1.3 Egypte en de Nijl

§1.3 Egypte en de Nijl 
Jagers en verzamelaars
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§1.3 Egypte en de Nijl 
Jagers en verzamelaars

Slide 1 - Tekstslide

Deze les 
  • Leerdoelen 1.3
  • Uitleg 1.3
  • Aan de slag / huiswerk 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe irrigatielandbouw langs de Nijl werkte 
  • Je kunt uitleggen dat irrigatielandbouw leidde tot het ontstaan van handel, steden en een staat
  • Je kunt noemen welke sociale lagen er waren in Egypte 


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Gebied rondom Nijl (Egypte)
--> vruchtbaar

Na 4000 v.Chr: Jagers-verzamelaars gingen over op landbouw aan oevers Nijl. 

Elke zomer overstroomde de Nijl en liet een vruchtbaar laagje slib (modder) achter. --> gewassen hierop verbouwen.

Slide 8 - Tekstslide

Irrigatielandbouw
=
Om het hele jaar voldoende water te hebben, legden Egyptenaren kanaaltjes, dijken en waterbekkens aan

Slide 9 - Tekstslide

Zonder het water uit de Nijl zouden de landbouwgewassen uitdrogen. 

Om het hele jaar voldoende water te hebben, legden de Egyptenaren kanaaltjes, dijken en waterbekkens aan.
Dijken en waterbekkens hielden het water zo lang mogelijk vast. 

Op deze manier hadden de Egyptenaren toch water voor hun akkers.
Irrigatielandbouw

Landbouw waarbij met dijken, kanalen en waterbekkens de akkers bevloeid worden.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Grote veranderingen door irrigatielandbouw
  1.  Hogere opbrengsten -> niet meer iedereen hoefde boer te zijn -> ontstaan andere beroepen; timmerman, pottenbakker (ambachten)
    Nijverheid: maken van producten met de hand. 
  2. Ontstaan handel -> ruilen overschotten; voedsel / producten.
  3. Dorpen groeiden uit tot steden -> bestuur nodig in stad: een groep mensen die regels maakt en taken verdeelt.
    Ambtenaar: in dienst van het bestuur. 
    • uitvoeren van besluiten - handhaven orde - innen van belasting bijv. oogst afstaan.
De farao was niet alleen een leger aanvoerder, maar ook de hoogste priester en de hoogste rechter.

Slide 12 - Tekstslide

Grote veranderingen door irrigatielandbouw 
4. Hiërogliefenschrift -> het bestuur ging schrift gebruiken (3100 v.C.) om
     regels en belasting op te schrijven. 
5. Sommige steden werden zo rijk en machtig dat ze andere dorpen en
     steden veroverden. Zo ontstonden grote gebieden onder één bestuur: een
      staat. Vanaf 3100 v.C. een bestuurder: farao. 
De farao was niet alleen een leger aanvoerder, maar ook de hoogste priester en de hoogste rechter.

Slide 13 - Tekstslide

Schrijven en rekenen
  • De Egyptenaren waren een van de eerste volken die een schrift (een serie tekeningen of tekens die elk een woord of klank uitbeelden) bedachten. Rond 3100 v. Chr. Dit deden ze bijv. om bij te houden wie er belasting betaalden.
  • Het schrift bestond uit tekeningen, dit zijn hiërogliefen. Om schrijver te worden moest je lang leren, maar weinig Egyptenaren leerden schrijven.
  • Uitvinding van het schrift is het einde van de prehistorie en het begin van de historie. Er zijn voor het eerst geschreven bronnen die iets vertellen over het verleden.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Farao
slaven
boeren
handelaren
ambtenaren en schrijvers

Slide 16 - Sleepvraag

Verschillen in rijkdom en macht

Slide 17 - Tekstslide

Verschillende sociale lagen: groepen mensen die van elkaar verschillen in rijkdom, macht en aanzien. 
  1. Kleine groep belangrijke bestuurders.  Koning (de farao) de meeste macht
  2. Geschoolde mensen zoals ambtenaren, schrijvers
  3. Eenvoudige ambachtslieden
  4. boeren. 
  5. Slaven 

-> vrouwen bezighouden met huishouden. wel dezelfde rechten in rechtbank als mannen.

Slide 18 - Tekstslide

De Farao
De Farao was:
  • Legeraanvoerder
  • Hoogste priester
  • Hoogste rechter

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

§1.3 Egypte en de Nijl 
Jagers en verzamelaars

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe irrigatielandbouw langs de Nijl werkte 
  • Je kunt uitleggen dat irrigatielandbouw leidde tot het ontstaan van handel, steden en een staat
  • Je kunt noemen welke sociale lagen er waren in Egypte 


Slide 23 - Tekstslide

Je kunt uitleggen hoe irrigatielandbouw langs de Nijl werkte

Slide 24 - Open vraag

De oevers langs de Nijl waren heel vruchtbaar, omdat elk jaar een overstroming van de Nijl vruchtbaar slib meenam. Nadat het
 water was gezakt, bleef de vruchtbare modder liggen.
De Egyptenaren verbouwden gewassen op de vruchtbare grond. Om te voorkomen dat al het water terugstroomde naar de Nijl, legden de boeren dijken aan. Om het water te bewaren, legden de boeren
 waterbekkens aan. Om het water naar de akkers te brengen, gebruikten de boeren kanalen.
.

Slide 25 - Tekstslide

Je kunt uitleggen dat irrigatielandbouw leidde tot het ontstaan van handel, steden en een staat

Slide 26 - Open vraag

Door de irrigatielandbouw leverden akkers meer voedsel op. Daardoor hoefde niet iedereen boer te zijn. Sommigen gingen werken in de nijverheid: ze gingen met de hand spullen maken. Ambachtslieden en boeren ruilden met elkaar en zo ontstond handel. Er ontstonden ook steden waar veel mensen woonden. Daar was een bestuur nodig dat regels maakte. Om die regels op te schrijven, gebruikten de Egyptenaren het hiërogliefenschrift. Machtige farao’s veroverden grote gebieden waar dezelfde regels gingen gelden: een staat.

Slide 27 - Tekstslide

Je kunt noemen welke sociale lagen er waren in Egypte.

Slide 28 - Open vraag

Van minder naar meer belangrijk
– Slaven.
– Boeren.
– Ambachtslieden.
– Mensen met veel scholing, zoals schrijvers.
– Bestuurders.

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag 

Maken §1.3 opgave 3 t/m 13


Maken: in Memo Online

Leermiddelen > Memo ges max 

Slide 30 - Tekstslide