Uitleggen waarom afspraken over vrijhandel lastig zijn
Uitleggen wat voor soorten hulp er zijn
LEERDOELEN
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet jij nog van de vorige les?
Wat zijn oorzaken van onderontwikkeling? Wat is een vicieuze cirkel en hoe kan je die doorbreken? Wat doet de wereldbank?
Slide 3 - Woordweb
In de tabel hierboven zie je de verdeling van het nationaal inkomen over de sectoren in procenten aangegeven. Dit zijn de gegevens van land A.
Waaraan kan je zien dat land A geen ontwikkelingsland meer is?
Slide 4 - Open vraag
Wat is een microkrediet?
Slide 5 - Open vraag
Microkrediet
Een microkrediet is een kleine lening die verstrekt wordt aan kleine ondernemers in ontwikkelingslanden die niet kunnen lenen bij traditionele banken.
kunnen helpen om de economische ontwikkeling van die landen te verbeteren.
worden verstrekt door hulporganisaties. Maar ook de overheid en banken werken eraan mee.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Voorstanders van Microkrediet vinden het goed dat er rente betaald moet worden voor het microkrediet. Welk argument kan daarvoor gebruikt worden?
Door de rentebetaling krijg je minder verstrekkers van microkredieten
Door de rentebetaling leren de ontvangers economisch handelen.
Door de rentebetaling maken de ontvangers van microkredieten eerder winst.
Slide 8 - Sleepvraag
Microkredieten worden vaak verstrekt aan een groep ondernemers die dan samen verantwoordelijk zijn voor het terugbetalen ervan. De kans dat wordt terugbetaald is groter bij een lening aan een groep ondernemers dan bij een lening aan één ondernemer. Leg dat uit.
Slide 9 - Open vraag
Wereldbank & IMF
Organisaties zoals de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) geven gewone leningen aan ontwikkelingslanden.
Dat gebeurt vaak tegen gunstige voorwaarden, zoals een lage rente of een langere periode van terugbetalen. Ook wordt soms de lening (of een deel ervan) kwijtgescholden.
Slide 10 - Tekstslide
WTO
De Wereld Handelsorganisatie WTO (= World Trade Organization) wil de vrijhandel in de wereld bevorderen.
Zonder protectiemaatregelen kunnen ontwikkelingslanden zonder belemmeringen exporteren. Hun exportinkomsten zullen toenemen, zodat hun welvaart kan stijgen.
Het WTO zorgt ervoor dat:
Landen te laten onderhandelen over het verlagen van invoertarieven
Het afschaffen van regels die de hoeveelheid handel beperken
Het laten gelden van gelijke regels voor alle landen.
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de belangrijkste taak van de Wereldhandelsorganisatie?
A
Handel stimuleren
B
Regels maken
C
Onderhandelen over invoerrechten
D
Klachten behandelen
Slide 12 - Quizvraag
Wisselende inkomsten
Veel ontwikkelingslanden zijn voor hun inkomsten afhankelijk van de export van landbouwproducten en grondstoffen.
Bij de handel in deze producten kunnen de prijzen op de wereldmarkt sterk schommelen. Daardoor hebben ontwikkelingslanden wisselende exportinkomsten en de importerende landen wisselende kosten.
Slide 13 - Tekstslide
Grondstoffenovereenkomst
Om grote prijsschommelingen tegen te gaan, kunnen ontwikkelingslanden en de landen die hun producten en grondstoffen exporteren met elkaar grondstoffenovereenkomsten afsluiten.
Dat zijn afspraken die bedoeld zijn om de prijzen van bepaalde grondstoffen stabiel te houden.
Slide 14 - Tekstslide
Zijn grondstoffenovereenkomsten gunstig voor landen met een monocultuur? Verklaar je antwoord.
Slide 15 - Open vraag
Soorten hulp
Structurele hulp - Deze hulp is erop gericht de oorzaken van armoede aan te pakken, zodat de arme landen economisch zelfstandig worden.
Noodhulp - Bij een natuurramp, extreme voedseltekorten of oorlog geven rijke landen dit vaak. Noodhulp is altijd hulp op korte termijn.
Slide 16 - Tekstslide
Nederlandse waterbouwkundigen richten in Zuid-Sudan een vluchtelingenkamp opnieuw in. Het kamp dreigt in de regentijd te veranderen in een grote modderpoel. Door de inzet van Nederlandse kennis hoeven tienduizenden vluchtelingen straks niet meer tot boven hun enkels door de modder te waden.
Van welk soort hulp is er hier sprake?
A
Structurele hulp
B
Noodhulp
Slide 17 - Quizvraag
Rechtstreekse hulp
Bilaterale hulp - Als het ene land rechtstreeks hulp biedt aan een ander land.
Er zijn twee manieren:
Gebonden hulp - Hulp waaraan voorwaarden zijn verbonden.
Ongebonden hulp - Het ontvangende land is vrij om te bepalen waaraan ze het geld besteedt.
Slide 18 - Tekstslide
Nederland eist van landen die hulp krijgen dat ze een goed bestuur hebben en corruptie bestrijden. Kies het juiste antwoord. Er is hier sprake van:
A
Ongebonden hulp
B
Structurele hulp
C
Noodhulp
D
Gebonden hulp
Slide 19 - Quizvraag
structurele
microkrediet
Ontwikkelingssamenwerking
nood
gunstige
Slide 20 - Sleepvraag
Aan de slag
Wat: Maken 6.3
Wie: Individueel Hoe: Stilte (mits je een vraag hebt) Vraag?: Stel hem eerst aan je buurman/buurvrouw