les 5 Bloedsomloop

De bloedsomloop
Lesdoelen:
Open en gesloten bloedsomloop herkennen/benoemen
Enkele en dubbele bloedsomloop herkennen/benoemen
Grote en kleine bloedsomloop herkennen/benoemen
3 type bloedvaten - kenmerken/herkennen/benoemen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EHBOVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute VLeerroute VLLeerroute 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De bloedsomloop
Lesdoelen:
Open en gesloten bloedsomloop herkennen/benoemen
Enkele en dubbele bloedsomloop herkennen/benoemen
Grote en kleine bloedsomloop herkennen/benoemen
3 type bloedvaten - kenmerken/herkennen/benoemen

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie al van EHBO?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

De dubbele bloedsomloop bij de mens



Sterk versimpeld!

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Bloedsomloop van de vis






ENKELE BLOEDSOMLOOP

Slide 7 - Tekstslide

Bloedsomloop insect






OPEN BLOEDSOMLOOP

Slide 8 - Tekstslide

3 soorten bloedvaten
Slagaders:
Transport bloed van hart af.
Haarvaten
Bloed stroomt hiermee door organen.
Aders:
Transport bloed naar hart toe.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

In welk bloedvat verwacht je dat de bloeddruk het hoogst zal zijn?

Slide 13 - Open vraag

Hoe noemen we de weg die het bloed aflegt?
A
Bloedsweg
B
Bloedtransport
C
Bloedsomloop
D
Bloedvatenstelsel

Slide 14 - Quizvraag

Welk orgaan lijkt geen zuurstof te krijgen via de standaard bloedsomloop van een vis?
A
Lever
B
Hersenen
C
Kieuwen
D
Hart

Slide 15 - Quizvraag

Wat is juist over de bloedsomloop van een insect?
A
Rode bloedcellen zijn niet aanwezig
B
Bloed verlaat de bloedsomloop
C
Zuurstof wordt door het bloed vervoerd
D
Koolstofdioxide wordt door het bloed vervoerd

Slide 16 - Quizvraag

De aorta is een voorbeeld van een:
A
Haarvat
B
Ader
C
Slagader
D
Haarader

Slide 17 - Quizvraag

Veel slagaders hebben bloed met veel
A
zuurstof
B
koolstofdioxide

Slide 18 - Quizvraag

De enige slagader met weinig zuurstof is de:
A
Halsslagader
B
Longslagader
C
Aorta
D
Nierslagader

Slide 19 - Quizvraag

In deze bloedvaten vindt stofwisseling plaats met cellen.
A
Haarvaten
B
Slagaders
C
Aders
D
Bij allemaal

Slide 20 - Quizvraag

Deze bloedvaten zijn aangepast op de extreem lage druk.
A
Slagaders
B
Haarvaten
C
Aders
D
Allemaal

Slide 21 - Quizvraag

Hoe zijn aders aangepast?
A
Kleppen
B
Veel spieren
C
Weinig spieren
D
Vertakkingen

Slide 22 - Quizvraag

Welke bloedvaten hebben de meest gespierde wand?
A
Haarvaten
B
Slagaders
C
Aders
D
Allemaal gelijk

Slide 23 - Quizvraag

Welk bloedvat is 1 cellaag dik?
A
Haarvat
B
Haarader
C
Slagader
D
Ader

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video

Tekst
Slagaders
Haarvaten
Aders
Gespierde wand
1 cellaag dik
Sterke wand, weinig gespierd
Vervoert bloed van hart af
Heeft kleppen
Hier is gaswisseling

Slide 26 - Sleepvraag

Wat heb je tijdens deze les geleerd? Noem minimaal drie dingen.

Slide 27 - Open vraag

Vooruitblik
Tijdens de laatste les maken jullie vragen die horen bij de lesstof van het afgelopen jaar.

Slide 28 - Tekstslide