periode 2 leerjaar 1 Presenteren les 5

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Les 2 
Presenteren

Slide 2 - Tekstslide

Doelen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Ik vind presenteren leuk
Ja
Nee
Hangt af van het onderwerp/type presentatie

Slide 5 - Poll

Doe jij iets om minder zenuwachtig te zijn voor een presentatie? Zo ja, wat?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Indeling presentatie
  1. Een pakkende opening
  2. Inleiding waarin je het onderwerp introduceert en de indeling aankondigt
  3. Middenstuk met deelonderwerpen
  4. Slot met samenvatting en conclusie
  5. Een pakkende afsluiting

Slide 9 - Tekstslide

Opening

Wacht totdat het stil is en begin je presentatie met een duidelijke opening. 



Slide 10 - Tekstslide

Kun je een creatieve opening bedenken?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Video

Creatieve opening

Citaat

Quiz

Raadsel

Humor

Anekdote

Bedankje

Een vraag aan je publiek

Enzovoorts...

Slide 13 - Tekstslide

De inleiding van de presentatie
  1. aandacht trekken
  2. onderwerp introduceren 
  3. opbouw uitleggen
  4. tijd aangeven

Slide 14 - Tekstslide

Middenstuk 
Verbale communicatie:
- articulatie
- spreektempo
- spreekvolume
- intonatie
- ik-boodschap


Slide 15 - Tekstslide

Middenstuk
Non-verbale communicatie:
- gebaren
- oogcontact
- lichaamshouding
- gezichtsuitdrukking

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting
Quiz
Citaat
Humor
Bedankje
Uitsmijter
Aanzetten tot actie
Vraag aan het publiek
Enzovoort

Slide 17 - Tekstslide

Vragen?
Een natuurlijk en duidelijk eindpunt van je presentatie is:
"Zijn er nog vragen?" 

Door je publiek de gelegenheid te geven om vragen te stellen, kun je een duidelijke afronding geven. 

Slide 18 - Tekstslide

Vragen voorbereiden
Aan het einde geef je de mogelijkheid om vragen te stellen.

Van te voren kun je alvast nadenken over de mogelijke vragen die je publiek kan hebben. Vragen over het onderwerp, over je voorbereiding, over je eigen mening etc.

Beantwoord in je voorbereiding deze vragen alvast voor jezelf. Zoek het antwoord op als je het niet weet. 

Slide 19 - Tekstslide

Ik weet goed hoe ik een PowerPoint/digitale presentatie moet maken.
Ja, ik kan goed omgaan met PowerPoint
Nee, ik snap PowerPoint niet zo goed

Slide 20 - Poll

Digitale presentatie
Je kunt gebruik maken van een digitale presentatie ter verduidelijking

Let op! Een digitale presentatie geldt als verduidelijking/houvast voor het publiek en is niet bedoeld om je hele presentatie in te zetten. 

Slide 21 - Tekstslide

Richtlijnen diapresentatie
  • Zet niet te veel informatie op een dia;
  • Houd de achtergrond van een dia rustig;
  • Gebruik een duidelijk lettertype;
  • De 7 x 7 regel;
  • Gebruik plaatjes ter verduidelijking. Vind je geen toepasselijk plaatje, laat de dia dan zonder afbeelding. 

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld van een dia

Slide 23 - Tekstslide

Ik oefen mijn presentatie thuis.
Ja, een paar keer hardop
Ja, één keer hardop
Ik lees hem door, maar oefen niet hardop
Nee, ik oefen helemaal niet

Slide 24 - Poll

Oefenen
Je moet je presentatie thuis oefenen. Zo kun je zien of je nog iets moet verbeteren. Daarnaast voel je je zekerder als je een paar keer hebt geoefend. 

Je oefent hardop voor jezelf. Gebruik je spiekbriefje en je digitale presentatie bij het oefenen.  

Slide 25 - Tekstslide

Oefenen
Ga tijdens het oefenen na of:
  1. Je spiekbriefje voldoende houvast biedt;
  2. De informatie logisch op elkaar aansluit met signaalzinnen;
  3. De digitale presentatie op de presentatie aansluit;
  4. De presentatie aan de tijd voldoet.

Slide 26 - Tekstslide

Oefenen
Je kunt ook oefenen voor een klasgenoot, vriend of familielid. Deze persoon kijkt dan of:
  1. de inhoud van de presentatie begrijpelijk is;
  2. de non-verbale communicatie goed is; 
  3. het stemgebruik goed is. 

Slide 27 - Tekstslide

Samenhang aanbrengen
Om de opening, het middenstuk, de afsluiting en alle andere onderdelen van de presentatie op elkaar te laten aansluiten, moet je de delen verbinden met signaalzinnen. 

Je kondigt met signaalzinnen aan wat je gaat vertellen of je vat samen wat je al hebt verteld. 

Slide 28 - Tekstslide

Voorbeeld signaalzinnen
  • In deze presentatie ga ik het hebben over mijn kat Frummeltje.
  • Ik heb zojuist verteld hoe mijn gezin eruit ziet, ik ga jullie nu vertellen wat mijn hobby’s zijn.
  • Eerst ga ik iets uitleggen over de leguaan, daarna vertelt Hanneke jullie iets over de krokodil en Sjoerd sluit af met informatie over de mestkever.
  • Ik zal beginnen met twee argumenten voor mijn standpunt en daarna geef ik twee tegenargumenten die ik vervolgens ook zal weerleggen.
  • In deze presentatie heb ik jullie verteld hoe je een gezondheidscheck kunt uitvoeren bij een hond.

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag
VIA handboek deel 4 Spreken en gesprekken
Hoofdstuk 3 (blz. 96 t/m 103)

Slide 30 - Tekstslide