Lezen herhaling 4.3 en 5.3 - 2 kgt

Lezen herhaling 
theorie 4.3 en 5.3 - 2 kgt
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lezen herhaling 
theorie 4.3 en 5.3 - 2 kgt

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Herhaling theorie lezen 4.3 en 5.3
- Nakijken 5.3, opdr. 18 t/m 23 (blz. 116-119)
- Maak online test jezelf van lezen 4.3 en 5.3.

Lesdoel:
- Je kent de theorie van 4.3 en 5.3.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel van een leesboek over Harry Potter?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van een boekbespreking?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van een reclame voor nieuwe agenda's??
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van een leestekst in een schoolboek?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Welke van de vier is GEEN voorbeeld van beeld en opmaak?
A
de keuze van de soort letters
B
de keuze van de kleuren
C
de verdeling van de tekst in alinea's
D
de verdeling van de tekst over de bladzijde

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Waar moet je op letten als je wilt weten voor welk leespubliek een tekst is geschreven?
A
afbeelding, aanspreekvorm, bron en taalgebruik
B
afbeelding, bron, taalgebruik en onderwerp
C
aanspreekvorm, bron en onderwerp
D
afbeelding, aanspreekvorm, bron, taalgebruik en onderwerp

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welke zin is meestal de kernzin in een alinea?
A
De eerste zin van een tekst
B
De eerste zin van een alinea
C
De laatste zin van een alinea

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat is ALTIJD een functie van de inleiding?
A
een vraag stellen
B
een mening geven
C
het onderwerp benoemen
D
de aandacht van de lezer trekken

Slide 16 - Quizvraag

Als in de inleiding van een tekst een vraag staat, wat staat er dan in het slot van een tekst?
A
samenvatting
B
conclusie
C
antwoord op de vraag uit de inleiding

Slide 17 - Quizvraag

Als in de inleiding van een tekst de mening van de schrijver staat, wat staat er dan in het slot van een tekst?
A
samenvatting
B
conclusie
C
antwoord op de vraag uit de inleiding

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Verband: opsomming
Signaalwoorden: ten eerste, ook, bovendien, daarnaast, verder

Ria houdt van kegelen. Ze houdt ook van Pierre.

Slide 20 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een opsomming aan?

Ik heb geen zin in school. Verder vind ik het jammer dat de vakantie voorbij is.

Slide 21 - Open vraag

Verband: tijdsvolgorde
Signaalwoorden: eerste, daarna, voordat, nadat, toen, terwijl zodra, ten slotte

Max drinkt altijd Rivella voordat hij sport.

Slide 22 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een tijdsvolgorde aan?

De leerling moest zijn boeken nog halen, terwijl de les al begonnen was.

Slide 23 - Open vraag

Verband: tegenstelling
Signaalwoorden: maar, daarentegen, echter, toch, integendeel

Gert rijdt paard, maar hij valt er steeds vanaf.

Slide 24 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?

De vakantie duurt zes weken. Toch vind ik dat te kort.

Slide 25 - Open vraag

Verband: voorbeeld
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, een voorbeeld (hier)van is, zo, zoals, ter illustratie

In de natuur komen verschillende slangen voor, zoals adders en ratelslangen.

Slide 26 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een voorbeeld aan?

Tijdens gym doen we verschillende sporten. Zo voetballen we soms, maar moeten we ook hardlopen en turnen.

Slide 27 - Open vraag

Verband: reden
Signaalwoorden: want, omdat, daarom, vanwege, immers, namelijk

Leraren moeten geen cijfers meer geven, want cijfers zeggen niet alles over wat een leerling allemaal kan.

Slide 28 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een reden aan?

Ik heb geen zin om te fietsen, omdat het regent.

Slide 29 - Open vraag

Verband: conclusie

Signaalwoorden: dus, dan ook, kortom

Kortom, huiswerk maken is belangrijk.

Slide 30 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een conclusie aan?

Ik ga dan ook zeker elke dag huiswerk maken.

Slide 31 - Open vraag

Lesplanning
- Nakijken 5.3, opdr. 18 t/m 23 (blz. 116-119)
- Maak online test jezelf van lezen 4.3 en 5.3.

Toets lezen 4.3 en 5.3: 
2K1/2G1: vrijdag 16 juni                2K2: maandag 19 juni

Lesdoel:
- Je kent de theorie van 4.3 en 5.3.


Slide 32 - Tekstslide