P3 les 4: Aandoeningen van het zenuwstelsel

Het zenuwstelsel en een aantal zenuwziektes
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het zenuwstelsel en een aantal zenuwziektes

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het zenuwstelsel

Bestaat uit:
  • Het centrale zenuwstelsel
  • De zenuwbanen

Functies:
  • Impulsen verwerken van zintuigen
  • Regelt de werking van spieren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centrale zenuwstelsel:
  • Grote hersenen
  • Kleine hersenen
  • De hersenstam
  • Het ruggenmerg

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwbanen
Zenuwbanen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel verwerkt de impulsen 
die afkomstig zijn van de zintuigen.

Impulsen zijn elektrische signalen die door
de zenuwbanen worden voortgeleid.

Hersenen verwerken de impulsen en 
reageren door nieuwe impulsen af te 
geven.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkels
  • Invloeden uit het milieu op een organisme.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Willekeurig of onwillekeurig
Willekeurig zenuwstelsel; jij neemt het besluit een actie uit te voeren. Zoals iets oppakken of iets eten.

Onwillekeurig zenuwstelsel; dit gaat buiten je wil om. Zoals het verteren in je darmkanaal of je bloedvatstelsel. Je hoeft je lichaam hier geen opdracht voor te geven

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Multiple Sclerose

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Multiple Sclerose

Wat is multiple sclerose?
Waar denk je aan?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen MS
HEEL VERSCHILLEND DUS!
-erg moe zijn
-moeite met praten
-je evenwicht kwijt zijn
-niet goed kunnen zien
-zwakke of stijve spieren
-problemen bij het plassen en poepen
-problemen met het voelen van kou en warmte
-problemen met concentratie, geheugen en aandacht

Slide 12 - Tekstslide

MS verloopt bij elke patiënt anders. Dat maakt het moeilijk om de aandoening te herkennen. De verschillende functies van het lichaam worden aangestuurd door de hersenen. Ontstekingen in de hersenen zorgen ervoor dat die functies niet goed werken. Maar welke functies dat zijn, kan per persoon verschillen. Het kan zorgen voor allerlei klachten:
  • erg moe zijn
  • moeite met praten
  • je evenwicht kwijt zijn
  • niet goed kunnen zien
  • zwakke of stijve spieren
  • problemen bij het plassen en poepen
  • problemen met het voelen van kou en warmte
  • problemen met concentratie, geheugen en aandacht
Bij MS heb je last van minstens 1 functie die door de ontstekingen niet goed meer werkt. Soms is dat tijdelijk, soms duurt dat langer. Hoe vaak en hoeveel je last hebt van je klachten, hangt af van welke soort MS je hebt.

De ziekte zelf is niet dodelijk, maar soms de complicaties wel
Wel op termijn tot zeer ernstige handicaps 

Slide 13 - Tekstslide

- de zenuwen in het lichaam worden beschermd door een laag die myeline heet
- dat is een beschermende en impuls begeleidende laag
- bevindt zich rondom zenuwuitlopers
- bij MS vallen immuuncellen dit laagje aan
- als de myeline is beschadigd of verdwijnt wordt de impulsbegeleiding in de zenuw verstoord. 
Oorzaken MS
Myeline
Erfelijkheid
Verder onbekend

Slide 14 - Tekstslide

Oorzaken van MS
De klachten van MS komen doordat het beschermlaagje om je zenuwuitlopers beschadigt. Dat gebeurt omdat je afweersysteem te hard werkt en dit beschermlaagje eigenlijk aanvalt. Uiteindelijk gaat ook de zenuw zelf kapot.
Signalen vanuit je hersenen komen dan niet goed aan op plek waar ze naartoe moeten. Dat kan bijvoorbeeld een spier zijn. Met de spier zelf is niets mis. Maar omdat die geen signalen krijgt, werkt de spier niet goed of helemaal niet.
Maar hoe komt dat nu precies? Onderzoekers hebben nog geen duidelijk antwoord op die vraag. Wel weten ze dat erfelijkheid, de omgeving en gedrag een rol spelen.

Erfelijkheid
MS is niet erfelijk, je krijgt de ziekte dus niet van je vader of moeder. Maar MS komt in sommige families wel vaker voor dan in andere. De aanleg voor MS kun je dus wel erven. Dat heeft te maken met je genen. Als je MS hebt, heb je meer van een bepaald gen in je lichaam. Of je ook MS krijgt, hangt af van andere genen in je lichaam.

Omgeving en gedrag
Als je aanleg hebt voor MS, kunnen oorzaken in de omgeving ervoor zorgen dat je ook echt ziek wordt. Het komt bijvoorbeeld vaker voor in koude dan in warme landen. Onderzoekers denken daarom dat zonlicht en vitamine D een rol spelen.
Ook roken en overgewicht kunnen ervoor zorgen dat je uiteindelijk MS krijgt. Dat geldt ook voor sommige virussen. Het gebeurt dat iemand een virus oploopt. Dat zorgt in het lichaam voor een heftige reactie, waarna ook de MS begint. Ook oorzaken als vermoeidheid, warmte of een infectie kunnen voor die eerste uitlokking zorgen.
Behandeling
- Genezing niet mogelijk
- Goede en slechter perioden wisselen elkaar af
- Behandeling richt zich op het in de hand houden van verschijnselen, zoals fysiotherapeut en ergotherapeut 
- Oververmoeidheid veroorzaakt achteruitgang.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 30
Vragen over MS
Maken, gezamenlijk nabespreken

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ALS
Amyotrofe Laterale Sclerose

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ALS
Zenuwcellen in hersenen en ruggenmerg
sterven af
Hierdoor geen verbinding tussen hersenen en spieren
Steeds meer functies vallen uit
Tussen 40-60 jaar. Met 3 tot 5 jaa r levensverwachting.
Oorzaak onbekend

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ALS

Tussen 40-60 jaar. 
Met 3 tot 5 jaar levensverwachting.
Er is geen behandeling mogelijk
Oorzaak onbekend

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epilepsie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epilepsie

Waar denk je aan bij epilepsie?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epilepsie
  • Ernstige verstoring in     prikkeloverdracht. 
  • Kortsluiting 
  • Oorzaak is vaak onduidelijk. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Mogelijke oorzaken
  • 70 % onbekend
  • Erfelijk 

  • Hersenbeschadiging 
  • 'Triggers' 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sommige mensen krijgen eenmalig een aanval in hun leven door een uitlokker.

Slide 25 - Tekstslide

Alcohol 
Drugs
Slaap tekort
Spanning/emotie/stress
Temperatuurwisseling
Niet innemen van medicatie 
Hoe te handelen
  • Blijf kalm, roep hulp
  • Neem de tijd op 
  • Bescherm het hoofd
  • Verwijder harde of gevaarlijke voorwerpen
  • Maak strakke kleding los, neem de bril af
  • Na aanval in stabiele zijligging
  • Langer dan 5 min indien bekend medicatie
  • Onbekend bel 112

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoe te handelen?
Medicatie op voorschrift arts;
Soms rectaal (zetpil)
Soms druppels in de mond
Soms neusspray.


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling
Afwachten
Medicatie
Ketogeen dieet (koolhydraatarm)
Operatie

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekte van parkinson
Gezamenlijke opdracht:

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beantwoord in groepjes de volgende vragen, en presenteer aan elkaar:
Groepje 1: Wat is parkinson? Wat gebeurt er precies in je lijf als je Parkinson hebt?
Groepje 2: Wat zijn de verschijnselen (begin en eindfase)
Groepje 3: Hoe vaak komt het voor en bij wie vooral, welke leeftijd, welke landen etcetera
Groepje 4: Kun je de ziekte genezen of behandelen? En zo ja, hoe?
Groepje 5: Hoe zorg je als helpende voor iemand met de ziekte van Parkinson, waar let je op?


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Opdracht 31; Aandoeningen van het zenuwstelsel
Lezen in het boek over zenuwstelsel en aandoeningen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies