Mevrouw Jansen, een vrouw van 78 jaar, verblijft sinds een half jaar op de somatische afdeling van het verpleeghuis. De reden voor haar opname is een progressieve achteruitgang door Alzheimer en toenemende klachten bij COPD, wat haar dagelijks functioneren thuis onmogelijk maakt. Mevrouw Jansen heeft een slank postuur en draagt altijd een paars vest met bloemenprint, waar ze trots op is omdat ze deze zelf heeft gemaakt toen ze nog goed kon breien.
De afgelopen weken merken de zorgverleners dat ze steeds meer gezondheidsklachten heeft, waardoor ze meer zorg en aandacht nodig heeft.
Mevrouw Jansen heeft vaker last van benauwdheid. Bij de kleinste inspanning, zoals het opstaan uit haar stoel of het draaien in bed, beïnvloedt ze buiten adem. Haar ademhaling is oppervlakkig, en ze lijkt het benauwd te hebben, vooral tijdens het einde van de middag. Mevrouw Jansen voelt zich onzeker over haar ademhaling en raakt snel in paniek bij een benauwdheidsaanval, wat haar klachten verergert. Ze hoest steeds meer, met een diep, krakend geluid, en soms geeft ze wat slijm op. De zorgverleners proberen haar gerust te stellen en te laten haar af en toe zuurstofinademen, maar ze lijkt zich voortdurend benauwd te voelen. Mw. Heeft moeite met zichzelf aan te kleden en te verzorgen. Ook vergeet ze wat ze de dag ervoor heeft gedaan. Soms herkent ze haar dochter niet. Mw drinkt uit zichtzelf te weinig en heeft donkere urine