NN7 - Spelling §3 - Met of zonder n?

Met of zonder n?
NN7 - Spelling §3 - 3H
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Met of zonder n?
NN7 - Spelling §3 - 3H

Slide 1 - Tekstslide

Wat je gaat leren

  • Je leert de meervouds-n bij zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden goed gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk deze zin:
Alle klasgenoten hadden nieuwe kleren gekocht.
Sommigen kochten een spijkerbroek. Enkele daarvan waren donkerblauw, maar de meesten vonden de lichtblauwe het mooist.

Slide 3 - Tekstslide


Alle klasgenoten hadden nieuwe kleren gekocht.
Sommigen kochten een spijkerbroek. Enkele daarvan waren donkerblauw, maar de meesten vonden de lichtblauwe het mooist.
Alle of allen? Sommige of sommigen
Enkele of enkelen? Meeste of meesten? Lichtblauwe of lichtblauwen?

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer schrijf je wel een
en wanneer niet?
n

Slide 5 - Tekstslide

De woorden waarbij je twijfelt over wel of geen -n:

Slide 6 - Tekstslide

De woorden waarbij je twijfelt over wel of geen -n:

  • zijn altijd telwoorden

Slide 7 - Tekstslide

De woorden waarbij je twijfelt over wel of geen -n:

  • zijn altijd telwoorden
  • of bijvoeglijke naamwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Wel of geen -n hangt af van twee dingen:

Slide 9 - Tekstslide

Wel of geen -n hangt af van twee dingen:

  • wordt het woord zelfstandig gebruikt of bijvoeglijk?

Slide 10 - Tekstslide

Wel of geen -n hangt af van twee dingen:

  • wordt het woord zelfstandig gebruikt of bijvoeglijk?
  • verwijst het woord naar personen, of niet?

Slide 11 - Tekstslide

Telwoorden als enkele(n), vele(n), weinige(n), sommige(n) worden met een n geschreven als ze aan twee voorwaarden voldoen:

Slide 12 - Tekstslide

Telwoorden als enkele(n), vele(n), weinige(n), sommige(n) worden met een n geschreven als ze aan twee voorwaarden voldoen:

  1. Het woord moet betrekking hebben op personen.

Slide 13 - Tekstslide

Telwoorden als enkele(n), vele(n), weinige(n), sommige(n) worden met een n geschreven als ze aan twee voorwaarden voldoen:

  1. Het woord moet betrekking hebben op personen.
  2. Het moet zelfstandig gebruikt worden.

Slide 14 - Tekstslide

Telwoorden als enkele(n), vele(n), weinige(n), sommige(n) worden met een n geschreven als ze aan twee voorwaarden voldoen:

  1. Het woord moet betrekking hebben op personen.
  2. Het moet zelfstandig gebruikt worden.

Allen deden goed mee op de sportdag en sommigen hadden daarna spierpijn.

Slide 15 - Tekstslide

Bekijk deze zin:

Enkele van die slangen zijn levensgevaarlijk.

Slide 16 - Tekstslide

Bekijk deze zin:

Enkele van die slangen zijn levensgevaarlijk.

Het gaat hier niet over personen:
dus géén n.

Slide 17 - Tekstslide

Bekijk deze zin:

Beide banketbakkers bakken lekkere taarten.

Slide 18 - Tekstslide

Bekijk deze zin:

Beide banketbakkers bakken lekkere taarten.

'Beide' is hier niet zelfstandig
gebruikt, dus géén n.

Slide 19 - Tekstslide

Voor bijvoeglijke naamwoorden gelden deze voorwaarden ook:

  1.  Het woord moet betrekking hebben op personen.
  2.  Het moet zelfstandig gebruikt worden.

Alleen bij personen geldt:
meervoud --> eindigt op -n
enkelvoud --> eindigt op -e


Slide 20 - Tekstslide

Kijk maar:

De kleintjes worden altijd veel vroeger wakker dan de groten.

personen in meervoud, dus -n

Slide 21 - Tekstslide

Dan is er nog een derde groep telwoorden, die altijd met een -n geschreven wordt:


Slide 22 - Tekstslide

Dan is er nog een derde groep telwoorden, die altijd met een -n geschreven wordt:

Dit zijn woorden als tientallen, honderden, duizenden en miljoenen.

Slide 23 - Tekstslide

Dan is er nog een derde groep telwoorden, die altijd met een -n geschreven wordt:

Dit zijn woorden als tientallen, honderden, duizenden en miljoenen.

In de tuin leken wel duizenden narcissen te staan.

Slide 24 - Tekstslide

Sebas kon niet kiezen tussen Maartje en Marije en vroeg daarom ........ mee naar het schoolfeest.
A
beide
B
beiden

Slide 25 - Quizvraag

Je kunt ....... euro’s verdienen door elke ochtend een dagblad te bezorgen.
A
tientalle
B
tientallen

Slide 26 - Quizvraag

De ..... die kwamen, werden direct geholpen aan de bar.
A
eerste
B
eersten

Slide 27 - Quizvraag

....... dieren ontwaken even tijdens hun winterslaap, bijvoorbeeld om te verhuizen naar een koelere plek.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 28 - Quizvraag

....... zouden wel willen parachutespringen, -
A
Vele
B
Velen

Slide 29 - Quizvraag

- maar slechts ........ brengen dit in praktijk.
A
weinige
B
weinigen

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
De verlovingsring van Robert was een....
A
dure
B
duren

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
De winnaar van Holland’s Got Talent was echt de...
A
beste
B
besten

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Aan de muziekavond deden veel ...... mee.
A
getalenteerde
B
getalenteerden

Slide 33 - Quizvraag

De voetballers hadden onderling een meningsverschil en ze wilden ..... hun gelijk halen.
A
beide
B
beiden

Slide 34 - Quizvraag

Ga nu naar de planning in de digitale methode en maak de opdrachten die ik voor je heb klaargezet.

Slide 35 - Tekstslide