Kapitel 1 quiz woordenlijst

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Einen schönen Gutenmorgen!

Was werden wir heute machen?

• Hausaufgaben
• Lernziele
• Wiederholung
• Quiz
• Aufgaben
• schöne Herbstferien

Toets inplannen

Wanneer 

4 november les 3  

Leerstof:

woordenlijst blz. 26

grammatica blz. 27

zinnen/Sprachmittel blz. 27

+ aantekeningen

Wat weet je nog?

De persoonlijke voornaamwoorden (Personal pronomen)

ik =

jij =

hij/zij/het =

wij =

jullie =

zij/U =

Wat weet je nog?

De persoonlijke voornaamwoorden (Personal pronomen)

i

d

e

w

i

s

Personal Pronomen

Persoonlijke voornaamwoorden

ev	ik	ich
ev	jij	du
ev	hij/ zij /het	er/sie/es
mv	wij	wir
mv	jullie	ihr
mv	zij/ U	sie/Sie

'Sein'

kennst du SEIN noch???

het werkwoord sein

sein = zijn 

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie

het werkwoord sein

sein = zijn 

ich	bin
du	bist
er/sie/es	ist
wir	sind
ihr	seid
sie/Sie	sind

Welke woorden schrijf je met hoofdletters in de Duitse taal?

h

Vertaal:
ik ben

wat is de vertaling van:
Duitsland

1. Duitschland
2. Deutsland
3. Deutschland
4. Duitsland

wat is de vertaling van:
Oostenrijk

1. Österreich
2. Österrijk
3. Osterreich
4. Öösterreich

wat is de vertaling van:
Zwitserland

1. Sweiz
2. Zchweiz
3. Sweis
4. Schweiz

wat is de vertaling van:
heten

1. heizen
2. heissen
3. heißen
4. hijßen

wat is de vertaling van:
de naam

1. der Namm
2. der Name
3. der Naam
4. der Naame

wat is de vertaling van:
hoe

1. wo
2. wie
3. wer
4. hoe

wat is de vertaling van:
waar

1. wo
2. wie
3. wer
4. waar

wat is de vertaling van:
uit

1. alt
2. wie
3. uis
4. aus

wat is de vertaling van:
Nederland

1. die Niederlande
2. die Niederland
3. die Nederland
4. Holland

Gut gemacht!

An die Arbeit

Stencil hoofdletters

Herhaling achter in het hoofdstuk

Je mag in tweetallen werken.

Schöne Herbstferien