3.2 Wie heeft de macht?






Politiek
3.2 Wie heeft de macht?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les






Politiek
3.2 Wie heeft de macht?

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
  • Terugblik 
  • Introductie 
  • Leerdoelen 
  • Lezen 
  • Uitleg
  • Vragen maken 
  • Evalueren 

Slide 2 - Tekstslide

Welke zin is juist?


A
A. Politici zijn altijd minister.
B
B. Politici moeten beslissingen nemen.
C
C. Alle politici werken in Den Haag.
D
D. Politici zijn altijd lid van de Tweede Kamer.

Slide 3 - Quizvraag

Wie werkt bij de overheid?
A
A. Een verkoper van boeken.
B
B. Een loodgieter.
C
C. Een advocaat.
D
D. Een wethouder.

Slide 4 - Quizvraag

Wie van de volgende mensen is politicus?
A
A. Een politieagent.
B
B. Een commissaris van politie.
C
C. Een burgemeester.
D
D. Een ambtenaar die op het stadhuis werkt.

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Leerdoelen 3.2
  • Ik kan democratie uitleggen en herkennen aan 4 punten.
  • Ik kan een dictatuur uitleggen en herkennen aan 4 punten.
  • Ik kan verschillen opnoemen tussen een democratie en een dictatuur
  • Ik kan een voorbeeld opnoemen van een democratie en een dictatuur
  • Ik kan het begrip rechten uitleggen en 4 voorbeelden opnoemen.
  • Ik kan het begrip plichten uitleggen en 4 voorbeelden opnoemen. 





Slide 7 - Tekstslide

Lees 3.2 op blz 64.
Schrijf de onderstaande begrippen uit in de begrippenlijst op blz 86:

Een democratie is,.......
Een dictatuur is,........
De grondwet is,........
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een democratie?
Een land waar de burgers zelf kiezen wie de macht krijgt.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden van rechten in een democratie
  1. Je mag stemmen als je 18 bent.
  2. Je hebt vrijheid van meningsuiting (GRONDWET!).
  3. Je mag je eigen godsdienst kiezen.
  4. Politie en leger houden zich aan de regels.
  5. Er zijn verkiezingen.
  6. Er is persvrijheid/mensenrechten.

Slide 10 - Tekstslide

Twee plichten in een democratie:

  1. Je  moet je aan de wet houden

  1. Je moet belasting betalen als je werkt.
Voorbeelden van democratieën: Nederland, Belgie, duitsland, Canada, Australie 

Slide 11 - Tekstslide

Democratie
Dictatuur

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een dictatuur
Een land waar maar één man of een kleine groep mensen aan de macht is.

Slide 13 - Tekstslide

Rechten in een dictatuur
Er zijn weinig rechten in een dictatuur.

Je mag niet demonstreren.
Je mag niet geloven wat je wilt.

Slide 14 - Tekstslide

Plichten in een dictatuur
Je moet heel veel verplicht doen in een dictatuur.

1. Verplicht naar de leider luisteren.
2. Gedragen zoals de leider dat wilt.
landen met een dictatuur:
Noord korea
Cuba
Rusland
China

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten maken
3.2 Wie heeft de macht?

timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Hoe ging de les?

Slide 17 - Woordweb

3.2 Wie heeft de macht?
  • Terugblik 
  • Leerdoelen
  •  Afmaken en vragen nakijken
  • Uitleg opdracht
  • Opdracht maken 
  • Evalueren 

Slide 18 - Tekstslide

In een dictatuur:
A
A. is de macht in handen van één persoon of een kleine groep mensen.
B
B. heeft de bevolking veel rechten en nauwelijks plichten.
C
C. hebben de massamedia veel vrijheid.
D
D. zijn elk jaar verkiezingen.

Slide 19 - Quizvraag

Welke zinnen zijn juist?
In een dictatuur:
1. hebben burgers mensenrechten.
2. bepalen de leiders wat de media mogen schrijven of uitzenden.

A
A. Alleen 1 is juist.
B
B. Alleen 2 is juist.
C
C. 1 en 2 zijn beide juist.
D
D. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 20 - Quizvraag

De overheid kan burgers plichten opleggen. Dit gebeurt:
A
A. alleen in een dictatuur.
B
B. alleen in een democratie.
C
C. in een dictatuur én een democratie.

Slide 21 - Quizvraag

Leerdoelen 3.2
  • Ik kan democratie uitleggen en herkennen aan 4 punten.
  • Ik kan een dictatuur uitleggen en herkennen aan 4 punten.
  • Ik kan verschillen opnoemen tussen een democratie en een dictatuur
  • Ik kan een voorbeeld opnoemen van een democratie en een dictatuur
  • Ik kan het begrip rechten uitleggen en 4 voorbeelden opnoemen.
  • Ik kan het begrip plichten uitleggen en 4 voorbeelden opnoemen. 





Slide 22 - Tekstslide

Af tot en met 3.2 inclusief begrippenlijst 

Slide 23 - Tekstslide

Stap 1: Er zijn vijf kenmerken van democratie en van dictatuur. Zie het schema hiernaast. 

Stap 2: Hiernaast staan tien landen. Geef bij elk land aan of je te maken hebt met een
democratie of een dictatuur. Geef vervolgens aan om welk kenmerk het gaat.

Slide 24 - Tekstslide

Dictatuur of democratie ??

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen 3.2
  • Ik kan democratie uitleggen en herkennen aan 4 punten.
  • Ik kan een dictatuur uitleggen en herkennen aan 4 punten.
  • Ik kan verschillen opnoemen tussen een democratie en een dictatuur
  • Ik kan een voorbeeld opnoemen van een democratie en een dictatuur
  • Ik kan het begrip rechten uitleggen en 4 voorbeelden opnoemen.
  • Ik kan het begrip plichten uitleggen en 4 voorbeelden opnoemen. 





Slide 26 - Tekstslide

Hoe ging de les?

Slide 27 - Woordweb