3.4 GT Een veilige stroomkring

BETER (verwachtingen)
B= Binnen komen (Je komt rustig binnen)​
E= Eerst jas ophangen, tas uitpakken, boeken pakken en wachten tot de les begint. ​
T= Telefoon in je tas.​
E= Eigen werkplek ( Je blijft op je eigen werkplek zitten)​
R= Rustig op je plek zitten en als je een vraag hebt, steek je je vinger op​
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3,4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BETER (verwachtingen)
B= Binnen komen (Je komt rustig binnen)​
E= Eerst jas ophangen, tas uitpakken, boeken pakken en wachten tot de les begint. ​
T= Telefoon in je tas.​
E= Eigen werkplek ( Je blijft op je eigen werkplek zitten)​
R= Rustig op je plek zitten en als je een vraag hebt, steek je je vinger op​

Slide 1 - Tekstslide

Elektriciteit in huis
3.1 Stroom en schakelen
3.2 Weerstand
3.3 Elektriciteit gebruiken
3.4 Een veilige stroomkring

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag leer je:

  1. Wat er in de meterkast zit;
  2. Waar een zekering voor dient; 
  3. Hoe je een overbelasting berekent;
  4. Hoe je beschermt wordt tegen stroom.

Slide 3 - Tekstslide

Meterkast
2. De groepenkast verdeelt de stroom in je huis
3. De zekeringen beveiligen je huis.
3. De aardlekschakelaar controleert of er evenveel stroom het huis ingaat als eruit.

Slide 4 - Tekstslide

Aardlekschakelaar
De aardlekschakelaar zorgt ervoor dat de installaties en apparaten uit kunt zetten. worden.

  • Controleert hoeveelheid stroom in = hoeveelheid stroom uit.
  • Verandering van hoeveelheid zorgt ervoor dat hij direct de stroomkring doorbreekt.

Slide 5 - Tekstslide

Groepen
  • Verdeling van stroom altijd over verschillende groepen in huis. Hoe groter het huis, hoe meer groepen.
  • Groepen zorgen ervoor dat wasmachine, magnetron, computer en aquarium tegelijk aan kunnen staan.
  • Als de stroom in één groep uitvalt, blijven de andere groepen werken.

Slide 6 - Tekstslide

Waarvoor dient een zekering in de meterkast?

Slide 7 - Open vraag

Zekering
  • Een zekering is een beveiliging die in elke groep zit.
  • Zodra er teveel stroom door een groep heengaat, zorgt dit onderdeel voor een onderbreking van de stroom. Dit is vaak op 16A.
  • De zekering zorgt er dus voor dat de groep uitgeschakeld wordt als er OVERBELASTING ontstaat.



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoe bereken je overbelasting?
  1. Je berekent de stroomsterkte van het apparaat/lampje
  2. Je vergelijkt de hoeveelheid ampère  van het apparaat en de zekering met elkaar.
  3. hoeveelheid ampère zekering > dan h.h ampère apparaat                 -> GEEN overbelasting.
  4. hoeveelheid ampère zekering < dan h.h. ampère apparaat     -> WEL overbelasting.

Slide 10 - Tekstslide

Sleep de letters op de juiste plek in de formuledriehoek
X
P
U
I

Slide 11 - Sleepvraag

Overbelasting?

Een föhn heeft een vermogen van 3400 W. De netspanning is 230 V. De zekering is 16 A. Wat is de stroomsterkte van de föhn?
Is er sprake van overbelasting?
  1. Stroomsterkte föhn: I = P/u  --> I= 3400/230= 14,8 A
  2. De zekering is 16 A
  3.  stroomsterkte zekering 16 A > stroomsterkte Föhn 14,8
  4. Geen overbelasting

Slide 12 - Tekstslide

Heb je het begrepen?
We gaan nu samen kijken of we een sauna in het huis kunnen plaatsen zonder dat er overbelasting optreedt.

Slide 13 - Tekstslide

De sauna heeft een vermogen 20.000W. De netspanning is 200V. Wat is de stroomsterkte?

Slide 14 - Open vraag

Je hebt een zekering van 20W. Is er sprake van overbelasting als je de sauna gaat gebruiken?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Wat ga je doen ? 
  1. Je maakt opdracht 1 t/m 14
  2. Werk netjes en zorgvuldig.
  3. Klaar          --> Werk controleren, daarna nakijken/verbeteren.
  4. Niet klaar --> Thuis afmaken , volgende les nakijken. 

Slide 16 - Tekstslide

Elektriciteit in huis
3.1 Stroom en schakelen
3.2 Weerstand
3.3 Elektriciteit gebruiken
3.4 Een veilige stroomkring

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Hoe bereken je overbelasting?
  1. Je berekent de stroomsterkte van het apparaat/lampje
  2. Je vergelijkt de hoeveelheid ampère  van het apparaat en de zekering met elkaar.
  3. hoeveelheid ampère zekering > dan h.h ampère apparaat                 -> GEEN overbelasting.
  4. hoeveelheid ampère zekering < dan h.h. ampère apparaat     -> WEL overbelasting.

Slide 19 - Tekstslide

Je hebt een zekering van 16A. Is er sprake van overbelasting als je de geluidsinstallatie gaat gebruiken?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Wat weet je te vertellen over kortsluiting?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Video

Kortsluiting

Slide 23 - Tekstslide

Randaarde

Slide 24 - Tekstslide

Randaarde
In de wasmachine hiernaast is een lek ontstaan. De elektrische snoeren maken via het water contact met de buitenkant van de wasmachine. Een persoon die hem aanraakt verbindt de wasmachine met de aarde en er gaat een stroom door de man lopen.

Slide 25 - Tekstslide

Randaarde
Bij de wasmachine in het plaatje hiernaast is er een stopcontact gebruikt met randaarde. Een stopcontact met randaarde heeft extra contactpunten. Deze contactpunten zijn via snoeren aangesloten aan een stalen pin, de aardingsstaaf. Deze pin zit, meestal onder het huis, in de aarde gestoken. De man in de afbeelding hierboven kan de wasmachine rustig aanraken. De elektrische stroom kiest de makkelijkste weg en zal via de randaarde naar de grond weg lekken.

Slide 26 - Tekstslide

Vragen ???
Dan weet je nu !!!!!
Wat er in de meterkast zit;
Waar een zekering voor dient;
Hoe je een overbelasting berekent;
Hoe je beschermt wordt tegen stroom.

Slide 27 - Tekstslide

We gaan nu je kennis testen !!!

Slide 28 - Tekstslide

Bij kortsluiting wordt de stroom afgesloten door:
A
door de energie maatschappij
B
zekering
C
aardlekschakelaar
D
aarderail

Slide 29 - Quizvraag

In de meterkast zitten verschillende dingen voor de veiligheid.
Een ding kun je gebruiken om de spanning van de hele installatie te halen. Wat is hiervan de naam?
A
aardlekschakelaar
B
hoofdschakelaar
C
de zekering
D
de kilowattuur meter

Slide 30 - Quizvraag

Een zekering beschermt tegen
A
Brand
B
Kortsluiting
C
Overbelasting
D
Overbelasting en kortsluiting

Slide 31 - Quizvraag

De maximale stroomsterkte in een groep van een huisinstallatie is:
A
10 A
B
16 A
C
25 A
D
36 A

Slide 32 - Quizvraag

Een huisinstallatie bestaat altijd uit meerdere groepen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Er is een zekering doorgeslagen, wat is een mogelijke oorzaak?
A
overbelasting
B
Piet zit aan de aardleiding
C
kapotte lamp
D
de nul draad is kapot

Slide 34 - Quizvraag

Wat ga je doen ? 
  1. Je maakt 3.4 af.
  2. Werk netjes en zorgvuldig.
  3. Klaar --> Werk controleren, daarna nakijken/verbeteren.
  4. Niet klaar --> Thuis afmaken , volgende les nakijken. 

Slide 35 - Tekstslide