3M - Theme 3 - Grammar test

past simple

verleden gebeurd en nu afgelopen
(yesterday / last week / in 2016 / when I was young)


regelmatig: ww + ed 

Yesterday I walked to school. 


onregelmatig: 2e vorm
Two weeks ago we ate a pizza. 

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

past simple

verleden gebeurd en nu afgelopen
(yesterday / last week / in 2016 / when I was young)


regelmatig: ww + ed 

Yesterday I walked to school. 


onregelmatig: 2e vorm
Two weeks ago we ate a pizza. 

Slide 1 - Tekstslide

present perfect

verleden begonnen en nu nog

(always / for / since / already)


regelmatig:  have/has   ww + ed 

I have always lived in Bentelo. 


onregelmatig: have/has   3e vorm
She has seen Frozen six times already.

Slide 2 - Tekstslide

I ______ (see) the twins in town last week.

Slide 3 - Open vraag

She _____ never _____(meet) her brother.

Slide 4 - Open vraag

Where _________ (be/you) last weekend?

Slide 5 - Open vraag

_______ you ______ (hear) that new song?

Slide 6 - Open vraag

We ______ (not / go) on holiday last year.

Slide 7 - Open vraag

I love clothes. I _____ (buy) a lot this year.

Slide 8 - Open vraag

What ______ (you / do) last weekend?

Slide 9 - Open vraag

Agatha ______ (live) from 1890 to 1976.

Slide 10 - Open vraag

if

als

- als je niet zeker weet of iets gaat gebeuren
- om een voorwaarde aan te geven


If you see Francis, tell her she's late for class.
If I win the lottery, I would buy a new car.


Slide 11 - Tekstslide

when
wanneer, als

Gebruik: wanneer je zeker weet dat iets gaat gebeuren.

I'll scream when I see Eminem in concert this July.

Slide 12 - Tekstslide

____ I'm late, start eating dinner without me.

Slide 13 - Open vraag

____ you'll tell anyone my secret, I'll have to unfriend you.

Slide 14 - Open vraag

She always takes a shower, ____ she's been running.

Slide 15 - Open vraag

Call us _______ you arrive at the station. I will pick you up.

Slide 16 - Open vraag

You can still catch the train _______ you leave right now.

Slide 17 - Open vraag

both / each / all / every / none
both = beide (twee personen/dieren/dingen)
each = elke (twee of meer)
all = alle/allemaal (3 of meer)
every = iedere (3 of meer)
none = geen/niet één (3 of meer)

Slide 18 - Tekstslide

I asked ______ my brother and sister but they couldn't help me.

Slide 19 - Open vraag

He has a small tattoo on _____ arm.

Slide 20 - Open vraag

______ of the missing jewels were recovered.

Slide 21 - Open vraag

The criminals broke into _____ house in the street.

Slide 22 - Open vraag