berekening gewogen gemiddelde cijfer van alle leerlingen
(= in getallen)
(= in procenten)
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Voorbeeld
Frequentietabel met klassen
Als je getallen in groepjes zet om de tabel niet te lang te maken, noem je die groepjes - klassen
Elke klasse heeft een klassenmidden
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
4.3 Modus en mediaan
Een belangrijke groep gegevens in de statistiek zijn de centrummaten.
Zij zeggen iets over de gegevens van een onderzoek.
In deze paragraaf gaan we kijken naar:
de MODUS en de MEDIAAN
Slide 11 - Tekstslide
Uitleg modus
Slide 12 - Tekstslide
Modus
Slide 13 - Tekstslide
Mediaan
Slide 14 - Tekstslide
Mediaan
Slide 15 - Tekstslide
Mediaan
Stappenplan Mediaan: -zet de getallen van klein naar groot (streep weg wat je al hebt gebruikt) - tel het aantal getallen -mediaan = middelste getal (of het gemiddelde van de middelste 2)
Slide 16 - Tekstslide
Mediaan
1 3 5 6 9
Mediaan: middelste getal = .....?
1 3 5 6 8 9
Mediaan: middelste 2 getallen optellen en delen door 2 = ....?
Slide 17 - Tekstslide
- Frequentie: hoe vaak komt een getal voor
- Stappenplan volgen
- Uitschrijven van de reeks
Slide 18 - Tekstslide
0
Slide 19 - Video
Slide 20 - Video
Maak de volgende vragen om te kijken of je het hebt begrepen.
Slide 21 - Tekstslide
Wat is de modus?
A
het getal dat het minste voorkomt
B
het middelste getal
C
het getal dat het meeste voorkomt
D
het laatste getal
Slide 22 - Quizvraag
Wanneer heb je geen modus?
A
Als er teveel getallen zijn
B
Als twee getallen evenveel voorkomen
C
Als er geen middelste getal is
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de mediaan?
A
het laagste getal
B
het getal dat het meeste voorkomt
C
een oneven getal
D
het middelste waarnemingsgetal
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een voorwaarde om de mediaan te vinden?
A
er mogen niet teveel getallen zijn.
B
alle getallen moeten van laag naar hoog op volgorde staan
C
alle getallen moeten van hoog naar laag op volgorde staan
Slide 25 - Quizvraag
Hoe bereken je het middelste getal?
A
dat kan niet
B
dat is voor oneven en even verschillend
Slide 26 - Quizvraag
Wat is de modus?
A
het getal dat het minste voorkomt
B
het middelste getal
C
het getal dat het meeste voorkomt
D
het laatste getal
Slide 27 - Quizvraag
Wanneer heb je geen modus?
A
Als er teveel getallen zijn
B
Als twee getallen evenveel voorkomen
C
Als er geen middelste getal is
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de mediaan?
A
het laagste getal
B
het getal dat het meeste voorkomt
C
een oneven getal
D
het middelste waarnemingsgetal
Slide 29 - Quizvraag
Wat is een voorwaarde om de mediaan te vinden?
A
er mogen niet teveel getallen zijn.
B
alle getallen moeten van laag naar hoog op volgorde staan
C
alle getallen moeten van hoog naar laag op volgorde staan
Slide 30 - Quizvraag
Hoe bereken je het middelste getal?
A
dat kan niet
B
dat is voor oneven en even verschillend
Slide 31 - Quizvraag
4.4 - Diagrammen tekenen en boxplot
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
boxplot tekenen
zet alle getallen op volgorde van laag naar hoog
wat is het laagste getal en wat de hoogste (minimum en maximum)?
teken een as (laagste en hoogste, wat is handig)-> denk aan de TITEL
bereken de mediaan (Q2)
bereken de mediaan van de 1e helft en van de 3e helft (Q1 en Q3)
teken het blokje (snoepje)
zorg dat je de getallen van hierboven in de getallenlijn schrijft!
Zelf een boxplot tekenen
zet alle getallen op volgorde van laag naar hoog
wat is het laagste getal en wat de hoogste (minimum en maximum)?
teken een as (laagste en hoogste, wat is handig)-> denk aan de TITEL
bereken de mediaan (Q2)
bereken de mediaan van de 1e helft (Q1) en van de 3e helft (Q3)