak één zin en gebruik het voegwoord.

We gebruiken te veel energie.
Dat is niet goed voor de aarde. (terwijl)
A
We gebruiken te veel energie, terwijl dat niet goed is voor de aarde is.
B
We gebruiken te veel energie, terwijl dat is niet goed voor de aarde.
C
Terwijl dat niet goed voor de aarde is, gebruiken we te veel energie.

Slide 5 - Quizvraag

Maak één zin en gebruik het voegwoord.

Daarom voer ik vandaag actie.
De mensen luisteren naar me. (totdat)
A
Daarom voer ik vandaag actie, totdat de mensen luisteren naar me.
B
Daarom voer ik vandaag actie, totdat de mensen naar me luisteren.

Slide 6 - Quizvraag


Maak één zin en gebruik het voegwoord.

Maar het is belangrijk dat alle landen hun best blijven doen.
Er vindt een natuurramp plaats. (voordat)
A
Maar het is belangrijk dat alle landen hun best blijven doen, voordat er een natuurramp plaatst vindt.
B
Maar het is belangrijk dat alle landen hun best blijven doen, voordat er vindt een natuurramp plaats.

Slide 7 - Quizvraag

Joris heeft pret.
Joris zit op de hondenslee. (zolang)
A
Joris heeft pret, zolang hij op de hondenslee zit.
B
Joris heeft pret, zolang Joris op de hondenslee zit.

Slide 8 - Quizvraag

Maak hier een zin van.
Sadet bepaalt de bijzaken.
Ze bepaalt de hoofdzaken (nadat).

Slide 9 - Open vraag


Maak hier één zin van.

Sadet is zelfverzekerd.
Ze beseft dat ze alleen is. (totdat)

Slide 10 - Open vraag


Maak hier één zin van.

Sadet pleit voor het regenwoud.
Het regenwoud wordt gekapt. (terwijl)

Slide 11 - Open vraag

Zet het voegwoord vooraan

Ze heeft alles op een rijtje gezet.
Sadet zoekt medestanders. (nadat)

Slide 12 - Open vraag

Zet het voegwoord vooraan.

Het klimaat warmt op.
Sadet leeft duurzaam. (zolang)
A
Sadet leeft duurzaam zolang het klimaat op warmt.
B
Zolang het klimaat opwarmt, leeft Sadet duurzaam.
C
Zolang Sadet duurzaam leeft, warmt het klimaat op.

Slide 13 - Quizvraag

Check out
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Joris kiest een vakantiebestemming.
Joris koopt een dikke slaapzaak (voordat).
A
Joris kiest een vakantiebestemming, voordat hij een dikke slaapzaak loopt.
B
Joris kiest een vakantiebestemming, nadat hij een dikke slaapzaak koopt
C
Joris koopt een dikke slaapzaak, voordat hij een vakantiebestemming koopt;

Slide 15 - Quizvraag