4Havo H3.3 somregel en complementregel

De complementregel
H3.3
4H
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De complementregel
H3.3
4H

Slide 1 - Tekstslide

somregel en de
complementregel

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
de complementregel
P(gebeurtenis)=1P(complemengebeurtenis)
t

Slide 5 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
de complementregel
P(gebeurtenis)=1P(complemengebeurtenis)
t

Slide 6 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
de complementregel
P(gebeurtenis)=1P(complemengebeurtenis)
t

Slide 7 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
de complementregel
P(gebeurtenis)=1P(complemengebeurtenis)
t

Slide 8 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
de complementregel
P(gebeurtenis)=1P(complemengebeurtenis)
t

Slide 9 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
de complementregel
P(gebeurtenis)=1P(complemengebeurtenis)
t

Slide 10 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
de complementregel
P(gebeurtenis)=1P(complemengebeurtenis)
t

Slide 11 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
de complementregel
P(gebeurtenis)=1P(complemengebeurtenis)
t

Slide 12 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
de complementregel
P(gebeurtenis)=1P(complemengebeurtenis)
t

Slide 13 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
de complementregel
P(gebeurtenis)=1P(complemengebeurtenis)
t

Slide 14 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
de complementregel
P(gebeurtenis)=1P(complemengebeurtenis)
t

Slide 15 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
de complementregel
P(gebeurtenis)=1P(complemengebeurtenis)
t

Slide 16 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
de complementregel
P(gebeurtenis)=1P(complemengebeurtenis)
t

Slide 17 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
de complementregel
P(gebeurtenis)=1P(complemengebeurtenis)
t

Slide 18 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
de complementregel
P(gebeurtenis)=1P(complemengebeurtenis)
t

Slide 19 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
de complementregel
P(gebeurtenis)=1P(complemengebeurtenis)
t

Slide 20 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
de complementregel
P(gebeurtenis)=1P(complemengebeurtenis)
t

Slide 21 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo

Slide 22 - Tekstslide

Kansdefinitie van Laplace
4 Vwo
§6.1 Theorie A
Vaasmodel
Kansexperiment
Vaasmodel

Slide 23 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
Show
10 deuren
3 met prijs
7 met lege envelop

Experiment
Finalist opent 4 deuren.

P(minstens één prijs)

Slide 24 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
Vaasmodel
1 vaas met 10 knikkers, 
waarvan:
3 rood en 7 wit

Experiment
Finalist pakt 4 knikkers.

P(minstens 1 rode knikker) = 
Show
10 deuren
3 met prijs
7 met lege envelop

Experiment
Finalist opent 4 deuren.

P(minstens één prijs)

Slide 25 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
Vaasmodel
1 vaas met 10 knikkers, 
waarvan:
3 rood en 7 wit

Experiment
Finalist pakt 4 knikkers.

P(minstens 1 rode knikker) = 
P(1 rood + 3 wit) + P(2 rood + 2 wit) + P(3 rood + 1 wit)=
Show
10 deuren
3 met prijs
7 met lege envelop

Experiment
Finalist opent 4 deuren.

P(minstens één prijs)

Slide 26 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
Vaasmodel
1 vaas met 10 knikkers, 
waarvan:
3 rood en 7 wit

Experiment
Finalist pakt 4 knikkers.

P(minstens 1 rode knikker) = 
P(1 rood + 3 wit) + P(2 rood + 2 wit) + P(3 rood + 1 wit)=
1 - P(geen rode knikkers) = 
Show
10 deuren
3 met prijs
7 met lege envelop

Experiment
Finalist opent 4 deuren.

P(minstens één prijs)

Slide 27 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
Show
10 deuren
3 met prijs
7 met lege envelop

Experiment
Finalist opent 4 deuren.

P(minstens één prijs)
Vaasmodel
1 vaas met 10 knikkers, 
waarvan:
3 rood en 7 wit

Experiment
Finalist pakt 4 knikkers.

P(minstens 1 rode knikker) = 
P(1 rood + 3 wit) + P(2 rood + 2 wit) + P(3 rood + 1 wit)=
1 - P(geen rode knikkers) = 1 - P(4 witte knikkers)

Slide 28 - Tekstslide

Het vaasmodel
en de
complementregel


§6.5 Theorie A
4 Vwo
Show
10 deuren
3 met prijs
7 met lege envelop

Experiment
Finalist opent 4 deuren.

P(minstens één prijs)
Vaasmodel
1 vaas met 10 knikkers, 
waarvan:
3 rood en 7 wit

Experiment
Finalist pakt 4 knikkers.

P(minstens 1 rode knikker) = 
P(1 rood + 3 wit) + P(2 rood + 2 wit) + P(3 rood + 1 wit)=
1 - P(geen rode knikkers) = 1 - P(4 witte knikkers)
1 - P(4 witte knikkers)
=1(410)(47)0,833
_
_

Slide 29 - Tekstslide

De productregel
en de
complementregel


§6.5 Theorie B
4 Vwo

Slide 30 - Tekstslide

De productregel
en de
complementregel


§6.5 Theorie B
4 Vwo
de productregel en de complementregel
0,2
0,3
0,25
Bereken de kans dat Daan 3x moet wachten.

Slide 31 - Tekstslide

De productregel
en de
complementregel


§6.5 Theorie B
4 Vwo
de productregel en de complementregel
0,2
0,3
0,25
Bereken de kans dat Daan minstens 1x moet wachten.
P(min.1x rood) = P(1x, 2x of 3x rood) = 1 - P(geen rood)

Slide 32 - Tekstslide

De productregel
en de
complementregel


§6.5 Theorie B
4 Vwo
de productregel en de complementregel
0,2
0,3
0,25
Bereken de kans dat Daan minstens 1x moet wachten.
1 - P(geen rood)
10,2=0,8
10,3=0,7
10,25=0,75

Slide 33 - Tekstslide

De productregel
en de
complementregel


§6.5 Theorie B
4 Vwo
de productregel en de complementregel
0,2
0,3
0,25
Bereken de kans dat Daan minstens 1x moet wachten.
P(min.1x rood) = 

Slide 34 - Tekstslide

De productregel
en de
complementregel


§6.5 Theorie B
4 Vwo
de productregel en de complementregel
0,2
0,3
0,25
Bereken de kans dat Daan minstens 1x moet wachten.
P(min.1x rood) = P(1x, 2x of 3x rood) = 

Slide 35 - Tekstslide

De productregel
en de
complementregel


§6.5 Theorie B
4 Vwo
de productregel en de complementregel
0,2
0,3
0,25
Bereken de kans dat Daan minstens 1x moet wachten.
1 - P(geen rood)
10,2=0,8
10,3=0,7
10,25=0,75
=1(0,80,70,75)=0,58

Slide 36 - Tekstslide

Pakken met en zonder terugleggen

§6.6
4 Vwo

Slide 37 - Tekstslide

Het vaasmodel
met en zonder terugleggen

§6.6 Theorie A
4 Vwo

Slide 38 - Tekstslide

Het vaasmodel
met en zonder terugleggen

§6.6 Theorie A
4 Vwo
steeds dezelfde uitgangspositie

Slide 39 - Tekstslide

Kleine steekproef
uit grote populatie

§6.6 TheorieB
4 Vwo

Slide 40 - Tekstslide

Kleine steekproef
uit grote populatie

§6.6 TheorieB
4 Vwo
kleine steekproef uit grote populatie
Bij pakken zonder terugleggen.
bijvoorbeeld P(w,w,w)

Slide 41 - Tekstslide

Kleine steekproef
uit grote populatie

§6.6 TheorieB
4 Vwo
300001800029999179992999817998
kleine steekproef uit grote populatie
Bij pakken zonder terugleggen.
bijvoorbeeld P(w,w,w)

Slide 42 - Tekstslide

Kleine steekproef
uit grote populatie

§6.6 TheorieB
4 Vwo
kleine steekproef uit grote populatie

bijvoorbeeld P(w,w,w) = 




Dit is zo goed als gelijk aan
Pakken met terugleggen:


en dus vlotter uit te rekenen!

300001800029999179992999817998
(3000018000)3
kleine steekproef uit grote populatie
Bij pakken zonder terugleggen.
bijvoorbeeld P(w,w,w)

Slide 43 - Tekstslide