Je kan een aanwijzend voornaamwoord benoemen in een zin
Je kan een aanwijzend voornaamwoord gebruiken in een zin
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7
In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Het Aanwijzend voornaamwoord
Je leert wat een aanwijzend voornaamwoord is
Je kan een aanwijzend voornaamwoord benoemen in een zin
Je kan een aanwijzend voornaamwoord gebruiken in een zin
Slide 1 - Tekstslide
Met het aanwijzend voornaamwoord wijs je iets aan waar er meerdere van zijn. Hierdoor weet de luisteraar precies wat jij bedoeld. Er zijn bijvoorbeeld meerdere tafels. Door te zeggen deze tafel, weet jij precies welke ik bedoel.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Welk aanwijzend voornaamwoord moet er in de volgende zinnen komen?
Denk eraan:
De- woord -> deze of die Het- woord -> Dit of dat
Slide 4 - Tekstslide
Helaas is … dag pas net begonnen.
A
Dit
B
Deze
Slide 5 - Quizvraag
Ik zou graag … boek willen lezen.
A
Dit
B
Deze
Slide 6 - Quizvraag
… aap zit graag tussen de bomen.
A
Dit
B
Deze
Slide 7 - Quizvraag
… lieve meisje daarachter is erg vrolijk
A
Dat
B
Die
Slide 8 - Quizvraag
Ik heb het boek ‘de waanzinnige boomhut’ gelezen, … boek is geschreven door Edward van de Vendel.
A
Dat
B
Die
Slide 9 - Quizvraag
… schrijver heeft meer boeken geschreven
A
Dat
B
Die
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Klaar?
Nakijken 10 plusjes maken op ChromeBook Werk afmaken Stil lezen