inval les 1k1 29-11

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Basisstof 3.1

Leerdoelen:

- Ik kan in een afbeelding van een torso de onderdelen  

  aangeven.

- Ik kan de volgende begrippen uitleggen:

   Cel, weefsel, orgaan, organenstelsel, donor, orgaandonatie.

Deze les:

- Filmpje organisme tot cel + 2 filmpjes over orgaandonatie

- oefenvragen

- Leren Torso 

van groot naar klein.

cellen

organen

organenstelsel

weefsel

organisme

Wat wordt er bedoeld met een weefsel?

1. Een groep cellen.
2. Een groep organen samen.
3. Een groep cellen met dezelfde vorm en functie.
4. Een groep cellen met verschillende vormen en functies.

Organisme

cel

Organenstelsel

orgaan

Alle organen zijn opgebouwd uit cellen.

1. goed
2. fout

Hoe noem je een groep organen die samen werken?

1. Orgaan
2. Cellen stelsel
3. Organisme
4. Organen stelsel

In een organisme komen onder andere cellen, organen, organenstelsels en weefsels voor. Wat is de juiste volgorde van deze delen, van groot naar klein?

1. Orgaan – organenstelsel – cel – weefsel.
2. Organenstelsel – weefsel – orgaan – cel.
3. Organenstelsel – orgaan – weefsel – cel.
4. Weefsel – organenstelsel – orgaan – cel.

Femke wil graag donor worden, maar zij weet niet of zij oud genoeg is.

Welke leeftijd moet je hebben om donor te kunnen worden?

1. 8 jaar
2. 12 jaar
3. 16 jaar
4. 18 jaar

www.donorregister.nl

Hoe heet het, als een orgaan dat niet werkt wordt vervangen door een orgaan dat wel goed werkt?:

1. Orgaanregistratie
2. Orgaantransplantatie
3. Orgaandonatie
4. Orgaanfrustratie

Een donor is iemand die

1. Bloed geeft
2. Een orgaan afstaat
3. Een verklaring geeft dat hij / zij na de dood organen afstaat
4. Alle antwoorden zijn goed

Wat is waar?

1. Orgaanstelsels bestaan uit organen
2. Cellen zijn groot
3. Cellen zijn organen
4. De longen zijn cellen

Een deel van je lichaam met een eigen taak noem je een:

1. Orgaan
2. Cellen stelsel
3. Organisme
4. Organen stelsel

Alle cellen bestaan uit organen

1. juist
2. onjuist

Een weefsel is

1. groep cellen die even groot zijn
2. groep cellen met dezelfde functie
3. groep cellen met dezelfde vorm en functie
4. groep cellen met dezelfde vorm

Een weefsel uit de hersenen ziet er net zo uit als een weefsel uit de darmen.

1. Waar
2. Niet waar

1

luchtpijp

2

long(en)

3

hart

5

maag

6

dikke darm

7

dunne darm

4

lever

8

slokdarm

9

middenrif

10

nier(en)

11

onderste holle ader