écrire, vouloir/pouvoir
1 / 14
Lesduur is: 25 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
welke vormen ken je van pouvoir en vouloir?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Tu ...
A
veulent
B
voulons
C
veut
D
veux
Slide 5 - Quizvraag
Vous ...
A
voulons
B
voulez
C
veulent
D
veut
Slide 6 - Quizvraag
Mon frère ...
A
veut
B
veux
C
voulez
D
veulent
Slide 7 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in van het werkwoord vouloir.
Tu __________ venir quand?
Tu __________ venir quand?
Slide 8 - Open vraag
Vul de juiste vorm in van het werkwoord vouloir.
À quelle heure, vous __________ venir quand?
À quelle heure, vous __________ venir quand?
Slide 9 - Open vraag
Vul de juiste vorm in van het werkwoord pouvoir.
On __________ venir en train?
On __________ venir en train?
Slide 10 - Open vraag
Vul de juiste vorm in van het werkwoord pouvoir.
Elles __________ venir le matin.
Elles __________ venir le matin.
Slide 11 - Open vraag
Vul de juiste vorm in van het werkwoord pouvoir.
Nous __________ venir samedi.
Nous __________ venir samedi.
Slide 12 - Open vraag
34b. Schrijf een Whatsapp uitnodiging.
- Gebruik pouvoir OF vouloir.
(shoppen, verjaardag, voetballen, gamen) p. 127
- Gebruik pouvoir OF vouloir.
(shoppen, verjaardag, voetballen, gamen) p. 127
timer
3:00
Slide 13 - Open vraag
34c. Lees de uitnodiging van je buurman/vrouw.
Bedenk een reactie.
Bedenk een reactie.
timer
3:00
