Formatief bevolking en ruimte
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat past bij welk begrip?
Sleep de juiste definitie naar het juiste begrip.
Urbanisatie
Suburbanisatie
Re-urbanisatie
Als het aantal inwoners van de stad na vele jaren van krimp weer toeneemt.
De verstedelijking van het landelijke gebied door migratie vanuit een stad.
Stijging van het percentage mensen dat in een stad woont.
Slide 2 - Sleepvraag
Bij elke periode in de geschiedenis hoort een bepaald overheersend
verstedelijkingspatroon met bijbehorende kenmerken.
Zet bij elk jaartal de twee bijbehorende begrippen.
.
1900
1970
2000
Re-urbanisatie
suburbanisatie
urbanisatie
industrialisatie
forensisme
herinrichting
Slide 3 - Sleepvraag
Als in een jaar meer mensen uit een gebied vertrekken dan er zich vestigen.
A
vertrektekort
B
bevolkingskrimp
C
vestigingsoverschot
D
vertrekoverschot
Slide 4 - Quizvraag
Welk begrip wordt hier omschreven:
'De toename van het aandeel van 65-plussers in de bevolking.'
Slide 5 - Open vraag
Welk begrip wordt hier omschreven:
'De afname van het aandeel jongeren in de bevolking.'
Slide 6 - Open vraag
Welk begrip wordt hier omschreven:
'Bevolkingsgroei of -afname door het aantal geboorten min het aantal sterfgevallen.'
Slide 7 - Open vraag
De laatste jaren stijgt het sterftecijfer in Nederland.
Leg uit dat dat te maken heeft met de toename van de welvaart.
Leg uit dat dat te maken heeft met de toename van de welvaart.
Slide 8 - Open vraag
In dorpen is de ……………… hoog. Bewoners letten enorm veel op elkaar, of er niet iets geks gebeurd.
Welk woord past het beste bij de omschrijving? Kies uit:
Welk woord past het beste bij de omschrijving? Kies uit:
A
Integratie
B
Participatie
C
Sociale controle
D
Immigratie
Slide 9 - Quizvraag
Plan van de gemeente waarin staat hoe de grond gebruikt moet worden voor wonen, werken, verkeer, recreatie en andere functies.
Welk woord past het beste bij de omschrijving? Kies uit:
Welk woord past het beste bij de omschrijving? Kies uit:
A
Ruimtelijke ordening
B
Bestemmingsplan
C
Meerkernen groeimodel
D
Herinrichting
Slide 10 - Quizvraag
In Nederland behoren Surinamers en Indonesiërs tot de grootste groepen migranten. In Duitsland wonen nauwelijks Surinamers en Indonesiërs.
Verklaar dit verschil.
Verklaar dit verschil.
Slide 11 - Open vraag
Gebruik de grafiek. Welke demografische problemen zie je voor Amersfoort in 2043?
Slide 12 - Open vraag
Klik op de kaart om in te zoomen.
Is er in Amersfoort wel of geen sprake van segregatie? Onderbouw je antwoord.
Is er in Amersfoort wel of geen sprake van segregatie? Onderbouw je antwoord.
Slide 13 - Open vraag
In de traditionele Chinese stadsdorpen is de ……………… hoog. Bewoners letten enorm veel op elkaar, of er niet iets geks gebeurd.
Welk woord past het beste bij de omschrijving? Kies uit:
Welk woord past het beste bij de omschrijving? Kies uit:
A
Integratie
B
Participatie
C
Sociale controle
D
Immigratie
Slide 14 - Quizvraag
Het vertrek van goed opgeleide
mensen naar het buitenland.
A
braindrain
B
arbeidsmigrant
C
bevolkingsspreiding
D
emigratie
Slide 15 - Quizvraag
Vergrijzing is een toenemend probleem in China.
Leg uit hoe de eenkindpolitiek hieraan heeft bijgedragen.
Leg uit hoe de eenkindpolitiek hieraan heeft bijgedragen.
Slide 16 - Open vraag
Met welk begrip kun je de binnenlandse migratie in China voornamelijk omschrijven?
A
Urbanisatie
B
Segregatie
C
Suburbanisatie
D
Remigratie
Slide 17 - Quizvraag
De regel in China dat je altijd moet blijven wonen in het gebied waar je bent geboren.
A
hutong
B
hukou
C
eenkindpolitiek
D
remigratie
Slide 18 - Quizvraag
In 1958 voerde de Chinese overheid het hukou-systeem in.
Benoem een gevolg van dit systeem.
Benoem een gevolg van dit systeem.
Slide 19 - Open vraag
Wat was de afstotingsfactor van de Chinese binnenlandse migratie in de jaren 1980?
A
De eenkindpolitiek
B
De modernisering van de landbouw
C
De invoering van het hokou-systeem
D
De werkgelegenheid aan de oostkust
Slide 20 - Quizvraag
Wat was een aantrekkingsfactor van de Chinese binnenlandse migratie in de jaren 1980?
A
De braindrain op het platteland
B
De eenkindpolitiek
C
De invoering van het hukou-systeem
D
De werkgelegenheid aan de oostkust
Slide 21 - Quizvraag
Het zwaartepunt van de bevolkingsspreiding in China zal in de toekomst in het oosten blijven liggen.
Wat is daarvan de grootste oorzaak?
Wat is daarvan de grootste oorzaak?
A
Grote investeringen westerse bedrijven aan de oostkust
B
Hogere levensverwachting aan de oostkust
C
Op het oosten gerichte binnenlandse migratie
D
hoger geboortecijfer Chinese bevolking
Slide 22 - Quizvraag
In de toekomst zullen de zorgkosten in China stijgen.
Met welk verschijnsel hangt dit samen?
Met welk verschijnsel hangt dit samen?
A
Congestie
B
Migratie
C
Vergrijzing
D
Vervuiling
