Schrijf je in als je dingen niet begrijpt/ hulp nodig hebt.
In Zermelo zie je wat het onderwerp van de KWT les zal zijn.
Slide 9 - Tekstslide
Afspraken - in de les
Laptop: niet vaak nodig
Boek: werken we vooral mee. Huiswerk altijd af
Schrift - nodig soms opdrachten (te weinig ruimte in werkboek) voor aantekeningen, eigen begrippenlijst (evt samenvatting)
Telefoon- enkel voor Lesson-up
Slide 10 - Tekstslide
Afspraken - in de les
*Luister goed naar de uitleg, begrijp je het verhaal?
*Stel vragen (!) * Doe mee met de vragen/ opdrachten tijdens de uitleg (Lessonup én maak aantekeningen ).
Maak aan het einde van de les opdrachten zodat je kunt oefenen met toepassen. Stel vragen over onduidelijkheden.
Slide 11 - Tekstslide
Afspraken - thuis
* Kijk de opdrachten na! (zo, zo belangrijk. Kijk ook HOE het antwoordmodel antwoord geeft - 'leer formuleren'.
* Noteer welke opdrachten je lastig vindt/ niet snapt.
* 'Toepassen' kun je oefenen door huiswerkopdrachten te maken ÉN door de opdrachten vervolgens heel goed en precies na te kijken.
Check ook de leerdoelen.
Slide 12 - Tekstslide
Vanaf volgend hoofdstuk!
Slide 13 - Tekstslide
Introductie H1 Gedrag
Kijk goed naar het volgende filmpje
1. Probeer zo goed mogelijk te omschrijven wat je ziet aan gedrag van de zeepaardjes?
2. Kun je bedenken waarom ze dit doen?
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
H1. Gedrag
Kijk goed naar het volgende filmpje
1. Probeer zo goed mogelijk te omschrijven wat je ziet aan gedrag van de kater.
2. Kun je bedenken waarom hij dit doet?
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Gedrag - functie
Slide 18 - Tekstslide
Functie gedrag
Gedrag zeepaardjes: soort of individu?
Gedrag kater: soort of individu?
Slide 19 - Tekstslide
Hoofdstuk 1 Gedrag
Je kunt omschrijven wat gedrag is en hoe prikkels kunnen leiden tot bepaald gedrag. Je kunt onderzoeksresultaten verklaren. Daarnaast kun je verschillende vormen van conflictgedrag en verschillende vormen van leren omschrijven en herkennen.
Slide 20 - Tekstslide
Wat is gedrag?
A
het maken van alle bewegingen van een mens of een dier.
B
alles wat een dier of mens doet, dus ook zweten en huilen.
C
alles wat een dier doet om zijn baasje het naar zijn zin te maken.
D
een respons
Slide 21 - Quizvraag
Wat is dit voor gedrag?
A
territoriumgedrag
B
Broedzorg
C
baltsgedrag
D
imponeergedrag
Slide 22 - Quizvraag
Wat is dit voor gedrag?
A
territoriumgedrag
B
Broedzorg
C
baltsgedrag
D
imponeergedrag
Slide 23 - Quizvraag
Nu oefenen met toepassen
Maken: opdrachten van 1.1
Lees eerst 1.1 en markeer voor jou nieuwe begrippen en hun betekenis in de tekst.
Tijdens het lezen maak je aantekeningen in je schrift.