Cursus 7 §6 Spellingalarm

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

  • Startopdracht + herhaling vorige les 
  • Leerdoelen
  • Uitleg 
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht
- In stilte -
Noteer van de onderstaande zinnen de juiste verkleinwoorden van de emoji's. 
timer
4:00

Slide 3 - Tekstslide


  • Je kunt woorden die hetzelfde klinken juist spellen.
Lesdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden. 
Aantekeningen
bij spelling

Slide 5 - Tekstslide

Dit zijn de klanken waarbij je extra moet opletten:
- c, cc, ck, k, kk, en x: speculaas; accent; picknick; elektriciteit; excentriek;
 
- ei of ij: eis; ijs
- g, gg of ch: spugen; goochelen; googelen; chagrijnig; bagger
- i, ie of y: bikini; juni; actie; intercity; baby
- ou of au: kauwen; koudbloedig

Slide 6 - Tekstslide

verkleinwoorden
Hoe dan?

Meestal zijn er geen regels om te onthouden welke letters je moet gebruiken. 

Je kunt ze het best uit je hoofd leren. Veel lezen helpt.

Gebruik bij twijfel een woordenboek of woordenlijst.

Slide 7 - Tekstslide

  • Wat: Cursus 7 Spelling paragraaf 6 online. Maak opdracht 1 t/m 8 
  • Hoe: individueel
  • Hulp: tekstboek en mevrouw de Vries
  • Tijd: timer
  • Klaar: lees verder in je leesboek.
timer
12:00

Slide 8 - Tekstslide

'Afgeprijsde': is dit goed of fout?
A
Het is goed.
B
Het is fout, het moet 'afgeprijste' zijn.
C
Het is fout, het moet 'afgepreisde' zijn.
D
Het is fout, het moet 'afgepreiste' zijn.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste
schrijfwijze?
A
beivoorbeeld
B
bei voorbeeld
C
bijvoorbeeld
D
bij voorbeeld

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
elastieke haarbanden
B
elastieken haarbanden
C
elastiekke haarbanden
D
elastiekken haarbanden

Slide 11 - Quizvraag

Neem het woord over en vul op de puntjes in: c, cc, ck, k of kk.
  • .ikker
  • .amera
  •  tru..
  • li..en

Slide 12 - Tekstslide

Neem het woord over en vul op de puntjes in: c of s
  • medi.ijnen
  •  .orry
  • .ent

Slide 13 - Tekstslide

Neem het woord over en vul op de puntjes in: isch of ies
  • fantast....
  • serv....
  •  elektr...

Slide 14 - Tekstslide