Ruimte voor industrie

Ruimte voor industrie 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ruimte voor industrie 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Leerdoelen TH
• Je kent het verband tussen de economische ontwikkeling van een land en de ontwikkeling van de industrie.
• Je kent de vestigingsfactoren voor de industrie.
• Je begrijpt waarom bedrijven de productie naar de periferie hebben verplaatst.

Leerdoelen HV
• Je begrijpt het verband tussen economische ontwikkeling en de ontwikkeling van de industrie in een land.
• Je weet welke vestigingsfactoren voor verschillende bedrijven belangrijk zijn.
• Je weet waarom de vestigingsfactoren voor de industrie veranderen.


Slide 2 - Tekstslide

Zware industrie 
  • grote hoeveelheden grondstoffen 
  • moet nog verder verwerkt worden
  • halffabrikaten 
Lichte industrie 
  • producten van zware industrie verder verwerken
  • tot producten die je kan verkopen 

Slide 3 - Tekstslide

zware industrie 
lichte industrie 
Staalindustrie(Tata Steel)
Vrachtautofabrikant
Chemische industrie 
Fietsenfabriek 
Sander Scheepswerf
Olieraffinaderijen 

Slide 4 - Sleepvraag

In de tijd...
De ontwikkeling van de industrie begint tijdens de Industriele revolutie. 
  1. Wanneer begon de industriele revolutie in NL? 
  2. Hoelang groeit de industrie, tot ongeveer wanneer? 
1850. Ongeveer 100 jaar later dan in Engeland.
tot 1960, grootste werkgever, daarna neemt het af. 

Slide 5 - Tekstslide

Golven van Kondratieff
Volgens de theorie van innovatie berust de voorsprong van de golven op de opeenhoping van basisinnovaties die technologische revoluties veroorzaken. Die op hun beurt weer leidende industriële en economische sectoren creëren. 
Die golven duren ongeveer 50 - 54 jaar. 

Slide 6 - Tekstslide

Hieronder zie je de verschillende golven, zonder de onderwerpen. 

Slide 7 - Tekstslide

Industriele revolutie 
Stoom en spoorwegen 
Staal en elektriciteit
Olie en auto 
Informatietijdperk 

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is het onderwerp van de nieuwste golf? 

Slide 9 - Tekstslide

Welk begrip hoort bij de deze afbeelding? 
Waarom trekken industrie en infrastructuur samen op? 
Industrie heeft een goede infrastructuur nodig om te kunnen groeien!

Slide 10 - Tekstslide

Waarom vestigt een bedrijf zich ergens?

Slide 11 - Woordweb

Vestigingsfactoren
  • arbeiders - arbeidsmarkt 
  • ruimte 
  • grondstoffen 
  • infrastructuur 
  • afzetmarkt 

Reden van een bedrijf om voor een bepaalde plaats/plek te kiezen. 

Slide 12 - Tekstslide

Vestigingsfactoren veranderen
Vroeger waren wij het centrum van de industrie,  nu niet meer. 
Industrie zit nu meer in de periferie. 
Of in de gebieden met SEZ = speciale economische zones 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Een Speciale Economische Zone (Engels: special economic zone of SEZ) is een gebied in een land waarbinnen bijzondere wetten gelden die buitenlandse investeringen aantrekkelijker maken. In het gebied hoeven bijvoorbeeld geen of veel minder invoerrechten en andere belastinggelden betaald te worden. 
Gevolg: goedkoper kunnen produceren 

Slide 15 - Tekstslide

Waarom wijst de overheid van landen als India en China Speciale Economische Zones aan?

Slide 16 - Open vraag

Is dan alle industrie weg in NL? 
Zeker niet! 
Het is alleen veranderd. 
High Tech Campus in Eindhoven
Google in de Eemshaven
Industrie bij Rotterdam 

Slide 17 - Tekstslide

Veel industrie is uit Nederland vertrokken.
Geef drie redenen waarom Nederland toch aantrekkelijk is voor bepaalde bedrijven.

Slide 18 - Open vraag

Robotisering 
De industrie in de centrumlanden doet heel veel met robots. Deze vervangen de mensen, maar zorgen wel voor een goede opbrengst. 

Slide 19 - Tekstslide

Heb je nog een vraag? Dan kan je deze hier stellen. Aan het einde van deze week ga ik je vraag beantwoorden.

Slide 20 - Open vraag

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video