4M P2 Les 8 Werk en ondernemingsvormen

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

w

Ga zitten 

volgens plattegrond.

Er zijn een aantal

 plekken anders

Programma

• Startopdracht
• Voorkennis
• Uitleg bescherming werknemers en arbeidsmotieven
• Toepassen
• Uitleg werk, loondienst en zelfstandige
• Toepassen
• Uitleg ondernemingsvormen
• Toepassen
• Afsluiting

Startopdracht

Maken :  Opdracht 1 tot en met 4 (voorste bladzijde)

Klaar ? :  Les de theorie van paragraaf 4.1 en 4.2 

Leerstof SE2

Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 4 

-Kennisoverzichten 

-Opdrachten uit boek + antwoorden uit magister

-Examentraining uit je boek + antwoorden uit magister

-Examenbundel 

Uitleg 4.1 en 4.2

We doen eerst Hoofdstuk 4 en sluiten af met 

paragraaf 3.4 + voorbereiden SE2 toets

e

e

Weet je nog ?

H4

Werknemer

Zijn in dienst van een bedrijf.

Ontvangen loon.

Werkgever

Heeft een eigen bedrijf. Betaalt het salaris van werknemers.

Bescherming werknemers

4.1 --> BLZ 106

• Wettelijk minimumloon: een lager uurloon mag niet.
• Arbowet: afspraken over een veilige werkplek.
• Arbeidstijdenwet: afspraken over werktijden en rusttijden.
• Cao: Collectieve arbeidsovereenkomst. Afspraken die gelden voor een bedrijfstak. Vakbonden en werkgeversorganisaties maken de afspraken.

Algemene wet gelijke behandeling

4.1 --> BLZ 108

Bedrijven mogen geen onderscheid maken op basis van leeftijd, gender, afkomst, religie of geaardheid.

Wisbordjes klaar!

Wat is een cao?

1. Een uitkering bij werkloosheid.
2. Afspraken die gelden voor een bedrijfstak.
3. Afspraken over werktijden, rusttijden en pauze.
4. Afspraken over een veilige werkplek.

Noem een verschil tussen het loon dat in een cao afgesproken is en het wettelijk minimumloon.

Verklaar waarom vakbonden meer kans hebben om loonsverhoging voor elkaar te krijgen dan een individuele werknemer.

Noem twee arbeidsmotieven die vrijwilligers kunnen hebben om dit werk te doen.

Toepassen

Wat? § 4.1 opdracht 2 t/m 11 (blz. 106-109).

Klaar? Maak de plusopdrachten.

Uitleg

Arbeidsmotieven

4.1 --> BLZ 109

• Geld verdienen
• Nuttig voelen
• Regelmaat
• Sociale contacten
• Ontwikkelen

Werk     -->  4.1 BLZ 109

Informele sector is niet geregistreerd werk.

4.2

4.2 - BLZ 111

Loondienst

Meer zekerheid en minder vrijheid. Afgesproken loon, doorbetaling bij ziekte en recht op werknemersverzekeringen (WW en WIA).

Zelfstandige

Meer vrijheid en minder zekerheid. Zelf werk en werktijden bepalen. Inkomen minder zeker.

Zzp'er   -->   4.2 - BLZ 111

Zelfstandige zonder personeel.

Wisbordjes klaar!

Wat is het verschil tussen grijs werk en zwart werk?

Wat is de informele sector?

Noem een voordeel van het zelfstandig ondernemerschap.

Noem een sociale verzekering die geldt voor werknemers, maar niet voor zelfstandige ondernemers.

Toepassen

Wat? § 4.1 opdracht 2 t/m 11 (blz. 106-109) en

§ 4.2 opdracht 1 t/m 12 (blz. 110-113).

Klaar? Maak de plusopdrachten.

Uitleg

02:49

Vul de tabel in.

03:22

Vul de tabel in.

04:28

Vul de tabel in.

04:53

Vul de tabel in.

Ondernemingsvormen

4.2 --> BLZ 112

Stichting --> 4.2 BLZ 113

Bepaald doel bereiken (geen winst).

Toepassen

Wat? § 4.1 opdracht 2 t/m 11 (blz. 106-109) en

§ 4.2 opdracht 1 t/m 12 (blz. 110-113).

Klaar? Maak de plusopdrachten.

Afsluiting

Noem twee arbeidsmotieven.

Noem een voordeel van het zelfstandig ondernemerschap.

Noem twee verschillen tussen een eenmanszaak en een besloten vennootschap.

Pak je agenda

Datum:

Maken: § 4.1 opdracht 2 t/m 11 (blz. 106-109) en

§ 4.2 opdracht 1 t/m 12 (blz. 110-113).

Leren: kennisoverzichten § 2.1 t/m 4.2.