Examenoefening 1
Nora wil een actiecamera kopen. Met de actiecamera wil zij op vakantie
filmpjes en foto’s maken. Nora weet dat zij niet genoeg geld op haar
bankrekening heeft om de actiecamera direct te kunnen kopen. Zij wil het
bedrag dat zij tekortkomt in de komende maanden sparen.
Wat is het spaarmotief van Nora?
filmpjes en foto’s maken. Nora weet dat zij niet genoeg geld op haar
bankrekening heeft om de actiecamera direct te kunnen kopen. Zij wil het
bedrag dat zij tekortkomt in de komende maanden sparen.
Wat is het spaarmotief van Nora?
A
Sparen uit voorzorg
B
Sparen voor een doel
C
Sparen voor renteopbrengst
1 / 10
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Nora wil een actiecamera kopen. Met de actiecamera wil zij op vakantie
filmpjes en foto’s maken. Nora weet dat zij niet genoeg geld op haar
bankrekening heeft om de actiecamera direct te kunnen kopen. Zij wil het
bedrag dat zij tekortkomt in de komende maanden sparen.
Wat is het spaarmotief van Nora?
filmpjes en foto’s maken. Nora weet dat zij niet genoeg geld op haar
bankrekening heeft om de actiecamera direct te kunnen kopen. Zij wil het
bedrag dat zij tekortkomt in de komende maanden sparen.
Wat is het spaarmotief van Nora?
A
Sparen uit voorzorg
B
Sparen voor een doel
C
Sparen voor renteopbrengst
Slide 1 - Quizvraag
Bereken hoeveel euro Nora per maand nog moet sparen om de
actiecamera te kunnen kopen. Schrijf je berekening op en rond af op
twee decimalen.
actiecamera te kunnen kopen. Schrijf je berekening op en rond af op
twee decimalen.
Slide 2 - Open vraag
Nora vindt een actiecamera een noodzakelijk goed. Haar moeder zegt:
“Nee hoor! Een actiecamera is duidelijk een voorbeeld van een luxegoed.”
Geef een argument voor de uitspraak van de moeder van Nora.
“Nee hoor! Een actiecamera is duidelijk een voorbeeld van een luxegoed.”
Geef een argument voor de uitspraak van de moeder van Nora.
Slide 3 - Open vraag
Bereken hoeveel procent de actiecamera tijdens de aanbieding
goedkoper is. Rond je antwoord af op één decimaal.
goedkoper is. Rond je antwoord af op één decimaal.
A
0.2%
B
20.3%
C
25.4%
D
79.7%
Slide 4 - Quizvraag
Een …(1)… (nadeel / voordeel) van geld lenen is dat Nora de actiecamera
meteen kan kopen. Een …(2)… (nadeel / voordeel) van geld lenen is dat
zij rente moet betalen over het geleende bedrag.
meteen kan kopen. Een …(2)… (nadeel / voordeel) van geld lenen is dat
zij rente moet betalen over het geleende bedrag.
Slide 5 - Open vraag
Nora besluit om het bedrag te lenen dat zij tekortkomt. De hoogte van het
rentebedrag is afhankelijk van een aantal factoren.
Geef van de volgende factoren aan of ze wel of niet van invloed zijn
op de totaal te betalen rente.
De hoogte van het geleende bedrag.
rentebedrag is afhankelijk van een aantal factoren.
Geef van de volgende factoren aan of ze wel of niet van invloed zijn
op de totaal te betalen rente.
De hoogte van het geleende bedrag.
A
Wel
B
Niet
Slide 6 - Quizvraag
Nora besluit om het bedrag te lenen dat zij tekortkomt. De hoogte van het
rentebedrag is afhankelijk van een aantal factoren.
Geef van de volgende factoren aan of ze wel of niet van invloed zijn
op de totaal te betalen rente.
De leeftijd van de lener
rentebedrag is afhankelijk van een aantal factoren.
Geef van de volgende factoren aan of ze wel of niet van invloed zijn
op de totaal te betalen rente.
De leeftijd van de lener
A
Wel
B
Niet
Slide 7 - Quizvraag
Nora besluit om het bedrag te lenen dat zij tekortkomt. De hoogte van het
rentebedrag is afhankelijk van een aantal factoren.
Geef van de volgende factoren aan of ze wel of niet van invloed zijn
op de totaal te betalen rente.
De looptijd van de lening
rentebedrag is afhankelijk van een aantal factoren.
Geef van de volgende factoren aan of ze wel of niet van invloed zijn
op de totaal te betalen rente.
De looptijd van de lening
A
Wel
B
Niet
Slide 8 - Quizvraag
Welke vorm van werkloosheid ontstond doordat consumenten minder geld
uitgaven bij V&D tijdens de economische crisis?
uitgaven bij V&D tijdens de economische crisis?
A
Conjuncturele
B
frictie
C
Structurele
