(1hv) H2 de inuit op Groenland paragraaf 3 deel 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Planning:

• Introductie
• Uitleg paragraaf 3: B38, B39, B101, B102 blz. 28/29
  
• maken opdracht 5 t/m 8
  
• Nabespreken paragraaf 3
• afsluiting
  

Aan het einde van de les kan/weet je:

• wat de verschillende luchtstreken zijn
• wat de kenmerken van een loofbos en naaldbos is
  

02:14

welk begrip past bij grond die maar voor een klein deel ontdooit

04:15

boodschappen doen in Barrow is goedkoper dan in Nederland

1. waar
2. niet waar

05:53

waarom wonen mensen al zo lang in dit gebied

uitleg/aantekeningen

Een reis van zuid naar noord...

luchtstreken

• gebieden die aangeven hoe warm of koud het daar kan worden
• dit kan door middel van breedtecirkels of gebieden van gelijke temperatuur met elkaar verbinden door een lijn

tropen/tropische zone

• hele jaar door warm
• tussen de 23.5 N.B. en de 23.5 Z.B. 

astro.unl.edu

keerkringen

• 21 Juni langste dag op noordelijk halfrond
  
• de zon staat dan loodrecht op de Kreeftskeerkring (23,5 Graden N.B.)
• december langste dag op zuidelijk halfrond zon staat dan loodrecht op de steenbokskeerkring (23,5 Graden Z.B.)

gematigde zone

• tussen de 23.5 en 66.5 N.B. en Z.B.
• niet te warm of te koud. in winter vriest het weinig en niet lang/vaak 30 graden

subtropen

• niet zo warm en vochtig als de tropen
• warmer dan de gematigde zone
• minder regen dan beide zones
• tussen 23.5 en 40° noorderbreedte en 23.5 - 40° zuiderbreedte
  

poolstreken/polaire zone

• vanaf 66.5 N.B. of Z.B.
• bijna altijd onder de 0 graden
• in de zomer bijna 24 uur licht
• in de winter bijna 24 uur donker

loofbos

• komt voor in de gematigde , tropische en subtropsiche zone
• heeft een warme periode van 10+ graden nodig

naaldbos

• groeien in het taiga klimaat
• kunnen tegen -3 graden maar hebben ook een warme (10+) zomer nodig
• toendra is een mix van naald en loofbos

zelfstandig werken in stilte

lezen paragraaf 3 B38, B39, B101, B102
maken opdracht 5 t/m 8 paragraaf 3 H2
gebruik hierbij:

• leerboek blz. 28/29
• werkboek blz. 31/32

stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

zelfstandig werken met fluisteren

lezen paragraaf 3 B38, B39, B101, B102
maken opdracht 5 t/m 8 paragraaf 3 H2
gebruik hierbij:

• leerboek blz. 28/29
• werkboek blz. 31/32

stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

zelfstandig werken met praten

lezen paragraaf 3 B38, B39, B101, B102
maken opdracht 5 t/m 8 paragraaf 3 H2
gebruik hierbij:

• leerboek blz. 28/29
• werkboek blz. 31/32

stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

bekijk het 360 graden filmpje!Q

https:

herhalen/nabespreken

polaire zone

gematigde zone

subtropen

tropische zone

Waaraan is de toendra het best te herkennen?

1. Sneeuw
2. IJs
3. Geen bomen
4. Kou

Sleep het juiste begrip naar de juiste afbeelding.

Pakijs

Drijfijs

Landschapszones liggen globaal...

1. van oost naar west
2. van noord naar zuid
3. willekeurig
4. van hoog naar laag

Op welke breedtegraad ligt de polaire zone ?

1. 0 breedtegraad
2. 35-40 breedtegraad
3. 66+ breedtegraad
4. 50 breedtegraad