In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
De formatie van een kabinet
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Na de les kun je de stappen in de formatie herkennen en een mogelijke regeringscoalitie noemen
Slide 2 - Tekstslide
Opbouw les
- filmpje nieuw kabinet
- uitleg over de formatie
- Opdracht coalitiebouwen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Kabinetsformatie:
Op de dag van de verkiezingen mag iedere Nederlander van 18+ stemmen. Dezelfde nacht wordt al duidelijk hoeveel zetels de politieke partijen krijgen.
Slide 5 - Tekstslide
Als je gaat stemmen maak je gebruik van je:
A
Actieve kiesrecht
B
Passieve stemrecht
Slide 6 - Quizvraag
Dan is nog niet duidelijk wie er gaan regeren.
De partijen moeten daar over onderhandelen, dat noemen wij de kabinetsformatie.
Slide 7 - Tekstslide
Hoeveel zetels zijn er in de Tweede Kamer?
A
50
B
100
C
150
D
175
Slide 8 - Quizvraag
Hoeveel zetels heb je minimaal nodig om te kunnen regeren?
A
51
B
76
C
101
D
150
Slide 9 - Quizvraag
https:
Slide 10 - Link
De coalitie bestaat uit twee of meer partijen die samen de regering vormen. Zij moeten met elkaar afspraken maken. Alle andere partijen noem je oppositie.
Slide 11 - Tekstslide
Verloop kabinetsformatie:
Onderzoek: De informateur, meestal een ervaren politicus gaat onderzoeken met welke partijen een coalitie mogelijk is.
De informatie: Als ze partijen hebben gevonden die willen samenwerken, overleggen ze over oplossingen en compromissen voor hun meningsverschillen. Ze stellen samen een regeerakkoord op. Hierin staan de plannen van de regering voor de komende vier jaar.
Slide 12 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit wat een compromis is:
Slide 13 - Open vraag
Het regeerakkoord:
Ze stellen samen een regeerakkoord op. Hierin staan de plannen van de regering voor de komende vier jaar
Slide 14 - Tekstslide
De formatie:
3. De Tweede Kamer benoemt nu een formateur. Dat is meestal de leider van de grootste partij in het kabinet.
De formateur overlegt de verdeling van de ministers en staatssecretarissen.
4. Als de posten verdeeld zijn dan wordt het nieuwe kabinet beëdigd door de koning.
Slide 15 - Tekstslide
LET OP:
Regering: koning & ministers
Kabinet: alle ministers & staatssecretarissen
Tweede Kamer: alle gekozen partijen
Coalitie: alle partijen die samen regeren
Oppositie: partijen die wél in de Tweede Kamer zitten, maar niet samen regeren.
Slide 16 - Tekstslide
Wie gaat er onderzoeken met welke partijen een coalitie mogelijk is?
A
De informateur
B
De formateur
Slide 17 - Quizvraag
Opdracht
- Jullie zijn vandaag de informateur. We gaan een coalitie bouwen!
- Je krijgt 10 minuten en je mag overleggen
-we maken gebruik van de website coalitiebouwen (Het Parool)
Slide 18 - Tekstslide
Opdracht
- Je begint met de twee grootste partijen VVD (34 zetels) en D66 (24 zetels)
- De coalitie moet een meerderheid van 76 zetels (of meer) hebben.
- De partijen moeten bij elkaar passen (links, rechts, midden)
Slide 19 - Tekstslide
https:
Slide 20 - Link
Wat gaan we doen?
Slide 21 - Tekstslide
Welke coalitie heb je gekozen?
Slide 22 - Open vraag
Lesdoel
Na de les kun je de stappen in de formatie herkennen en een mogelijke regeringscoalitie noemen