Test prep h3 lesson 2

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

3. & 4. Eerste zinnen

Slide 5 - Tekstslide

1. De titel vertalen
3. & 4. Eerste zinnen

Slide 6 - Tekstslide

3. & 4. Eerste zinnen

Slide 7 - Tekstslide

Weet je na stap 3 en 4 al meer over wat de twee vrouwen in de afbeelding met elkaar te maken hebben?
A
Ja, dat ben je al tegen gekomen
B
Nee, dat komt waarschijnlijk als ik zo de hele tekst ga lezen.

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Which word is the odd one out?
A
jet
B
aviation
C
aircraft
D
fuel

Slide 10 - Quizvraag

Which word is the odd one out?
A
instruct
B
challenge
C
achieve
D
coping

Slide 11 - Quizvraag

Which word is the odd one out?
A
fuel
B
globe
C
licence
D
squadron

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Dit zijn mijn 5 moeilijke woorden + vertaling:

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

What is
A She

What issaid about Carol Vorderman in paragraph 1? She...

A
is going to copy what a famous pilot tried before.
B
switched careers and now works for an airline.
C
thinks it is more difficult to be a pilot than a TV host.
D
used to be scared of flying on her own.

Slide 18 - Quizvraag

Kies bij 5 in alinea 2 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
cancel
B
leave
C
succeed
D
try

Slide 19 - Quizvraag

What becomes clear from paragraph 3? Carol’s first solo flight...
A
was a very pleasant experience.
B
was less scary than hosting her programme.
C
was recorded to be used for training purposes.
D
was unimaginable to many viewers.

Slide 20 - Quizvraag

What does Carol say about flying in paragraph 4?
A
Flying for long periods of time can be quite dangerous
B
It is far easier to fly over land than over sea
C
She feels the actual flying is tiring and nerve-wracking
D
When flying you have to deal with lots of information at once

Slide 21 - Quizvraag

True or False according to paragraph 5? Carols partner was de docent die haar vliegles heeft gegeven.
A
true
B
false

Slide 22 - Quizvraag

True or False according to paragraph 5? Carol en haar partner hebben een eigen vliegtuig gekocht.
A
true
B
false

Slide 23 - Quizvraag

True or False according to paragraph 5? Carol probeert steeds een stukje hoger te vliegen.
A
true
B
false

Slide 24 - Quizvraag

True or False according to paragraph 5? Carol is in de lucht even helemaal los van het gewone leven.
A
true
B
false

Slide 25 - Quizvraag

What does Carol say in the last paragraph?
A
Flying her plane is cheaper than driving a car.
B
If there’s a traffic jam, she uses her plane.
C
She flies her plane back and forth to work regularly.

Slide 26 - Quizvraag

EVALUATIE: Deze tekst was eind niveau 2. Kon je dat merken?
A
Ja, ik vond het een moeilijke tekst
B
Ja, maar die moeilijke woorden erbij houden helpt wel.
C
Een beetje, maar het ging wel goed.
D
Nee, niet gemerkt. Vond het best makkelijk.

Slide 27 - Quizvraag