WKPV 2 Oefenvragen les 2

WKPV 2 Toets oefenvragen
Quizvragen over de gehele stof WKPV: 
- Handhaving door toezicht en opsporing
- Wet op de economische delicten
- Verkeerswetgeving
-Bijzondere wetten
-APV
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeveiligingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

WKPV 2 Toets oefenvragen
Quizvragen over de gehele stof WKPV: 
- Handhaving door toezicht en opsporing
- Wet op de economische delicten
- Verkeerswetgeving
-Bijzondere wetten
-APV

Slide 1 - Tekstslide

Welk voertuig valt niet onder motorrijtuigen volgens de WVW?
A
Een personenauto
B
Een vrachtwagen
C
Een fiets met trapondersteuning

Slide 2 - Quizvraag

Wanneer vallen de delicten van categorie 1 en 2 uit de WED onder misdrijven?
A
Deze delicten vallen altijd onder de misdrijven
B
Deze delicten vallen onder de misdrijven als er sprake is van opzet
C
Deze delicten vallen onder de misdrijven als er sprake is van schuld

Slide 3 - Quizvraag

Je ziet dat er op straat een intekenlijst wordt aangeboden aan voorbijgangers om goederen in te zamelen. Is dat toegestaan zonder vergunning?
A
Dit hangt af van het type goederen waarvoor de intekenlijst wordt aangeboden
B
Ja, dit is toegestaan omdat er niet direct goederen worden ingezameld
C
Nee, dit valt ook onder collecteren en is daarom niet toegestaan zonder vergunning

Slide 4 - Quizvraag

Welke informatie is van belang om te bepalen of een gedraging valt onder het verstoren van de openbare orde/rust volgens de Wet personenvervoer 2000
A
of het in de onmiddellijke nabijheid van het station gebeurt en of de gedraging strafbaar is gesteld in artikel 52 BP 2000
B
Of de pleger meerderjarig is en of het in de onmiddellijke nabijheid van het station gebeurt
C
Of de gedraging strafbaar is gesteld in artikel 52 BP 2000 en of de pleger meerderjarig is

Slide 5 - Quizvraag

Wat wordt er verstaan onder openbaar vervoer?
A
Het vervoer waar het publiek gratis gebruik van kan maken
B
Het vervoer dat zich verplaatst in de openbare ruimte
C
Het vervoer waar het publiek tegen betaling gebruik van kan maken

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn GEEN voorbeelden van een openbare plaats?
A
Een winkelgalerij, een parkeergarage, een schoolplein
B
Een kinderboerderij, een park, een parkeergarage
C
Een parkeergarage, een schoolplein, een kinderboerderij

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer mag een voertuig voorzien van een logo/handelsreclame niet op een openbare plaats geparkeerd worden?
A
Als hij langer dan de toegestane maximum tijd van 2 uur geparkeerd staat
B
Als het voertuig op een gewone manier goederen vervoert en aflevert
C
Als het kennelijke doel is om daarmee handelsreclame te maken

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer mag er worden afgeweken van de winkeltijden in de Winkeltijdenwet?
A
De tijden zijn bedoeld als richtlijnen, winkeliers mogen hier altijd van afwijken
B
Er mag nooit worden afgeweken van de winkeltijden in de Winkeltijdenwet
C
Als dit door de gemeenteraad/burgermeester is vastgelegd in de Winkeltijdenverordening

Slide 9 - Quizvraag

Hoe lang mag een voertuig dat rij technisch in onvoldoende staat van onderhoud verkeert en ook in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert op de weg worden geparkeerd?
A
Deze voertuigen mogen nooit op de weg worden geparkeerd
B
Deze voertuigen mogen maximaal een half jaar op de weg geparkeerd zijn
C
Deze voertuigen mogen voor een periode van maximaal 15 dagen op de weg worden geparkeerd

Slide 10 - Quizvraag

Welk van de volgende soorten markten vallen onder een snuffelmarkt
A
Geen van deze genoemde markten vallen onder snuffelmarkten
B
Vrijmarkten en braderieën
C
Weekmarkten en jaarmarkten

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer is er sprake van geluidsoverlast?
A
Geluidsoverlast kan alleen plaatsvinden tussen 23.00-05.00 uur door bijv. radio's schreeuwen of claxonneren
B
Als er geluid wordt gemaakt van meer dan 80 decibel, bijv. door radio's schreeuwen of claxonneren
C
Als er voor omwonenden of voor de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt , bijv. door radio's, schreeuwen of claxonneren

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer is het voor een consument toegestaan vuurwerk af te steken?
A
Van 31 december 08.00 uur tot 1 januari 02.00 uur
B
Van 31 december 18.00 uur tot 1 januari 02.00 uur
C
Van 31 december 08.00 uur tot 1 januari 08.00 uur

Slide 13 - Quizvraag

Bij een wedstrijd volgens de WVW gaat het om het vergelijken van prestaties van....?
A
De voertuigen en/of onderdelen daarvan
B
De deelnemers en/of bedrijfsstoffen
C
Alle genoemde mogelijkheden

Slide 14 - Quizvraag

Onder welk soort automaat valt een flipperkast?
A
Een behendigheidsautomaat of een speelautomaat
B
Een speelautomaat of een kansspelautomaat
C
Een behendigheidsautomaat of een kansspelautomaat

Slide 15 - Quizvraag

Je ziet op straat iemand die akoestische muziek ten gehore brengt. Is dit toegestaan?
A
Nee, dit valt onder het verbod om te mogen optreden als straatartiest en is dus nooit toegestaan
B
Dat hangt onder ander af van hoe lang hij al op die plek staat te spelen
C
Ja, dat is altijd toegestaan

Slide 16 - Quizvraag

Voor welke vervoermiddelen geldt het verbod op het houden van wegwedstrijden?
A
Alleen gemotoriseerde voertuigen
B
Alleen voertuigen voor personenvervoer
C
Alle soorten voertuigen

Slide 17 - Quizvraag

Onder een weg wordt verstaan: Alle voor het .....
openstaande wegen en paden?
A
Personenvervoer
B
Openbaar verkeer
C
Gemotoriseerd verkeer

Slide 18 - Quizvraag

Wie moet of moeten er een helm op als zij op een bromfiets rijden?
A
Zowel de bestuurder als de passagier
B
Alleen de passagier
C
Alleen de bestuurder

Slide 19 - Quizvraag

WKPV 2 Oefenvragen les 2

Slide 20 - Tekstslide