In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Evolutie
Slide 1 - Tekstslide
Doel van deze les
Wat houdt de evolutie theorie in?
Verandering in genotypen
Natuurlijke selectie
''survival of the fittest''
Slide 2 - Tekstslide
Defenitie
De ontwikkeling van het leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen of verdwijnen.
~Charles Darwin
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Effecten evolutietheorie
Verandering Genotype
Natuurlijke selectie
Ontstaan van nieuwe soorten
Slide 5 - Tekstslide
Verandering in genotypen(geslachtelijke voortplanting)
Slide 6 - Tekstslide
Effect
De organismen van één soort die genen hadden die het best aangepast waren aan de omgeving waar ze in leefden, kregen de meeste nakomelingen met de grootste overlevingskans. Hierdoor werden de ‘sterke’ genen het meest doorgegeven.
Slide 7 - Tekstslide
Verandering in genotypen (mutatie)
Slide 8 - Tekstslide
Effect
Mutaties zorgen voor aanpassingen die beter of juist slechter werken in een bepaalde omgeving. De mutaties die beter werken zullen dan ook het meest doorgegeven worden, omdat deze individuen de grootste overlevingskans hebben.
Slide 9 - Tekstslide
Wat kies je?
grootste?
meeste opvallende?
lekkerste?
Slide 10 - Tekstslide
Natuurlijke selectie
welke vlinder heeft de beste schutkleur
wat zijn de gevolgen van deze schutkleur
wat als er iets veranderd
Slide 11 - Tekstslide
Natuurlijke selectie
Slide 12 - Tekstslide
Effect
Individuen met bepaalde erfelijke eigenschappen hebben een grotere kans hebben op overleven en reproduceren dan andere individuen vanwege deze bepaalde erfelijke eigenschappen.
Dus: een bepaalde variatievorm overleefd wel, een ander niet.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wat is evolutie?
A
Evolutie is het ontstaan van nieuwe soorten doordat organismen met de oorspronkelijke vorm uitsterven.
B
Evolutie is de ontwikkeling van leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.
C
Evolutie is de grotere overlevingskans van individuen met een betere aanpassing aan het milieu.
Slide 16 - Quizvraag
Natuurlijke selectie is noodzakelijk voor evolutie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
De ontwikkeling van vissen tot amfibieën is een voorbeeld van evolutie.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Welke uitspraak is waar?
A
Het fenotype en de invloeden
van buitenaf worden bepaald
door het genotype
B
Het genotype wordt bepaald
door het fenotype en invloeden
van buitenaf
C
Het genotype en het fenotype worden bepaald door
invloeden van buitenaf
D
Het fenotype wordt bepaald
door het genotype en
invloeden van buitenaf
Slide 19 - Quizvraag
Darwin had het over 'survival of the fittest' Waar staat 'fittest' voor bij evolutie?
A
Dat je het best bent aangepast aan je omgeving
B
hoe fit je bent
C
hoeveel nakomelingen je maakt
D
hoe sterk je bent
Slide 20 - Quizvraag
Hoe heette het principe dat volgens Darwin de drijvend kracht achter de evolutie is?
A
Natuurlijke extinctie
B
Natuurlijke selectie
C
Natuurlijke sequentie
D
Natuurlijke reproductie
Slide 21 - Quizvraag
Welke term omschrijft de kruisjes in de afbeelding hiernaast het beste?