In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Lesdoelen
Lezen in je leesboek.
Ik weet wat kernzinnen zijn.
Ik kan kernzinnen aanwijzen in een tekst.
Ik weet het verschil tussen een formele en informele tekst.
Ik weet wat conventies zijn.
Ik weet de conventies voor een zakelijke e-mail.
Slide 1 - Tekstslide
timer
1:00
Slide 2 - Tekstslide
H1 Lezen
Hoofdzaken: belangrijkste informatie (kernzinnen)
Bijzaken: minder belangrijk (voorbeelden, toelichting, extra informatie)
Slide 3 - Tekstslide
Kernzinnen
Bevatten de hoofdzaken van de tekst: deelonderwerpen
Eerste, tweede of laatste zin van elke alinea
Slide 4 - Tekstslide
Aan de slag...
Maak de startopdracht en opdracht 1 op pag. 13
Zelfstandig in stilte
Antwoorden in je schrift
7 min
Eerder klaar? Ga verder met opdr. 2 op pag. 13 en 14
timer
1:00
Slide 5 - Tekstslide
H1 Schrijven
Maak de startopdracht in tweetallen.
Antwoorden in je schrift.
3 min.
Klaar? Formuleer een antwoord op de vraag: wat is het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik in een tekst. Geef voorbeelden van beide soorten teksten.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de juiste volgorde van de inhoud van een zakelijke e-mail?
1 Aangeven wat je van de ander verwacht. 2. Jezelf voorstellen. 3. Duidelijke vraag stellen. 4. Aanleiding van je e-mail vermelden.
A
1,2,3,4
B
2,3,1,4
C
2,4,3,1
D
4,2,1,3
Slide 7 - Quizvraag
Conventies zakelijke e-mail
Aanhef: Beste mevrouw, Geachte meneer/mevrouw,
Witregel
Eerste regel met hoofdletter, niet beginnen met 'Ik'.
Eerste alinea: voorstellen en aanleiding mail.
Tweede alinea: vraag en verwachting van de ander.
Na de laatste zin sla je een regel over.
Afsluiting: Met vriendelijke groet, Hoogachtend,
Indien nodig: onder je naam je contactgegevens (adres / telefoonnummer)