1.1 Klimaat en landschap

Welkom!

Schooljaar 2024-2025
Aardrijkskunde


1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Schooljaar 2024-2025
Aardrijkskunde


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meneer Moltzer
p.moltzer@einsteinlyceum.nl

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
- Kennismaking
- programma havo 3
- introductie H1 
- Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H1 De Verenigde Staten in beeld

Slide 4 - Tekstslide

Tip: Hoofdstuk 1 gaat over de Verenigde Staten in beeld. Mooi moment om de voorkennis van de leerling op te halen bij de eerste slide door hun te vragen wat ze allemaal van de VS kennen. 
1.1 Klimaat en landschap

Slide 5 - Tekstslide

Tip: Paragraaf 1.1 gaat over het klimaat en landschap van de VS. Vraag de leerlingen wat ze onder klimaat en landschap verstaan. 
Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijving van de openingsfoto

De woestijn Death Valley met de hoge bergen van de Sierra Nevada erachter. Openingsfoto staat op blz. 8 fig.2.

https://www.naturescanner.nl/noord-amerika/verenigde-staten/death-valley


Lesdoelen H1, par. 1
Wat weet ik aan het einde van paragraaf 1:
  • Je kent de topografie van de VS (vraag 1, par. 1 werkboek)
  • Je kent de begrippen van H1, par. 1 (werkboek, blz. 7)
  • Je weet welke invloed de breedteligging heeft op de temperatuur.
  • Je weet welke invloed de aanlandige – en aflandige wind heeft op de temperatuur en de neerslag.
  • Je weet welke invloed de gebergten hebben op de temperatuur en de neerslag.
  • Je kent de klimaten van Köppen.
  • Je weet welke klimaten hiervan voorkomen in de VS.
  • Je kent de luchtstreken en de landschappen die daarin liggen.

Je kent de begrenzing van de luchtstreken.

Je weet welke landschappen voorkomen in de VS en waarom ze daar liggen. 



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen H1, par. 1
Wat weet ik aan het einde van paragraaf 1
  • Je kent de begrenzing van de luchtstreken.
  • Je weet welke landschappen voorkomen in de VS en waarom ze daar liggen. 



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benodigde voorkennis 
Je weet waar de Verenigde Staten ligt;
Je weet hoe neerslag ontstaat;
Je kunt een klimaatgrafiek aflezen;
Je weet hoe het klimaat het landschap 
                 beïnvloed;

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het grote plaatje

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaten in de VS (figuur 4, blz.9) 

Slide 11 - Tekstslide

Beschrijving figuur 4 op blz. 9

Voorkennis van de leerlingen ophalen.
De VS is een groot land en kent enorme verschillen in het klimaat.
Welke zijn dit?
  1. Aw
  2. Cf
  3. Cs
  4. BS
  5. BW
  6. Df
  7. EH
(Moeten de leerlingen het Koppen systeem kennen?)



Rocky Mountains (Canada)
Appalachen (Verenigde Staten)
Great Plains (Verenigde Staten)
Great Basin (Verenigde Staten)
Coloradocanyon (Verenigde Staten)
Chihuahuawoestijn (Verenigde Staten / Mexico)
Mississippidelta (Verenigde Staten)
Everglades (Verenigde Staten)
Wat zie je?
Landschappen in de VS 

Slide 12 - Tekstslide

Welke landschappen komen er voor in de VS?

Voorkennis ophalen - leerlingen van Mavo 2 hebben deze thema in periode 3 als leerstof gehad)
 

Verschillende klimaten
Omdat:
  1. Hoogteligging
  2. Breedteligging
  3. Afstand t.o.v. zee
  4. Overheersende windrichting
  5. ligging gebergtes

Slide 13 - Tekstslide

Hoe verklaar je die verschillen?
Door de klimaatfactoren 
1. hoogteligging
Hoe hoger hoe .... ?

Elke 100m stijging stijgt/daalt de temperatuur met 0,6 / 6 graden Celsius.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. breedteligging
Invloed van invalshoek van de zon op de temperatuur en neerslag
  • Regel 1: hoe verder van de evenaar hoe kouder
  • Regel 2: hoe dichterbij de evenaar hoe warmer

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breedteligging
Situatie A:
Zonnestralen leggen korte afstand af en heeft een kleine invalshoek. Waardoor er een kleiner oppervlak wordt verwarmd. Hierdoor wordt het warmer.  
Situatie B: 
Zonnestralen leggen lang afstand af en heeft een grote invalshoek. Waardoor er een groter oppervlak wordt verwarmd. Hierdoor wordt het kouder
A
Rond de evenaar, tussen 23,5 graden noorderbreedte (Kreeftskeerkring) en de 23,5 zuiderbreedte (Steenbokskeerkring) in dit gebied heeft de zon een kleine invalshoek. Waardoor er een kleiner oppervlak wordt verwarmd, hierdoor is de temperatuur hoger. 
B
Rond tussen 23,5 graden noorderbreedte (Kreeftskeerkring) en de 66,5 noorderbreedte (Noordpoolcirkel) in dit gebied heeft de zon een grote invalshoek. Waardoor er een groter oppervlak wordt verwarmd, hierdoor is de temperatuur lager. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. afstand t.o.v. de zee
Invloed van de zee en wind op de temperatuur en neerslag
Regel 1: hoe verder van de zee hoe kleiner invloed van de zee
  • Regel 2: hoe dichterbij de zee hoe grote invloed van de zee

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. overheersende windrichting

Slide 18 - Tekstslide

Figuur 3 op blz. 8 - invloed van neerslag, temperatuur en wind op het klimaat
4. overheersende windrichting
Aanlandige wind (wind van zee):
De zee heeft een verkoelende werking in de zomer en een opwarmende werking in de winter. het verschil in de winter en zomertemperatuur is niet groot.  Je ziet bij een aanlandige wind ook vaak dat er meer neerslag valt.

Aflandige wind (wind van land):
Land heeft een sterk afkoelende werking in de winter en een sterk opwarmende werking in de zomer. Deze gebieden is het vaak heel koud of heel heet. 


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. ligging gebergtes

Slide 20 - Tekstslide

Inzoomen op de noord-zuidligging van de bergen.
Begrippen die hier aanbod komen staan op blz. 9.
Dwarsdoorsnede VS
Jong gebergte
Oud gebergte

Slide 21 - Tekstslide

Figuur 6 op blz. 9: dwarsdoorsnede van de VS - van San Francisco naar Washington

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

W
WAT GEEFT DE KAART WEER (LEGENDA)?
A
Algemene patroon?
WAAR VEEL? WAAR WEINIG? GEBRUIK SPREIDINGSWOORDEN
U
Uitzonderingen
WELKE GEBIEDEN VALLEN BUITEN HET ALGEMENE PATROON?
W
Windrichtingen. 
BESCHRIJF MET BEHULP VAN WINDRICHTINGEN (EN TOPONIEMEN)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen en verwerken
Lezen paragraaf 1.1

Aandachtig lezen alle basisboeknummers bij de opdrachten

Maak opgave 1 t/m 4 paragraaf 1.1

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenboek
Vul je persoonlijke woordenboek aan met de woorden die je nog niet kent:
breedteligging
jaaramplitude
aanlandige wind 
aflandige wind
zeeklimaat
landklimaat
woestijnklimaat
steppeklimaat
reliëf
hoogvlakten
hooggebergten
middelgebergte
oud gebergte / jong gebergte
stuwingsregen
regenschaduw
loefzijde / lijzijde
extensieve veeteelt


Slide 26 - Tekstslide

Begrippen:

Alle dikgedrukt begrippen op blz. 8 + 9 staan hierin
Afsluitende foto
Wat zie je?
Waar komt het voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 27 - Tekstslide

Beschrijving van de afsluitende foto

Een foto van de Rocky Mountains. Een groot contrast met de openingsfoto - Death Valley Sierra Nevada


Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

1.1 Klimaat en landschap

Slide 29 - Tekstslide

Tip: Paragraaf 1.1 gaat over het klimaat en landschap van de VS. Vraag de leerlingen wat ze onder klimaat en landschap verstaan. 
Lesdoelen H1, par. 1
Wat weet ik aan het einde van paragraaf 1:
  • Je kent de topografie van de VS (vraag 1, par. 1 werkboek)
  • Je kent de begrippen van H1, par. 1 (werkboek, blz. 7)
  • Je weet welke invloed de breedteligging heeft op de temperatuur.
  • Je weet welke invloed de aanlandige – en aflandige wind heeft op de temperatuur en de neerslag.
  • Je weet welke invloed de gebergten hebben op de temperatuur en de neerslag.
  • Je kent de klimaten van Köppen.
  • Je weet welke klimaten hiervan voorkomen in de VS.
  • Je kent de luchtstreken en de landschappen die daarin liggen.

Je kent de begrenzing van de luchtstreken.

Je weet welke landschappen voorkomen in de VS en waarom ze daar liggen. 



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benodigde voorkennis 
Je weet waar de Verenigde Staten ligt;
Je weet hoe neerslag ontstaat;
Je kunt een klimaatgrafiek aflezen;
Je weet hoe het klimaat het landschap 
                 beïnvloed;

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatsysteem van Köppen





  • Wladimir Köppen: Geograaf, meteoroloog en klimatoloog
  • Bedenker van de klimaten
  • indeling in 1918

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatsysteem van Köppen
5 hoofdklimaten:
A = Tropische klimaten
B = Droge klimaten
C = Zeeklimaten
D = Landklimaten
E = Koude klimaten

En 10 tallen subklimaten
bijv: Aw, Cf, Cw, Df, BW, BS, EH

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke klimaatsoorten vind je in de VS?
Welke klimaatsoorten vind je in de VS?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tropisch klimaat in de VS
  • Zuidelijkste puntje van Florida

  • Zomer: heet en vochtig met af en toe neerslag.
  • Winter: zeer mild en minder neerslag

  • klimaatfactor: breedteligging (dichtbij de evenaar)
  • AW 
klimaatgrafiek

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeeklimaat in de VS
ZO en NW
  • Zomer: zeer vochtig en warm.  Aanlandige (wind van zee), warme, vochtige wind van uit de golf van Mexico overheerst. Het hele jaar neerslag (2x zoveel dan NL)

  • Winter: zeer mild

  • klimaatfactor: zee en wind

  • Cf klimaat
klimaatgrafiek

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middellandse zeeklimaat in de VS
  • Zomer: aflandige wind bij Californië, waardoor het droog en zonnig is.

  • Winter: aanlandige wind vanaf de Grote Oceaan zorgt voor koeler weer en meer neerslag.

  • Klimaatfactor: zee en wind
  • Cw klimaat
klimaatgrafiek

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landklimaat in de VS
  • Zomer: hoge temperaturen doordat de zee geen invloed heeft.

  • Winter: koud door er een aflandige wind vanuit het noorden (poolgebied) waait.

  • Klimaatfactor: wind en zee

  • Df klimaat
klimaatgrafiek

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woestijn klimaat in de VS
  • Achter de Sierra Nevada en Coast Ranges (gebergte)

  • Aanlandige wind brengt vochtige lucht, neerslag valt aan de westkant van de Sierra Nevada en de Coast ranges hierdoor wordt het erg droog een heet aan de oostkant
  • klimaatfactor: ligging gebergte
  • BW klimaat


Klimaatgrafiek

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steppe klimaat in de VS
  • In het midden/westen van de VS 

  • Hetzelfde als BW klimaat. Droog maar in de zomer wel neerslag door zuidoosten wind vanaf de Golf v M.

  • Great plains en de Centrale laagvlakte.
  • Klimaatfactor: Ligging gebergte
  • BS klimaat

Great plains: Het is een hoogvlakte waar de boeren er tarwe verbouwen: de wheatbelt. Ook graast er vee op uitgestrekte grasvlakten. Dat noem je extensieve veeteelt (weinig vee per hectare) 
Centrale laagvlakte: Naar het oosten toe wordt het natter en loopt het landschap langzaam af: dat is de Centrale Laagvlakte van zo’n 200 tot 500 m hoog (laagvlakte). Er wordt veel mais verbouwd: de cornbelt (corn = mais).
Klimaatdiagram

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hooggebergte klimaat in de VS
  • Rocky Mountains, Cascade Range, Sierra Nevada (1500m en hoger).

  • Veel neerslag, eeuwige sneeuw en gletsjers.

  • klimaatfactor: hoogteligging
  • Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt (6 graden/1000m).

  • EH klimaat
  • Middelgebergte
  • Toppen tussen de 500 en de 1500 m
  • Oud gebergte, dit zie je door dat het afgeronde en minder hoge pieken zijn

  • Hooggebergte 
  • pieken tussen de 1500 en 4000m.
  • Jong gebergte, dit zie je doordat het scherpe en hoge pieken.
  • Je ziet hier eeuwige sneeuw op de toppen

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen en verwerken
Lezen paragraaf 1.1

Aandachtig lezen alle basisboeknummers bij de opdrachten

Maak opgave 2 t/m ...  paragraaf 1.1

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies