V5fan3 - 6-26-20 LEESVAA CITO

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

V5 - vendredi 26 juin

Notre dernier cours avant le toetsweek ....

Wil iemand iets weten over de toets of over leesvaardigheid Cito?

Anders: 

antwoorden tekst 6

wat voca en een tekst - tekst 7 - pak je examen erbij

De antwoorden van tekst 6

vraag 14 = B Al eeuwen lang is algemene ontwikkeling beschouwd als een noodzakelijke basis voor een goede opvoeding

vraag 15  Il s'agit = het gaat om

vraag 16 = D

vraag 17 Het doel van dergelijke toetsen was om de beste kandidaten te recruteren ongeacht hun sociale afkomst.

vraag 18 = cultuur van horen zeggen, dat wil zeggen dat kandidaten geen grondige kennis zouden hebben maar alleen maar een paar citaten uit hun hoofd zouden weten/geven. 

vraag 19 - De vraag betekent: Welke mening van de auteur met betrekking tot de keus van Sciences Po kun je afleiden uit de laatste alinea?

Goede antwoord = A. Désapprobation = afkeuring (denk aan het Engels!)

SUPPRIMER betekent

1. opheffen
2. onderdrukken
3. de nadruk leggen op

C'EST-À-DIRE betekent:

1. dat is te zeggen
2. zoals gezegd
3. dat wil zeggen

EN EFFET betekent

1. inderdaad
2. efficient
3. als effect

DÉSORMAIS betekent

1. jammer
2. voortaan
3. vroeger

welk woord heeft dezelfde betekenis als DIMINUER?

1. croitre
2. baisser
3. augmenter

Scan alinea 1: wat is de functie?
Wat schrijf je in de kantlijn?

Alinea 2

Ik zie een naam en ik zie aanhalingstekens.

HIer komt iemand aan het woord. Een expert?

Kijk ook naar regel 22.

Alinea 3 begint met 'tandis que'. Dit betekent:

1. terwijl (aan de andere kant)
2. gedurende
3. omdat

Ik lees heel alinea 3 door. Stel vragen!

Alinea 4: ik zie weer aanhalingstekens.
Wie komt hier aan het woord?
Waar vertelt hij over?

Alinea 5 en 6 scan ik weer samen met jullie

Nu naar de vragen

Vraag 20 = beweringen vraag, dus markeren!

Vraag 20, bewering 1:
markeer in de tekst en kies

1. wel
2. niet

Vraag 20, bewering 2:
markeer in de tekst en kies

1. wel
2. niet

Vraag 20, bewering 3:
markeer in de tekst en kies

1. wel
2. niet

Vraag 20 bewering 4 slaan we over

Het antwoord is: "niet"

Vraag 21 is heel lastig...

Wie wil de betekenis van de vraag weten?

Uit mijn hoofd zou ik het antwoord geven:

"Er zijn clubjes biohackers die zich bezighouden met experimenten en die hun ervaringen delen op internet"

Maar er is geen enkel antwoord dat daarop lijkt. 

Welk antwoord kiezen jullie bij vraag 21?

1. A
2. B
3. C
4. D

Voor vraag 22 kijk ik naar de regels 54 t/m 56.
REJOINT betekent letterlijk : voegt zich bij
Welk antwoord kiezen jullie dan bij vraag 22?
Als je 'ja' kiest, geef dan ook een toelichting.

Vraag 23 en 24 doen we samen. 

Wat heb je geleerd tijdens de lessen Cito leesvaardigheid?