H2 - Cours 36 | Au marché + check delend lidw. + aanwijz.vnw


On commence dans.....
Aan het einde van deze les .....
  • ... kan ik zeggen dat ik deze tomaat en die aardbeien wil. En dat ik geen melk drink.
  • ...heb ik zin 6 t/m 11 van Au marché correct in mijn online schrift staan.

1. Livres, cahier + taaldorp sur la table
2. Ouvre Lessonup.app 
timer
1:00
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


On commence dans.....
Aan het einde van deze les .....
  • ... kan ik zeggen dat ik deze tomaat en die aardbeien wil. En dat ik geen melk drink.
  • ...heb ik zin 6 t/m 11 van Au marché correct in mijn online schrift staan.

1. Livres, cahier + taaldorp sur la table
2. Ouvre Lessonup.app 
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Le programme
  • Révision: vocabulaire Marché + delend lidw. + aanwijz.vnw
  • Corrigez: Au marché, zin 6-11 [10 min]
  • Parlez: Au marché [10 min]
Les devoirs - het huiswerk
  • Taaldorp - Au restaurant - Vocabulaire 158-186
  • Taaldorp - Au restaurant - Zin 1-5(JIJ)

Slide 2 - Tekstslide

Traduis:
"Ik wil graag | deze | tomaat"

Slide 3 - Open vraag

Traduis:
"Ik neem | deze | aardbeien"

Slide 4 - Open vraag

Traduis:
"Ik eet vlees"

Slide 5 - Open vraag

Traduis:
"Ik drink geen melk"

Slide 6 - Open vraag

Corrigez 
  • Au marché, p.16 - zin 1-6 - JIJ (klant)

Slide 7 - Tekstslide

1. Bonjour madame, puis-je vous aider ?
> Groet en zeg dat je appels wilt.

Slide 8 - Open vraag

2. Je vous en mets combien?
> Je vraagt om 500 gram granny's en ook een kilo zoete appels.

Slide 9 - Open vraag

3. Bien, alors une livre de granns et je vous mets un kilo de reinettes; elles sont très sucrées.
> Je bevestigt en zegt dat je ook wat groente wilt.

Slide 10 - Open vraag

4. Alors, des légumes. Qu'est-ce que je vous sers?
> Je vraagt om 3 preien en enkele wortels. je wilt ook 2 kilo aardappels.

Slide 11 - Open vraag

5. Et avec ça?
> Zeg dat je nog kaas wilt hebben en vraag welke kaas typisch is voor deze streek.

Slide 12 - Open vraag

6. D'accord. Le picodon est la spécialité de cette région.
> Vraag wat voor smaak de kaas heeft.

Slide 13 - Open vraag

7. C'est un fromage de chèvre sympathique et très odorant.
> Vraag of je de kaas mag proeven.

Slide 14 - Open vraag

8. Bien sûr madame....Qu'est-ce que vous en pensez?
> Zeg wat je van de kaas vindt, en dat je de kaas wilt kopen.
> Vraag of ze noga verkopen, want jij hebt gehoord dat dit de specialiteit van de streek is.

Slide 15 - Open vraag

9. Non, je suis désolé(e), je n'en vends pas. Mais pouvez en acheter à la pâtisserie à côté.
> Je bedankt, en zegt dat je daar zometeen naartoe gaat.

Slide 16 - Open vraag

10. Ça vous fait 12,50 euros.
> Zeg dat je geen gepast geld hebt en je geeft 50 euro.

Slide 17 - Open vraag

11. C'est très bien. Je vous mets vos courses dans un sac en plastique?
> Zeg dat je jouw eigen tas meegenomen hebt.
> Je neemt afscheid.

Slide 18 - Open vraag

Aanwijzend vnw, p.95
Het aanwijzend voornaamwoord past zich aan, aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Parlez "Au marché"
  • Videobel met 1/2 klasgenoten
  • Oefen het gesprek "Au marché"
  • Geef elkaar minstens 1 tip, 1 top
    > denk hierbij ook aan uitspraak. 
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Les devoirs "Au Restaurant"
Au restaurant (1-5, JIJ), p.21= Les devoirs!
> Gebruik hulpzinnen p.2
> Gebruik vocabulaire p.23-24
> Let op: passé composé


timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Quizlet Live!
Ga naar www.quizlet.live
of naar de Quizlet App

"Au marché"

Slide 23 - Tekstslide

Check: Objectifs d'apprentissage
Aan het einde van deze les .....
... kan ik zeggen: deze eieren, die kaas, dat vlees en die baguettes.
...heb ik zin 1 t/m 5 van Au marché correct in mijn online schrift staan.

Les devoirs
Taaldorp - Au marché - Vocabulaire: 110-156
Traduis : Taaldorp - Au marché - Hele gesprekje

Slide 24 - Tekstslide

Verbuga.eu
  • Oefen de werkwoorden via: www.verbuga.eu
  • Tijden: présent & passé composé
  • Onregelmatige: avoir, être, faire aller
  • Regelmatige: dépenser, payer, gagner,
    acheter
  • > Bevestig
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Sortir de la salle de classe
Verlaten klaslokaal:
  • Laptop dicht
  • Spullen in de tas
  • Papiertjes etc opruimen (ook grond)  & in prullenbak/papierbak
  • Tafel recht 
  • Stoel aanschuiven
  • Blijven zitten tot de bel gaat

Slide 26 - Tekstslide