Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
toets tijd van Pruiken en revoluties
toets tijd van Pruiken en revoluties
1 / 39
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
39 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
toets tijd van Pruiken en revoluties
Slide 1 - Tekstslide
de tijd van pruiken en revoluties is de
A
16e eeuw
B
17e eeuw
C
18e eeuw
D
19e eeuw
Slide 2 - Quizvraag
wat is NIET kenmerkend voor de verlichting
A
kennis
B
vooruitgangsdenken
C
rationeel denken
D
tradities
Slide 3 - Quizvraag
Hoe verklaarden mensen in de prehistorie en het begin van de oudheid de wereld om hen heen?
A
Mythen en sagen
B
filosofie
C
wetenschap
D
waarneming
Slide 4 - Quizvraag
Citaat over Newton
Nature and nature's laws lay hid in the night. God said, Let Newton be! and all was light!
Natuur en haar wetten lagen verborgen in de nacht.
God zie, laat daar Newton zijn! En alles werd licht
Slide 5 - Tekstslide
in dit citaat van Newton is sprake van
A
verlichting en wetenschap
B
verlichting en traditie
C
traditie en wetenschap
D
wetenschap en filosofie
Slide 6 - Quizvraag
De ideeën van Edam Smith zijn vooral van toepassing op
A
de cultuur
B
de religie
C
politiek
D
economie
Slide 7 - Quizvraag
Het idee van volkssoevereiniteit komt van de verlichte denker
A
Montesquieu
B
Voltaire
C
Rousseau
D
Locke
Slide 8 - Quizvraag
Het idee dat de macht niet bij één persoon zou mogen liggen, maar moet worden verdeeld komt van..,
A
Voltaire
B
Montesquieu
C
Rousseau
D
Locke
Slide 9 - Quizvraag
Het idee dat de overheid niet boven de wet staat, en dat zij de natuurlijke rechten van burgers moet beschermen is van
A
Locke
B
Montesquieu
C
Voltaire
D
Rousseau
Slide 10 - Quizvraag
Een aanhanger van het verlicht-absolutisme was
A
Locke
B
Rousseau
C
Montesquieu
D
Voltaire
Slide 11 - Quizvraag
Welke Revolutie was eerst?
A
Franse Revolutie
B
Amerikaanse Revolutie
C
Bataafse Revolutie
D
Belgische Revolutie
Slide 12 - Quizvraag
Frankrijk was een standenmaatschappij, maar wat waren die standen ook al weer?
A
Burgers-Adel-Geestelijkheid
B
Adel-Geestelijkheid-Burgers
C
Geestelijkheid - Burgers- Adel
D
Geestelijkheid - Adel - Burgers
Slide 13 - Quizvraag
Met het Ancien Regime wordt bedoeld
A
De regering van vóór de Franse Revolutie
B
Het verlicht absolutisme
C
De oude regering met absoluut koning en standenmaatschappij
D
De bestuurswijze in De Republiek
Slide 14 - Quizvraag
Met welk woord kun je verklaren dat Lodewijk de 14e de zonnekoning wordt genoemd
A
Hij had een enorm kasteel
B
Hij was de rijkste koning van Europa
C
Hij had het grootste land in Europa
D
Hij was het centrum van de macht in Frankrijk
Slide 15 - Quizvraag
Welke standen hadden voorrechten?
A
Adel en de burgers
B
Adel en de geestelijken
C
Geestelijken en burgers
D
Burgers en boeren
Slide 16 - Quizvraag
Bekijk de prent.
Wat is de mening van de tekenaar?
A
De tekenaar vind dat elke stand zijn eigen taak heeft.
B
De tekenaar vind dat de koning te veel macht heeft.
C
De tekenaar vind dat de 1e en 2e stand misbruik maken van de 3e stand
D
De tekenaar vindt dat de boeren de taak hebben om de 1e en 2e stand te onderhouden.
Slide 17 - Quizvraag
Welk motief voor het stichten van kolonies in Amerika wijkt af van het stichten van kolonies in Azië
A
Om slaven te kopen
B
Om thee en porselein te kopen
C
Om zich er te vestigen (te wonen)
D
Om specerijen te halen
Slide 18 - Quizvraag
De Amerikaanse kolonisten moesten zich houden aan de....
A
Amerikaanse wet
B
Russische wet
C
Engelse wet
D
Franse wet
Slide 19 - Quizvraag
Wat was de belangrijkste reden voor de Amerikaanse opstand tegen de Engelsen?
A
Onderdrukking van vrijheid
B
te dure oorlog met Frankrijk
C
Belasting betalen zonder politieke invloed
D
Geen godsdienstvrijheid
Slide 20 - Quizvraag
Wie heeft de
wetgevende macht in de VS?
A
De Senaat
B
Het huis van Afgevaardigden
C
Rechters
D
de president
Slide 21 - Quizvraag
Wie heeft de uitvoerende macht in de VS?
A
Het Congres
B
De president
C
Het Hooggerechtshof
D
De Senaat
Slide 22 - Quizvraag
Wat heeft te maken met de oorzaak van de Franse revolutie?
A
Geen inspraak in het bestuur
B
Bestorming Bastille
C
Napoleon heeft de macht
D
Er worden 12.000 mensen onthoofd
Slide 23 - Quizvraag
Wat is een directe oorzaak van de Franse Revolutie?
A
Lodewijk XVI roept de Staten Generaal bijeen
B
Leden van de 3e stand verzamelen klachten
C
Inwoners van Parijs bestormen de Bastille
D
Boeren komen in opstand tegen hun landheren
Slide 24 - Quizvraag
Wanneer begon de Franse Revolutie?
A
1776
B
1783
C
1789
D
1793
Slide 25 - Quizvraag
Op welke datum herdenkt Frankrijk jaarlijks de Franse revolutie?
A
14 juli
B
27 april
C
4 juli
D
9 november
Slide 26 - Quizvraag
Wat is geen stand vóór de Franse revolutie
A
Koning
B
Geestelijkheid
C
Adel
D
Boeren en burgers
Slide 27 - Quizvraag
Wat was de directe aanleiding voor het ontstaan van de Franse revolutie?
A
Frankrijk was blut
B
De koning riep de Staten-Generaal bij elkaar
C
De eed op de kaatsbaan
D
Het bestormen van de Bastille
Slide 28 - Quizvraag
Tijdens de Revolutie werd de Franse koning onthoofd. De hoeveelste Lodewijk was dit?
A
13e
B
14e
C
15e
D
16e
Slide 29 - Quizvraag
Wat is GEEN oorzaak van de Franse revolutie
A
privileges van Adel en geestelijken werden afgepakt
B
Misoogsten en hoge graanprijzen
C
de standensamenleving
D
Het absolutisme
Slide 30 - Quizvraag
Wie had de macht in Frankrijk na de Franse Revolutie?
A
De rijke burgers
B
De Koning
C
Geestelijkheid en Adel
D
Adel
Slide 31 - Quizvraag
Wat is de Bataafse Revolutie?
A
een democratische revolutie met steun van Pruisen
B
een democratische revolutie met steun van Frankrijk
C
Een opstand tegen de Bataafse koning
D
Een opstand tegen de Franse koning
Slide 32 - Quizvraag
Waar heeft de Franse revolutie NIET voor gezorgd?
A
Invoering grondwet
B
Adel en kerk verloren voorrechten
C
Minder macht bij vorsten
D
Standensamenleving ontstond
Slide 33 - Quizvraag
terreur is
A
aanslagen plegen
B
mensen vermoorden
C
met geweld mensen bang maken
D
oorlog voeren
Slide 34 - Quizvraag
de leider van de radicale revolutionairen in Frankrijk tijdens de revolutie was....
A
Lodewijk de 14e
B
Robespierre
C
Napoleon
D
Lodewijk de 16e
Slide 35 - Quizvraag
wie waren de patriotten
A
democratische nederlanders
B
verlichte Nederlanders, tegen de Oranjes
C
Oranje aanhangers
D
aanhangers van Frankrijk
Slide 36 - Quizvraag
Een constitutie is
A
Een wetboek
B
Een geloof
C
Een grondwet
D
Een parlement
Slide 37 - Quizvraag
Wat hebben we NIET aan Napoleon te danken?
A
Burgerlijke wetboek
B
Democratie
C
meters en centimeters
D
achternamen
Slide 38 - Quizvraag
De bestuursvorm van Napoleon lijkt het meest op
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Absolutisme
D
Verlicht absolutisme
Slide 39 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
1.2 Revolutie in Frankrijk
December 2018
- Les met
17 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
S.O. Paragraaf 1 en 2 H. 2 (Tijdvak 7)
September 2023
- Les met
36 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
S.O. Paragraaf 1 en 2 H. 2 (Tijdvak 7)
Januari 2019
- Les met
38 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
2.7 Verlichting en Revoluties
10 dagen geleden
- Les met
17 slides
paragraaf 2.1 De pruikentijd
Juli 2024
- Les met
15 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
H.4 vragen Mix met meer afbeeldingen
Maart 2023
- Les met
37 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Herhaling pruiken en revoluties
Maart 2023
- Les met
45 slides
Geschiedenis
Middelbare school
WO
havo, vwo
Leerjaar 2
2.1 De pruikentijd
November 2023
- Les met
23 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 2