zintuigen

12 Het zintuigstelsel



Boek Anatomie en Fysiologie en pathologie 

Hoofdstuk 13: de zintuigen(blz. 212 en 368) 








1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

12 Het zintuigstelsel



Boek Anatomie en Fysiologie en pathologie 

Hoofdstuk 13: de zintuigen(blz. 212 en 368) 








Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
- je kunt het begrip zintuigen uitleggen
- je kunt de verschillende zintuigen benoemen en hun functie
- Je kunt de bouw en werking van het oog beschrijven
- Je kunt de bouw en werking van het oor beschrijven
- Je kunt ziektebeelden benoemen die voorkomend zijn bij oren en ogen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke zintuigen kennen jullie

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Centraal zenuwstelsel, met zintuigcellen en zenuwen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zintuigen
- Zintuigen zorgen ervoor dat je kunt waarnemen
- Zintuigen doen dit de hele dag door
- Ook buiten je bewustzijn om
- Elke zintuig is maar gevoelig voor 1 soort prikkel

Best een mooi systeem van ons lichaam dus!

Slide 7 - Tekstslide

Zintuigcellen zetten informatie van de buitenwereld om in elektrische signalen
Geluid
Licht
tast
reuk
smaak
temperatuur
Zintuigen
- Organen die bepaalde prikkels overbrengen
- Zetten prikkels om in impulsen
- Zenuwen pakken signalen op en geven het door aan je ruggenmerg
- We hebben 6 zintuigen:
reuk, smaak, gevoels, gezichts, gehoor 
en evenwichtszintuig.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkels en impulsen
Een prikkel is een berichtje (uit de omgeving) dat wordt opgevangen in een zintuig.

In je zintuig wordt zo'n prikkel omgezet in een elektrisch stroompje, dat noem je een impuls

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Wat gebeurt er als je met je vinger een hete plaat aanraakt?
Beschrijf wat er gebeurt in je lichaam. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflex (en reflexboog)
Reflexboog


  • zintuigcel
  • gevoelszenuwcel
  • schakelcellen in
     ruggenmerg of hersenstam
  • bewegingszenuwcel
  • spier/klier
    REACTIE

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zintuigcellen

Zintuigcellen:
Zintuigen kunnen prikkels waarnemen omdat ze een grote aantal zintuigcellen hebben.
Andere naam voor die specifieke cellen: receptoren of sensoren.

Slide 12 - Tekstslide

exteroreceptoren reageren op prikkels van buiten het lichaam
tong= smaak
neus= reuk
oog= gezichtsvermogen
oor=gehoor
huid= tast

interoreceptoren reageren op prikkels binnen het lichaam.
properiocepetoren geven informatie over het bewegingsapparaat. 
en de wanden van alle holle organen (darmen, longen, maag mondholte, urinewegen en bloedvaten)  geven informatie over de inhoud van het orgaan.
Zintuigen
Neurotransmitters:
Een chemische stof die elektrische prikkels kan overbrengen.

Als er genoeg neurotransmitters vrijkomen, dan wordt de aangrenzende gevoelszenuw geprikkeld en ontstaat er een impuls op de betreffende zenuw.

Slide 13 - Tekstslide

Chemische stoffen (neurotransmitters) gemaakt in de synaps helpen het signaal over te laten springen. Het signaal gaat verder over de uitloper van de volgende zenuwcel. Als zintuigen geprikkeld worden, worden via zenuwen signalen naar de hersenen gestuurd. Deze signalen worden impulsen genoemd.
Werken zintuigen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de gehoorbeentjes?
A
Trillingen overbrengen
B
Richtingsgevoel
C
Evenwicht
D
Stevigheid

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oog

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je zit buiten in de zon en leest in een tijdschrift.

Je iris is dan ...
Je lens is dan...
A
Breed en bol
B
Smal en bol
C
Smal en plat
D
Breed en plat

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... bevat veel bloedvaten en zorgt voor de voeding van het oog en het afvoeren van afvalstoffen.
A
Netvlies
B
Vaatvlies
C
Lens
D
Traanbuizen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reukzintuig
- Kun je mee ruiken
- Geuren waarschuwen je voor gevaar
- Reukslijmvlies bestaat uit reukzintuigcellen, slijmklieren en steuncellen
- Reukzintuigcellen zijn langgerekte
gespecialiseerde zenuwuiteinden
- Geurreceptoren zorgen ervoor dat
er een impuls ontstaat.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reukzintuig
- Reukzintuig is als enige verbonden met het limbisch systeem, je emotionele brein
- Bijvoorbeeld een speciale geur van een drankje wat je terug brengt naar het moment dat je daar erg ziek van bent geworden.

Slide 23 - Tekstslide

De structuren in het limbisch systeem zijn betrokken bij emotie, motivatie, genot en het emotioneel geheugen. 
Het limbische systeem is onderdeel van de grote hersenen.
Geurprikkels

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen
Prikkeldrempel en drempelwaarde:
Prikkel moet een bepaalde sterkte hebben voordat een zintuigcel kan reageren. 
Sterkte die nodig is, noemen we drempelwaarde.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smaakzintuig

- Om te proeven
- Proeven is samenspel van smaak en geurwaarneming
- Bij proeven blijft het niet; structuur en temperatuur belangrijke rol. Warme soep beter dan koude, krokante chips beter dan slappe chips
- Als je iets echt niet lust, kun je gaan kokhalzen, reflex

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smaakzintuig
- Smaakzintuig bestaat uit smaakzintuigcellen en zenuwvezels van drie hersenzenuwen:
1. tong-keelzenuw
2. aangezichtszenuw
3. zwervende zenuw
- Smaken proef je als ze in contact komen met vocht. Bij een droge tong proef je weinig. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking smaak

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar proef je welke smaak?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is het reukzintuig nodig om het verschil tussen aardbeien- en frambozenranja proeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen in de huid
  1. Tastzintuigen
  2. Drukzintuigen
  3. Pijnzintuigen
  4. Warmte zintuigen
  5. Koude zintuigen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Gevoelszintuig
- Kunnen we mee voelen
- Bewust worden van het feit dat je iets aanraakt
- Voelen doe je via je huid, je huid is één groot voelorgaan
- Miljoenen zintuigcellen; druk, pijn, warmte en kou


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevoelszintuig
Werking gevoelszintuig:
Prikkels die gevoelszintuigen ontvangen, worden omgezet in een impuls
- er ontstaat een impuls als ze vervormen
- vervolgens gaan de impulsen via de uitlopers van de zenuwcel naar het ruggenmerg
- vanuit daar vervoerd naar de grote hersenen --> naar de gevoelsschors, daar wordt de informatie verwerkt en word je bewust van wat je voelt.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de zintuigen zitten in je
A
organen
B
oren, ogen, tong, neus
C
oren, ogen, tong, neus, huid
D
in je hersenen

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de drempelwaarde bij een zintuig?
A
maximale sterkte om een prikkel waar te nemen door een zintuigcel
B
minimale sterkte om een prikkel waar te nemen door een zintuigcel
C
minimale verschil in een prikkel die je nog waar kan nemen
D
maximale verschil in een prikkel die je nog waar kan nemen

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigcellen maken van prikkels...
A
Prikkels
B
Impulsen
C
Warmte
D
Geur

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN zintuig in je huid?
A
Warmte zintuig
B
Voelzintuig
C
Tastzintuig
D
Drukzintuig

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen reageren op ...
A
informatie
B
een impuls
C
een prikkel
D
dat waar je hersenen op willen reageren

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies



Verdeel de zintuigen en ga in tweetallen uitzoeken welke ziekten/problemen er veel voorkomen (pathologie) en hoe jij als verzorgende mee om kan gaan. 
Aan de slag...

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies