Past Simple

Past simple
Je gebruikt de past simple om te praten over het verleden. De actie of gebeurtenis is gestopt. Er is geen link naar nu. Om de past simple te maken, voeg je -(e)d toe aan het werkwoord.

I waited at the gate. 
My mum liked my new swimsuit a lot.
We changed flights in London.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Past simple
Je gebruikt de past simple om te praten over het verleden. De actie of gebeurtenis is gestopt. Er is geen link naar nu. Om de past simple te maken, voeg je -(e)d toe aan het werkwoord.

I waited at the gate. 
My mum liked my new swimsuit a lot.
We changed flights in London.

Slide 1 - Tekstslide

The dog _____ in the pool.
A
jump
B
jumpt
C
jumped

Slide 2 - Quizvraag

My sister _____ the t-shirt.
A
like
B
liket
C
likeed
D
liked

Slide 3 - Quizvraag

Regular verbs
+ (e)d

The dog jumped in the pool.
My sister liked the t-shirt.

Slide 4 - Tekstslide

I _____ to the other side of the pool.
A
swim
B
swimmed
C
swimt
D
swam

Slide 5 - Quizvraag

She already _____ groceries yesterday.
A
buy
B
buyed
C
bought
D
buyt

Slide 6 - Quizvraag

They _____ (to go) to the cinema last week.

Slide 7 - Open vraag

I _____ (to be) at home when the accident happened.

Slide 8 - Open vraag

Irregular verbs
swim
swam
choose
chose
think
thought
buy
bought
go
went
be
was/were

Slide 9 - Tekstslide

He walked to school yesterday.
He bought new shoes two weeks ago.
Irregular verb
Regular verb

Slide 10 - Sleepvraag