Herhalen 1.6 patronen verstedelijking + maken examentrainer

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom bij AK

Boeken, schrift en een pen op tafel!

Telefoon niet zichtbaar tot de docent aangeeft dat dit wel mag!

Planning

• Herhalen 1.6 dmv quizvragen (deze les)
• Nakijken maakwerk 
• Maken examentrainer (zelfstandig/met docent)

Leerdoelen

• Je weet welke indicatoren (maatstaven) je kunt gebruiken om landen met elkaar te vergelijken.
• Je weet hoe je een land dat behoort tot het centrum, tot de semiperiferie en tot de periferie aan verschillende kenmerken kunt herkennen.
• Je kunt de algemene regels uit dit hoofdstuk toepassen in een nieuwe situatie.
• Je kunt landen die verschillen in ontwikkelingsgraad op een aantal terreinen met elkaar vergelijken.

Wat is verstedelijkingstempo?

1. Snelheid waarmee er meer steden in een land komen.
2. De groei van de steden in oppervlakte.
3. Percentage waarmee de verstedelijkingsgraad jaarlijks toeneemt.
4. De groei van het aantal steden in een land.

Aan de verstedelijkingsgraad kun je zien welk percentage van de bevolking in steden woont.

1. goed
2. fout

Welke samenhang bestaat tussen de mate van ontwikkeling en het verstedelijkingstempo? Gebruik een 'hoe hoe' zin.

Er zijn duidelijke verschillen in verstedelijkskingsgraad tussen de (semi-)periferie en centrumlanden. Leg uit wat dit verschil is.

Waardoor is het verstedelijkingstempo hoog in niet-westerse steden?

1. Er wonen veel mensen in de stad
2. Mensen zijn te arm om buiten de stad te wonen
3. omdat er een hoge verstedelijkingsgraad is
4. Er wonen nog niet zo veel mensen in de stad

Bekijk de tabel. Welk land ziet haar verstedelijkingsgraad het snelst toenemen?

Bekijk tabel 1 over de verstedelijkingsgraad in rijke en ontwikkelingslanden. De cijfers bij X, Y en Z zijn niet ingevuld. Bepaal welke rij van tabel 2: A, B, C of D de juiste cijfers toont voor X, Y en Z. Schrijf de letter van de juiste rij op je antwoordblad. Tip! Kijk goed naar beide tabellen. Dus je kiest voor antwoord A als X 81% is en Y 82% en Z 45%. Klopt dit niet, dan kies je voor B,C of D.

Geef 3 oorzaken voor het feit dat steden in arme landen zo snel groeien.

Hoeveel inwoners moet een megastad minimaal hebben?

1. 1 miljoen
2. 5 miljoen
3. 8 miljoen
4. 10 miljoen

Wereldsteden en megasteden zijn beide groot, maar wereldsteden hebben ook nog andere kenmerken.
Geef een kenmerk die wereldsteden wel hebben, maar megasteden niet.

Geef een verklaring voor het verschil in groei van megasteden in (semi)periferie en centrum.

Nakijken

Kijk het gemaakte werk na (par 1.4 t/m 1.6).

Vragen over antwoorden?

Stel ze!

Klaar? Start vast met examentrainer

Examentrainer

De examentrainer na par. 1.6 moet gemaakt worden.

Keuze:

Met docent of zelfstandig.

Zelfstandig: je mag samenwerken met je buur, maar op fluistertoon. Aan het eind van de les check wat je gedaan hebt.