Oefentoets 1 hoofdstuk 3 Interbellum

Oefentoets 1 hoofdstuk 3 Interbellum
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets 1 hoofdstuk 3 Interbellum

Slide 1 - Tekstslide

Oefentoets
Neem de tijd om een vraag te maken. 
Heb je een vraag fout? Zoek dan uit wat er fout is! 
Kom je er niet uit? Vraag een klasgenoot of je docent. 
Succes! 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet de partij van Hitler?
A
SDAP
B
SDAPN
C
NSDAP
D
NSAP

Slide 3 - Quizvraag

Wat wilde Hitler eerst worden?
A
President
B
Beeldhouwer
C
schilder
D
Minister

Slide 4 - Quizvraag

Wie bedoelen de nazi's met het begrip übermensch?
A
Joden
B
Russen
C
Homo's
D
Germanen

Slide 5 - Quizvraag

Uit welk jaartal komt deze bron?
A
Net na 1919
B
Net na 1929
C
Net na 1939
D
Net na 1945

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor Jodenhaat?
A
Nationaal-Socialisme
B
Dictatuur
C
Antisemitisme
D
Indoctrinatie

Slide 7 - Quizvraag

Welke van deze vier uitspraken past bij de NSDAP van Hitler?
A
"Duitsland moet zo snel mogelijk de schade uit de Eerste Wereldoorlog vergoeden."
B
"Duitsland moet zorgen voor goede contacten met Frankrijk en Groot-Brittannië."
C
"In Duitsland is iedereen - katholiek of protestant, jood of christen - gelijk."
D
"In Duitsland zijn, dankzij ons, over een paar jaar geen werklozen meer te vinden."

Slide 8 - Quizvraag

Wat gebeurde er met het vertrouwen in de democratie tussen 1929 en 1933?
A
Steeg enorm
B
Daalde ontzettend
C
Bleef gelijk
D
Daalde een beetje

Slide 9 - Quizvraag

In de jaren '20 kochten Amerikanen aandelen met geleend geld
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Wat gebeurt er als er extra geld wordt bijgedrukt?
A
Prijzen dalen
B
Prijzen stijgen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van de NSDAP? Maak de zin af:

De NSDAP is een partij …
A
...die voor een dictatuur is
B
...die voor samenwerking is met andere partijen.
C
...die voor vrijheid van meningsuiting is.
D
...die voor vrije verkiezingen is.

Slide 12 - Quizvraag

Gebruik de bron.

In welk jaar is deze foto gemaakt?

A
1930
B
1933
C
1936
D
1939

Slide 13 - Quizvraag

In welk jaar was de beurskrach?
A
1928
B
1929
C
1933
D
1917

Slide 14 - Quizvraag

Wat hoort bij nationaal socialisme
A
een volk, een rijk, een leider
B
meerdere volkeren, een rijk, een leider
C
een volk, een rijk, meerdere leiders
D
Een volk, meerdere rijken, een leider

Slide 15 - Quizvraag

Sleep de vier foto’s naar de juiste omschrijving.
Hitler als soldaat tijdens de eerste wereldoorlog!
Begin van een wereldwijde economische crisis
NSB gaat meedoen met de verkiezingen
De Kristallnacht

Slide 16 - Sleepvraag

Hoe kwam Hitler aan de macht?
A
Via verkiezingen
B
Via een staatsgreep
C
Hij werd gekroond tot keizer
D
Via een machtigingswet en intimidatie

Slide 17 - Quizvraag

Oorzaak of gevolg van de machtsovername van Hitler in 1933?

1. Alle Duitsers moesten de Fuhrer gehoorzamen;
2. De armoede in Duitsland nam toe.
3. De werkloosheid in Duitsland groeide.
4. Nationaalsocialisten maakten van Duitsland een totalitaire staat.
A
1. gevolg, 2. oorzaak, 3. oorzaak, 4. gevolg
B
1. oorzaak, 2. oorzaak, 3. oorzaak, 4. gevolg
C
1. gevolg, 2. gevolg, 3. oorzaak, 4. gevolg
D
1. gevolg, 2. oorzaak, 3. gevolg, 4. oorzaak

Slide 18 - Quizvraag

Wat hoort wel bij de NSDAP?
A
Voorstander van het verdrag van Versailles
B
Alle rassen zijn gelijk
C
Democratie is goed
D
Alle Duitsers moeten verenigd zijn in 1 land

Slide 19 - Quizvraag

In welk jaar vond de Kristallnacht plaats?
A
1936
B
1938
C
1939
D
1940

Slide 20 - Quizvraag

Wat hield de aanpassingspolitiek van Colijn in?
A
De uitkeringen verhogen en veel geld uitgeven
B
De uitkeringen bevriezen en bezuinigen
C
Veel geld lenen bij de bank en uitkeringen verhogen
D
Er op los bezuinigen en de uitkeringen verlagen

Slide 21 - Quizvraag

Sleep de vier foto’s in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
1
2
3
4

Slide 22 - Sleepvraag

De NSB werd in Nederland een grote politieke partij
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Welke twee overeenkomsten zijn er tussen de NSB en de NSDAP?
A
Nationalistisch en antisemitisch
B
Militaristisch en antisemitisch
C
Nationalistisch en imperialistisch
D
Nationalistisch en tegen democratie

Slide 24 - Quizvraag

→Sleep deze gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later. 
Hoge werkloosheid in Duitsland
Beurskrach
Rassenwetten tegen Joden
Machtigingswet: 
Hitler wordt dictator.

Slide 25 - Sleepvraag


Gebruik de bron
→Welke toelichting past bij de bron?

A
Hitler gebruikt censuur om alle tegenstanders uit te schakelen.
B
Hitler gebruikt censuur om de parlementaire democratie af te schaffen.
C
Hitler gebruikt propaganda om door verkiezingen aan de macht te komen.
D
Hitler gebruikt propaganda om het volk achter zich te krijgen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Slide 26 - Quizvraag

Waarvoor moesten werklozen in Nederland in de jaren '30 naar het stempelkantoor?
A
Om geholpen te worden een baan te vinden.
B
Om steun aan te vragen.
C
Om voedselbonnen te halen.
D
Zodat ze niet zwart zouden werken.

Slide 27 - Quizvraag

Wat bedoelen we met het Interbellum?
A
Dat is de periode voor de Eerste Wereldoorlog
B
Dat is de periode tussen de wereldoorlogen in.
C
Dat is de periode na de Tweede Wereldoorlog.
D
Dat is een andere naam voor de Industriële Revolutie.

Slide 28 - Quizvraag

Wat was een gevolg van de economische crisis van de jaren '30?
A
Er is een snel stijgende werkloosheid
B
Mensen kopen veel nieuwe producten
C
De banken lenen veel geld uit aan de werklozen
D
Bedrijven produceren te veel producten

Slide 29 - Quizvraag

De minister-president van Nederland in jaren '30 was?
A
Colijn
B
Troelstra
C
Mussert
D
Drees

Slide 30 - Quizvraag

Welke omschrijving hoort bij het begrip gelijkschakeling?
A
Iedereen heeft recht op zijn eigen mening
B
Iedereen mag anders denken over de regering, maar niet over de Joden
C
Iedereen moet de ideeën van het nationaalsocialisme omarmen en zo gaan denken
D
iedereen werd voor de wet gelijk

Slide 31 - Quizvraag

Hoe heette de Duitse jeugdbeweging voor jongens in de jaren '30?
A
Hitlerjugend
B
Hitlerjungs
C
Bund Deutscher Jungens
D
Bund Deutscher Mädchen

Slide 32 - Quizvraag

In welk jaar werden de Neurenberger rassenwetten ingevoerd?
A
1933
B
1935
C
1938
D
1939

Slide 33 - Quizvraag

En nu?
Leren voor de toets, tips: 
Lees paragraaf 3.1 tm 3.4 nogmaals. 
Bestudeer de begrippen, personen en de tijdbalk van paragraaf 3.5. 
Maak een samenvatting of mindmap van paragraaf 3.1 tm 3.5.
Check of je de leerdoelen onder de knie hebt, zet ze in de vragende vorm en geef antwoord. 
Doe lessen in Lesson-Up nogmaals.
Bekijk de filmpjes uit de studiewijzer. 

Slide 34 - Tekstslide