Kijken naar kwaliteit: CEGO, ZIKO, ZIKO(VO), MeMoQ, Kijk ik

• Pedagogisch handelen
• Secundair onderwijs

2. Kwaliteitsvol handelen: regels en procedures

2.2. Kijken naar kwaliteit: CEGO, ZIKO, ZIKO(VO), MeMoQ, Kijk ik

2.2.1. CEGO 

- Opgericht 1980

- Expertisecentrum Ervaringsgericht Onderwijs

- wetenschappelijk instelling, educatieve sector (kind - oudere)

- Ferre Laevers

- Wat is 'kwalitatieve opvang, onderwijs, educatie'?

Kwaliteit volgens CEGO

Je kan op verschillende dingen letten wanneer je de kwaliteit van opvang of onderwijs wil nagaan.

Hoe stelt CEGO dit voor? Sleep de begrippen naar de correcte plaats in het schema.

AANPAK

PROCES

EFFECT

Welbevinden

Betrokkenheid

2.2.2. ZIKO

- CEGO, 2004

- op systematische manier kwaliteit van KOV in kaart brengen vanuit de observatie van een groep kinderen

- focus op: BTH en WBV in de KOV

- Bruikbaar in alle opvoedingssituaties

Verschillende contexten ZIKO

Je kan ZIKO gebruiken in alle contexten waarbij er opvang geboden wordt aan kinderen tussen 0 en 12 jaar.

In de gekleurde kaders staan de verschillende contexten. Versleep de verschillende onderdelen naar de juiste context.

Gezinsbegeleiding, al dan niet gecombineerd met verblijf

Op vraag van ouders, gerecht, huisarts,...

K 0-12 jaar

vroegtijdige zorg en ondersteuning ouders met opvoedingsproblemen

CKG

Vaak in gezinswoning

Gemiddeld 4K tegelijk aanwezig

kleinschalige opvang, max 8 K

Max 9 K/KB

grote groep, max 18 K/LG

groepsopvang

crèche

kinderdagverblijf

Onthaalouders

Centra kinderzorg en gezinsonder-

steuning

bijv. sportclus, chiro, voetbalkamp, toneelclub,...

alle lokaal ingerichte opvangdiensten

Ruimte voor spelen, huiswerk, eten, rusten

Vaak door gemeente georganiseerd

Buurt- en nabijheidsdienst

Initiatieven Buitenschoolse Opvang

Buitenschoolse opvang in scholen

na school, andere locatie dan school

IBO

In school, KDV, kleuteropvang met kwaliteitslabel,...

opvang schoolgaande kinderen, georganiseerd door school

Hoe ZIKO invullen?

1. Observatieschema invullen

2. Verklaring van de resultaten

3. Verbeteren wat je kan

Emma heeft een neutrale, maar wel ontspannen houding

--> Welke score voor WB?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Emma zit in de poppenhoek, speelt met veel onderbrekingen, heeft een pop vast, kijkt zoekend naar iets en stopt met zoeken

--> Welke score voor BTH?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Robbel acht, zingt mee, heeft een stralende blik.

--> Welke score voor WB?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Robbe danst uitbundig mee met een aantal andere kinderen en de KB, gaat er zo in op dat hij niet merkt dat zijn mama binnenkomt.

--> Welke score voor BTH?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Thomas heeft een neutrale houding: toont geen signalen van onbehagen of van plezier.

--> Welke score voor WB?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Thomas staat aan de kant terwijl de groep met een dansje bezig is, zijn blik is afwezig, hij kijkt nauwelijks op.

--> Welke score voor BTH?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Oefenen....

Je observeert zo dadelijk Braydon. 

Vul formulier A in en scoor hem op BTH.

Welke score geef je Braydon op BTH?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Ingevuld formulier A

Brayden:

gaat onmiddellijk, hevig aan de slag met de doos en de blokken; onderbreekt zijn opdracht niet, blijft bezig tot als KB andere instructie geeft, merkt details op (andere blok, verschillen tussen blokken)

Samenvattend: ZIKO

Steeds 3 stappen doorlopen:

Stap 1: WB/BTH

Stap 2: ????

Stap 3: +++

2.2.3. ZIKO-Vo

- vervolg op ZIKO, 2008

- evolutie van één kind opvolgen om aanbod hierop af te stemmen

- 2 stappen:

• Kindportret
• Zoeken naar acties

2 maandelijks

kind is richtinggevend

vanuit sterktes

vragen stellen als iets opvalt

1. Kindportret

2. Acties

kind is richtinggevend:

- niet verplichten

- aansluiten bij interesse

2.2.4. MeMoQ: ZEI

- Meten en Monitoren van de pedagogische kwaliteit (Q)

- gevolg van onderzoek 2013-2016

- 3 stappen:

• Verken
• Stel vast
• Onderneem actie

6 dimensies:

• WB
• BTH
• Emotionele ontwikkeling
• Educatieve ontwikkeling
• Omgeving
• Gezinnen/diversiteit

De 6 dimensies

In wat volgt staat steeds omschreven wat onderzocht wordt/beoordeeld wordt in de opvang. 

Geef per omschrijving aan bij welke dimensie dit hoort.

Hoe voelen kinderen zich in de opvang?

1. Welbevinden
2. Betrokkenheid
3. Emotionele ondersteuning
4. Gezinnen en diversiteit

Hoe stimuleert de begeleider het leren en de ontwikkeling bij een kind?

1. Welbevinden
2. Betrokkenheid
3. Emotionele ondersteuning
4. Educatieve ondersteuning

Hoe werkt de begeleider samen met de ouders? Hoe komt de maatschappelijke diversiteit aan bod in de opvang?

1. Welbevinden
2. Betrokkenheid
3. Omgeving
4. Gezinnen/diversiteit

Welke materialen en activiteiten zijn er?

1. Betrokkenheid
2. Educatieve ondersteuning
3. Omgeving
4. Gezinnen en diversiteit

Hoe boeiend of interessant is de opvang voor de kinderen?

1. Welbevinden
2. Betrokkenheid
3. Educatieve ondersteuning
4. Omgeving

Hoe zorgt de begeleider er voor dat een kind zich emotioneel veilig voelt in de opvang?

1. Welbevinden
2. Emotionele ondersteuning
3. Omgeving
4. Gezinnen/diversiteit

De opbouw van de ZEI

Bij het beoordelen van elke dimensie worden dezelfde 3 stappen gezet. 

Wat doe je in welke stap? Versleep naar de correcte stap.

Verken

Stel vast

Onderneem actie

Hoe doe ik het voor deze dimensie?

Maak een observatie

Vul stellingen in

Beantwoord vragen

Wat besluit ik?

Bekijk de observaties/antwoorden en krijg een beeld van je sterktes/zwaktes

Stel een plan van aanpak op

2.2.5. Kijk ik!

- opvolger ZIKO-VO, 2023

- kindvolgsysteem