Les 2: geleiders, isolatoren, weerstand

Module elektriciteit
Bij binnenkomst in het lokaal


LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Jas uit en zitten volgens plattegrond

spullen er bij pakken: 
module + schrift + laptop

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Module elektriciteit
Bij binnenkomst in het lokaal


LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Jas uit en zitten volgens plattegrond

spullen er bij pakken: 
module + schrift + laptop

Slide 1 - Tekstslide

Progamma
Dagopening 
Bespreking Huiswerk §1 elektrische stroom 
Uitleg § 2 Geleiders, isolatoren en weerstand
Verwerking Uitleg

Slide 2 - Tekstslide

Bespreking huiswerk
Bespreking huiswerk aan de hand van een aantal controle vragen

1. Je geeft antwoord op de vragen 
2. Je kunt je antwoord uitleggen wanneer hier om gevraagd wordt. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat heb je behalve een spanningsbron nog meer nodig om stroom te laten lopen?

Slide 4 - Open vraag

Welke 2 voorwaarden zijn er nodig om elektrische stroom te laten lopen

Slide 5 - Open vraag

Noem 2 voorbeelden van een spanningsbron.

Slide 6 - Open vraag

Wat is de eenheid van spanning? En van stroomsterkte?

Slide 7 - Open vraag

Hoe schakel je een voltmeter aan in een schakeling, en hoe schakel je een ampèremeter in een schakeling?
A
Voltmeter = in serie Ampèremeter = parallel
B
Ampèremeter = in serie Voltmeter = parallel
C
Beide parallel
D
Beide in serie

Slide 8 - Quizvraag

Deze schakeling is een:
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
C
zowel een serie als een parallelschakeling
D
combinatieschakeling

Slide 9 - Quizvraag

schakelaar
batterij
lampje
stroomdraad

Slide 10 - Sleepvraag

Vul in plus of min:

In een stroomkring gaat de stroom buiten de bron om van de 

pool naar de                     pool, 

de elektronen gaan juist van de
pool naar de                               pool. 
Sleep deze onderdelen
plus
plus
min
min

Slide 11 - Sleepvraag

Sluit de spanning- en stroomsterktemeters aan op de juiste plek
A
V

Slide 12 - Sleepvraag

De spanning is ...
A
25 V
B
12,5 V
C
2,5 V

Slide 13 - Quizvraag

Wat zie je hier? en wat is de functie? 

Slide 14 - Tekstslide

leerdoelen
aan het einde van de les kan ik:

1. uitleggen wat een geleider is, en wat een isolator is 
2.meerdere voorbeelden geven van geleiders en van isolatoren
3. uitleggen wat weerstand is 
4. weerstand berekenen met de wet van ohm. 

Slide 15 - Tekstslide

Waarom kun je het rubber van
de twee stekkers in het stopcontact
onder de spanningzoeker veilig
aanraken?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Geleider of isolator? Sleep de voorwerpen naar het goede vak
Geleider
 isolator
koolstof
staal
koper
pvc
rubber
glas
aluminium

Slide 18 - Sleepvraag

Geleiders/Isolatoren
Het verschil tussen geleiders en isolatoren is de weerstand.

Geleiders: kleine weerstand laten de stroom makkelijk door. elektronen kunnen makkelijk door de stof bewegen.  

Isolator: Grote weerstand geleiden de stroom zeer slecht of niet. Elektronen kun niet of heel moeilijk door de stof bewegen. 

Geleiders: Alle metalen (koper, ijzer, aluminium, enz) koolstof, zout water
Isolatoren: rubber, porselein, hout, kunststoffen, zuiver water. 

Slide 19 - Tekstslide

elektrische weerstand
Weerstand bepaalt hoe makkelijk stroom ergens door heen gaat. 

Hoe groter de weerstand hoe moeilijker de stroom er door heen kan. 

Weerstand hangt af van spanning en stroomsterkte 

Weerstand meet je met een multimeter

Weerstand (R) meet je in ohm (Ω)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

voorbeeld berekening
voorbeeld berekening weerstand: 
Een tosti-apparaat heeft een stroomsterkte van 6,5 A. de spanning is 230V. Bereken de weerstand van het tosti apparaat. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • I = 6,5 A          U = 230 V
  • Weerstand (R)  
  •  R = U : I 
  •  R = 230 : 6,5 = 35,5 
  •  De weerstand is 35,5 Ω

Slide 22 - Tekstslide

In een nachtlampje zit een weerstand. Over deze weerstand staat een spanning van 4,0 V. Door die weerstand loopt een stroom van 0,025 A.
Bereken de grootte van de weerstand.

Slide 23 - Open vraag

De spanning in een weerstand is 6V, de weerstand van de weerstand is 50 ohm. bereken de stroomsterkte

Slide 24 - Open vraag

Door een weerstand van 360 Ω gaat een stroom van 0,75 A. Bereken de spanning over de weerstand.

Slide 25 - Open vraag

Door een weerstand loopt een stroom van 20 mA en staat een spanning 5V.
hoe groot is de weerstand?

Slide 26 - Open vraag

Eenheden
Bij berekening moet je letten op de eenheden. 
Alle eenheden moeten in dezelfde grootte staan

Spanning en volt allebei in V en A 

of 

Spanning en volt allebei in mV en mA

1 A of V =.   1000 mA of 1000 mV

Slide 27 - Tekstslide