In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Anrede
Hallo Heidi/Heinz,
Liebe Heidi,
Lieber Heinz,
Slide 1 - Tekstslide
Je bedankt hem/haar voor zijn/haar laatste mail.
Slide 2 - Woordweb
1.
Je bedankt hem/haar voor zijn/haar laatste mail.
danke schön / vielen Dank / herzlichen Dank / besten Dank / schönen Dank für deine letzte Mail.
Slide 3 - Tekstslide
Zeg dat je je zeer verheugd hebt dat hij/zij jou weer een mail gestuurd heeft.
Slide 4 - Woordweb
2.
Zeg dat je je zeer verheugd hebt dat hij/zij jou weer een mail gestuurd heeft.
Ich habe mich sehr (darüber) gefreut / Ich war sehr froh, dass du mir wieder eine Mail geschickt / geschrieben hast.
Slide 5 - Tekstslide
Zeg dat je in de zomervakantie met vrienden/vriendinnen met de trein naar Berlijn gaat
Slide 6 - Woordweb
3.
Zeg dat je in de zomervakantie met vrienden/vriendinnen met de trein naar Berlijn gaat.
In den Sommerferien (In dem Sommerurlaub) fahre / reise ich mit Freunden / Freundinnen mit dem Zug nach Berlin.
Slide 7 - Tekstslide
Vertel dat jullie in Berlijn een week in een jeugdherberg overnachten en dat jullie veel bezienswaardigheden willen bezoeken.
Slide 8 - Woordweb
4.
Vertel dat jullie in Berlijn een week in een jeugdherberg overnachten en dat jullie veel bezienswaardigheden willen bezoeken.
In Berlin übernachten wir eine Woche in einer Jugendherberge und wir wollen / werden / möchten in Berlin viele Sehenswürdigkeiten besuchen.
Slide 9 - Tekstslide
Schrijf dat je hoopt dat de vakantie in Berlijn erg leuk wordt en dat je vaak Duits zal spreken.
Slide 10 - Woordweb
5.
Schrijf dat je hoopt dat de vakantie in Berlijn erg leuk wordt en dat je vaak Duits zal spreken.
Ich hoffe, dass die Ferien in Berlin toll / schön / geil werden / Ich hoffe, dass der Urlaub in Berlin toll / schön/geil wird. / Hoffentlich werden die Ferien (wird der Urlaub) in Berlin toll /schön / geil und ich werde sehr oft / sehr viel / häufig Deutsch sprechen / reden. / Ich hoffe, dass die Ferien in Berlin Spaß machen.
Slide 11 - Tekstslide
Zeg dat je momenteel veel tijd aan jouw hobby's besteedt en noem een paar hobby’s.
Slide 12 - Woordweb
6.
Zeg dat je momenteel veel tijd aan jouw hobby's besteedt en noem een paar hobby’s.
Momentan / Im Moment / Zurzeit / verwende ich viel Zeit auf meine Hobbys / verbringe ich viel Zeit mit meinen Hobbys. Meine Hobbys sind Musik hören, Games spielen und Zeichnen.
Slide 13 - Tekstslide
Vertel wat jouw lievelingssport is en vertel er het een en ander over.
Slide 14 - Woordweb
7.
Vertel wat jouw lievelingssport is en vertel er het een en ander over.
Mein Lieblingssport ist Fußball spielen. Ich spiele schon 5 Jahre Fußball / Ich betreibe meinen Sport schon fünf Jahre. Ich trainiere jede Woche am Dienstagabend und am Donnerstagabend. Das Training dauert ungefähr eine Stunde / anderthalb Stunden / zwei Stunden. Ich habe jeden Samstag / Sonntag ein Spiel / einen Wettkampf.
Slide 15 - Tekstslide
Schrijf dat jij onlangs van jouw ouders een huisdier hebt gekregen en vertel wat voor huisdier dat is en hoe hij/zij heet.
Slide 16 - Woordweb
8.
Schrijf dat jij onlangs van jouw ouders een huisdier hebt gekregen en vertel wat voor huisdier dat is en hoe hij/zij heet.
Neulich / Kürzlich / Vor kurzer Zeit / Vor kurzem / unlängst habe ich von meinen Eltern ein Haustier bekommen. Es ist eine Katze und sie heißt Mitzi / Es ist ein Hund und er heißt Corona / Es ist ein Vogel und er heißt Pietje.
Slide 17 - Tekstslide
Zeg dat jij niet erg ijverig bent en daardoor enige slechte cijfers gekregen hebt
Slide 18 - Woordweb
9.
Zeg dat jij niet erg ijverig bent en daardoor enige slechte cijfers gekregen hebt.
Ich bin nicht sehr fleißig (in der Schule) und dadurch habe ich in der Schule einige schlechte Noten bekommen.
Slide 19 - Tekstslide
Zeg dat je geschiedenis en aardrijkskunde moeilijk vindt en dat je de lessen ook saai vindt.
Slide 20 - Woordweb
10
Zeg dat je geschiedenis en aardrijkskunde moeilijk vindt en dat je de lessen ook saai vindt.
(Die Fächer) Geschichte und Erdkunde finde ich schwierig (schwierige Fächer) und auch finde ich die Stunden sehr langweilig / und die Stunden sind auch sehr langweilig.
Slide 21 - Tekstslide
Vraag hem/haar of zijn/haar leraren ook allemaal erg aardig en behulpzaam zijn.
Slide 22 - Woordweb
11.
Vraag hem/haar of zijn/haar leraren ook allemaal erg aardig en behulpzaam zijn.
Sind deine Lehrer / Lehrerinnen auch alle so nett und hilfsbereit / behilflich?
Slide 23 - Tekstslide
Schrijf dat je hoopt dat hij/zij snel weer een mail terugschrijft.
Slide 24 - Woordweb
12.
Schrijf dat je hoopt dat hij/zij snel weer een mail terugschrijft.
Ich hoffe schnell (bald) wieder eine Mail von dir zu bekommen. / Ich hoffe, dass ich schnell (bald) wieder eine Mail von dir bekomme. / Ich hoffe, dass du schnell (bald) wieder eine Mail zurückschreibst / zurückschickst / Hoffentlich schreibst/schickst du mir schnell (bald) wieder eine Mail zurück. / Ich hoffe, dass ich schnell (bald) wieder etwas von dir höre.