LVD JAAR 2 Week 8 blok 1 - hacer el check in

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 2

En el check-in

Lessen tot het eind evan het schooljaar

Focus -vocabulaire inchecken

Toetsen

Lezen/ Luisteren Spreken/Gesprekken

Start met lezen

en el mostrador de facturación

Self check in/ Auto check-in

Maak opdracht inchecken autoservicio

Opdracht 1.06,1.07,.1.08,1.09,1.10

 op  pagina 23-28 

 ßà BPVL/ Frontoffic

En el hotel

El check-in

OPDRACHT 1.10  

1. reservado	2.número
3.formulario	4. desayuno
5. cena	6. mesa
7. comer fuera	8. sugerencia
9. llave	10. botones

tarjeta de crédito

ascensor

se admiten perros

escalera

está prohibido fumar

piscina

vista al mar

Gespreksopdracht inleveren 

Ga naar teams

algemeen

bestanden

Klik op het bestand "Gesprekken voeren LVD"

Werk aan de opdracht.

 Inleveren op donderdag 4 november

Niet voor een cijfer = oefening

Lesevaluatie: Wat ga je van deze les vooral onthouden?

Hoe zeg je dit in het Spaans

Luxemburg

Hoe zeg je dit in het Spaans

Spanje 

Hoe zeg je dit in het Spaans

Spanje 

España

Hoe zeg je dit in het Spaans

Denemarken

Hoe zeg je dit in het Spaans

Denemarken

Dinamarca

Hoe zeg je dit in het Spaans

Noorwegen

Hoe zeg je dit in het Spaans

Noorwegen

Noruega

Hoe zeg je dit in het Spaans

Griekenland

Hoe zeg je dit in het Spaans

Griekenland

Grecia

Hoe zeg je dit in het Spaans

Polen

Hoe zeg je dit in het Spaans

Polen

Polonia

Hoe zeg je dit in het Spaans

Zwitserland

Hoe zeg je dit in het Spaans

Zwitserland

Suiza

Hoe zeg je dit in het Spaans

Ijsland

Hoe zeg je dit in het Spaans

Ijsland

Islandia 

Hoe zeg je dit in het Spaans

Nederland

Hoe zeg je dit in het Spaans

Nederland

Holanda/ Países Bajos

Hoe zeg je dit in het Spaans

België

Hoe zeg je dit in het Spaans

België

Bélgica 

Tener que + infinitivo

tener que + werkwoord

Usted tiene que ir a ... = U moet gaan naar ...

Usted tiene que bajar en. ... = U moet uitstappen bij ...

Usted tiene que subir en ... = U moet instappen bij ...

Usted tiene que tomar la línea ... = U moet nemen de lijn ... 

Vul de juiste vorm van 'tener que' in.
Yo ... estudiar.

Vul de juiste vorm van 'tener que' in.
Vosotros ... ir al hospital.

Vul de juiste vorm van 'tener que' in.
Alicia ... hacer los deberes.

Op de volgende slide zie je een link waar je extra kunt oefenen met tener que

https: