Examentraining

Examentraining kunstgeschiedenis
VWO 6
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Examentraining kunstgeschiedenis
VWO 6

Slide 1 - Tekstslide

Inschrijven presentatie
Zie link in magister of teams - Indeling presentaties.docx 
Uiterlijk zondag 13 april link naar samenvatting in inschrijfdocument zetten.

Slide 2 - Tekstslide

Oefenen examen

- Vragen uit kunst en leven zie --> teams 6vwo kunstgeschiedenis --> bestanden -->  periode 3 --> opdrachten per les
Voor de antwoorden de map hierboven.
- Examens vwo tehatex | AlleExamens.nl

Slide 3 - Tekstslide

SE63 bespreken
Pak: 
- Je eigen gemaakte SE
- Bijlage + SE
- Antwoord model
Zet met potlood een aantekening bij je antwoord wanneer je de correctie niet begrijpt.

Slide 4 - Tekstslide

Toevoegen aan klas
klassencode: poeue

Slide 5 - Tekstslide

TIPS VOOR DE BEANTWOORDING VAN VERSCHILLENDE VRAAGSOORTEN BIJ KUNSTBESCHOUWING

Slide 6 - Tekstslide

Zorg dat je goed het verschil weet tussen aspecten van de voorstelling, aspecten van de vormgeving en aspecten van de inhoud.

  

- aspecten van de voorstelling/voorstellingsaspecten: WAT zie je?
- aspecten van de vormgeving/vormgevingsaspecten/beeldende aspecten: HOE is het afgebeeld?
- aspecten van de inhoud/inhoudelijke aspecten: Wat is het THEMA, BOODSCHAP achter de voorstelling?

Slide 7 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding

1. Benoem drie aspecten van de voorstelling die laten zien dat mensen om voedsel/drinken vragen.

Slide 8 - Open vraag

Aspecten van de voorstelling
- de vele lege potten, bakjes die de mensen vasthouden
- de arm rechts in beeld die een leeg bakje aanneemt
- de reikende arm van het meisje om haar bakje te geven
- de open mond die lijkt te roepen, aandacht te willen

Slide 9 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding
Benoem 3 aspecten van de vormgeving die ervoor zorgen dat het meisje links van het midden het meeste opvalt.

Slide 10 - Open vraag

Aspecten van de vormgeving
- kleur: er is bij het meisje een duidelijk warm-koudcontrast (rood truitje/blauw bakje) dat  de aandacht trekt
- compositiecontrast door kleur: er is weinig kleur in de foto. Alle kleur bevindt zich op een diagonale lijn van linksonder naar rechtsboven. Op deze lijn is het gezicht van het meisje te zien.
- compositie + blikpunt: Het gezicht van het meisje wordt niet overlapt, terwijl de andere personen nauwelijks door overlappingen te zien zijn.
- compositie: De potten en pannen vormen een soort cirkel, een kader om het hoofd van  het meisje waardoor zij extra opvalt.
- compositie: De diagonale lijn wordt gekruist door de reikende hand van het meisje en de arm van de hulpverlener. Daardoor valt het meisje meer op.
- compositie + blikrichting: De blikrichting van het meisje naar het blauwe bakje 
vormt  samen met de reikende arm van de hulpverlener een diagonale  lijn

Slide 11 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding

3. Benoem een inhoudelijk aspect die uit de foto kan spreken.

Slide 12 - Open vraag

Aspect van de inhoud 
- aandacht voor hongersnood (in Gaza)
- medelijden opwekken door juist een kind in een crisissituatie in het middelpunt te laten staan

Slide 13 - Tekstslide

Vergelijkingsvragen

Slide 14 - Tekstslide

Zondvloed
De zondvloed (Oud Hoogduits: sinvluot of sintvluot, "altijd vloed" of "overal vloed", later het Middelnederlandse sintvloed, "aanhoudende vloed") is in verschillende culturen en religies een belangrijk mythologisch thema, waarin een grote overstroming, meestal gezonden door een god of goden, een beschaving of de hele wereldbevolking - met uitzondering van een enkeling en zijn gezin - vernietigde, vaak als straf.

Slide 15 - Tekstslide

Vergelijk afbeelding 1 en 2.
Aan de verbeelding van het water kun je het verschil zien tussen het moment vóór en tijdens de zondvloed.

Beschrijf dit verschil aan de hand van drie aspecten van de voorstelling.

Slide 16 - Open vraag

Afbeelding 1 
- Het water staat laag.
- Er zijn kabbelende golven.
- De mensen en dieren zitten in de boot.

Afbeelding 2
- Het water staat hoog.
- Er zijn hoge golven.
- De mensen en dieren liggen in het water en zijn verdronken.
            Er worden voorstellingsaspecten gevraagd, dus licht en donker, lichtblauwe t.o.v.
           donkerblauwe zee zijn vormgevingsaspecten en zijn dus fout.


Slide 17 - Tekstslide

Bij vergelijkingsvragen moet je altijd ALLETWEE (of alledrie) de afbeeldingen in je antwoord betrekken.
Doe je dit niet dan worden er géén punten toegekend. In het examen bestaan geen halve
punten.

TIP:
Zet op je blaadje links afbeelding 1 en rechts van het midden afbeelding 2.
Schrijf onder afbeelding 1 wat je daar ziet en vergelijk hoe het bij afbeelding 2 anders is.

LEES OOK GOED WAT JE PRECIES MOET VERGELIJKEN! Bijv. qua vormgeving of qua voorstelling.


Slide 18 - Tekstslide

Beschrijfvragen

Slide 19 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding
beschrijf waaraan je kan zien dat het hier gaat over 'de zondvloed'

Slide 20 - Open vraag

Bij dit soort vragen moet je echt hele zinnen schrijven en in die zin benoemen wát je ziet en hóe je het ziet.

 
Schrijf je maar één woord als antwoord op dan is het sowieso fout.

Slide 21 - Tekstslide

‘twee-in-één-vragen
Dit zijn lastige vragen, omdat de vraag lang is en er in één zin twee vragen gesteld worden.
Soms staat dat wat ze willen weten dikgedrukt, maar soms ook niet.

Slide 22 - Tekstslide

Aan boord van de ark bevindt zich een groot aantal mensen en dieren. De maker van deze miniatuur wilde die enorme hoeveelheid laten zien en tegelijk de voorstelling overzichtelijk houden.
Beschrijf drie manieren waarop de maker laat zien dat de ark vol mensen en dieren zit en hij tegelijk de voorstelling overzichtelijk houdt.

Slide 23 - Open vraag

− Door van de vele mens- en dierfiguren alleen de hoofden weer te geven kan de maker laten  zien dat het er veel zijn en door die vereenvoudiging blijft de voorstelling toch overzichtelijk.
− Door de dierenkoppen binnen de kaders van de ramen te stapelen kan de maker laten zien dat het er veel zijn en blijft de voorstelling door de ordening toch overzichtelijk.
− Door alle mens- en dierfiguren vereenvoudigd (zonder details, versiering) weer te gegeven kan de maker veel figuren laten zien en blijft de voorstelling overzichtelijk en/of door sterke stilering kan de maker veel figuren kwijt die onderling goed te onderscheiden zijn, wat zorgt voor overzichtelijkheid.
− Door het 'huis' op de boot drie lagen / verdiepingen te geven laat de maker zien dat de boot groot is en door de verschillende ramen te vullen met mens- en dierfiguren laat hij zien dat alle lagen/verdiepingen gevuld zijn. Beide zorgen voor een overzichtelijke ordening.
− Door gebruik te maken van slechts twee kleuren (oranjerood en blauw) naast wit zijn de vele dierfiguren (binnen de kaders van de ramen) goed uit elkaar te houden en blijft de voorstelling toch overzichtelijk.

Slide 24 - Tekstslide

Vragen over ruimtesuggestie/ruimteweergave/ruimtelijke aspecten.

Slide 25 - Tekstslide

Beschrijf twee aspecten van afbeelding 3 die de ruimteweergave meer levensecht maken
(dan die op afbeelding 1)

Slide 26 - Open vraag

twee van de volgende:
− (perspectief) De ark op afbeelding 3 is verkort weergegeven.
− (perspectief) De ark is diagonaal / schuin / driekwart in beeld geplaatst zodat er meer van de boot te zien is.
− (plasticiteit door licht en donker) Op afbeelding 3 is de plasticiteit van de boeg en/of de kleding van de mensen en/of de bomen en/of de romp van de boot meer uitgewerkt door gebruik van licht en donker / schaduw.
− (indeling in plans) Op afbeelding 3 is een indeling in voorgrond (oever met planten) en achtergrond (de zee, de lucht) te zien (op afbeelding 1 is nauwelijks diepte / is de gouden achtergrond decoratief).

Slide 27 - Tekstslide

Bij ruimte horen de volgende begrippen:
- plasticiteit
- overlapping
- verkleining
- lijnperspectief
- vervaging
- atmosferisch perspectief
- plans
- coulissen
- stapeling
- omklapping
- repoussoir
- doorkijk
- standpunten: close up, blow up, kikvorsperspectief, vogelvluchtperspectief

Slide 28 - Tekstslide

'Benoem' vragen
Bij vragen waarbij je bijv. kenmerken moet benoemen volstaat het noemen van de kenmerken. Je hoeft daar geen verdere uitleg bij te geven. (Dat mag wel, maar dat kost je meer tijd en levert niet meer punten op.)
Echter, als bij een ‘benoem’vraag ook nog om een beschrijving, voorbeeld gevraagd wordt dan natuurlijk wel meer opschrijven.

Slide 29 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 4 en 5.
Benoem 3 kenmerken van de renaissance-architectuur die zichtbaar zijn op de afbeeldingen.

- centraalbouw
- symmetrie
- gebruik van klassieke elementen (timpaan, kroonlijst, zuil)
- gebruik geometrische vormen (cirkel, vierkant, driehoek)
- ver uitstekende daklijst
- sobere versiering
- nadruk op horizontale belijning
- koepel
- lantaarn

Slide 30 - Tekstslide

Vragen over de vormgeving
Bij vragen over de vormgeving moet je aspecten noemen die met compositie, ruimte, kleur, licht, structuur, vorm, techniek en/of materiaal te maken hebben.
Zo’n vraag kan op twee manieren gesteld worden:
1. Als ‘benoem’vraag.
2. Als ‘twee-in-één-vraag: ‘benoem’vraag en ‘wijs-aan’/’geef-voorbeeld-van’vraag

Slide 31 - Tekstslide

Dit beeldhouwwerk is romaans. Benoem 3 vormgevingsaspecten die romaans zijn.

Slide 32 - Open vraag

- lege/geen achtergrond (= ruimteaspect)
- omklapping (= ruimteaspect)
- niet kloppende lichaamsverhoudingen (= vormaspect)
- geen individuele gezichten/ gelijkvormige gezichten (= vormaspect)
- laag reliëf (= ruimteaspect + techniek)
- gestileerde/lineaire plooien (vorm- + ruimteaspect)
- stapeling (= ruimteaspect)

Slide 33 - Tekstslide

Benoem 3 aspecten van de vormgeving die romaans zijn en geef een voorbeeld zichtbaar/wijs aan in de afbeelding.

Slide 34 - Open vraag

- lege achtergrond, zichtbaar achter de liggende figuur van Maria en Jozef
- omklapping, zichtbaar bij Jezus vanuit bovenaanzicht, terwijl de kribbe boven- en zijaanzicht heeft. Ook bij de liggende Maria is dit zichtbaar.
- niet kloppende lichaamsverhoudingen: de hoofden van Maria en Jozef zijn te groot ten opzichte van de rest van hun lichaam.
- gelijkvormige gezichten: zowel ogen, neus, mond van Maria als van jezus als van Jozef zijn hetzelfde.
- laag reliëf: de arm van Maria ligt niet veel hoger dan haar lichaam, oogt tamelijk plat
- gestileerde plooien: zie kleed onder Maria
- stapeling: Maria en Jozef staan op één grondlijn, Jezus is verder weg, maar wordt boven Maria afgebeeld.

Slide 35 - Tekstslide

Vragen over de voorstelling
Bij vragen over de voorstelling benoem je dingen die concreet zijn, zichtbaar zijn, de ‘huisje-boompje-beest’ vragen. Het geeft antwoord op de vraag ‘WAT’ of ‘WIE’ zie je in het kunstwerk.
Details zijn hierbij vaak ook belangrijk.

Slide 36 - Tekstslide

Welk bijbelverhaal wordt hier afgebeeld?
Benoem 3 aspecten van de voorstelling die je antwoord ondersteunen.

Slide 37 - Open vraag

Het bijbelverhaal dat getoond wordt is de geboorte van Christus.
Dit is te zien aan:
- De kribbe met daarin een baby die Jezus is
- De os en de ezel die achter de kribbe zichtbaar zijn
- Maria ligt op een bed en lijkt te rusten na de bevalling
- Rechts zit haar man Jozef

Slide 38 - Tekstslide

Vragen over de inhoud
Vragen over de inhoud gaan over het onderliggende thema, een abstract begrip.


Slide 39 - Tekstslide

Het kunstwerk is gemaakt in de romaanse periode, maar het verhaal dat afgebeeld wordt
past eerder bij de gotiek dan bij de romaanse periode.
Beargumenteer waarom dit een gebruikelijker thema bij de gotiek was.

Slide 40 - Open vraag

In de romaanse periode werden vooral de thema’s als de Zondeval en Het Laatste Oordeel gebruikt, omdat in de romaanse periode vooral het leven na de dood belangrijk was. God fungeerde als rechter die oordeelde over goed en kwaad en bij je dood werd je afgerekend op hoe je geleefd had. Zo goed mogelijk leven, zo min mogelijk zonden hebben was het belangrijkste doel.
In de gotische periode verschoof het godsbeeld meer naar de schoonheid van de door God geschapen aarde en het leven van Jezus waarbij thema’s als de Annunciatie, de geboorte van Christus, de kruisiging, e.d. belangrijke thema’s waren.
Hier wordt de geboorte van Christus afgebeeld en daarom past dit thema beter bij de gotiek.

Slide 41 - Tekstslide

https://waerdenborch-my.sharepoint.com/:w:/g/personal/hor_waerdenborch_nl/EX_PmUaIHjxLutimGy005WMBZhQyLJV5bd6nAAbjNxEQ-Q?e=689vkY

Slide 42 - Tekstslide