Economie 2 eind

• Economie
• Voortgezet speciaal onderwijs

Hoofdstuk 2: Jij en je geld

Dit heb ik klaar liggen:

• pen, 
• papier
• rekenmachine 

Vandaag

Huiswerk bespreken

Hoofdstuk 2 paragraaf Rekenen

Huiswerk maken

Leren: Rente berekenen & begrippen 2.4

Maken:
Hoofdstuk 2 paragraaf 4

Evalueren gemaakte opdrachten.

Inleveren foto's van je berekeningen in teams!

Huiswerk 16 februari 2021

Opdracht 51a

Gemiddeld worden er in een jaar 3 op de 100 fietsen gestolen. De gemiddelde waarde van een verzekerde fiets is € 650.

Vraag) Hoeveel geld moet de verzekeraar in een jaar vergoeden als er honderd fietsen verzekerd zijn?

• Tip: Hoeveel fietsen worden er gestolen? 
• Antwoord: 
• 3 x € 650 = € 1.950,-

Opdracht 51b

Gemiddeld worden er in een jaar 3 op de 100 fietsen gestolen. De gemiddelde waarde van een verzekerde fiets is € 650.

Vraag: Hoeveel premie moet elke verzekerde daarvoor betalen?

• Tip: Hoeveel verzekerden moeten het totale schadebedrag betalen?
• Antwoord: 
• € 1.950 : 100 = € 19,50 per persoon

Opdracht 54a

Je fiets wordt gestolen. Gelukkig heb je een fietsverzekering. Je fiets is € 450 waard. Je eigen risico is € 200.

Vraag: Hoeveel schadevergoeding krijg je van je verzekering?

• Tip: Wat betekent eigen risico?
• Antwoord: 
• € 450 - 200 = € 250 schadevergoeding

opdracht 54b

Procent in %	100		?
Bedrag in €

Je fiets wordt gestolen. Gelukkig heb je een fietsverzekering. Je fiets is € 450 waard. Je eigen risico is € 200.

Vraag: Bereken hoeveel procent van de waarde van je fiets je vergoed krijgt.

opdracht 54b

Procent in %	100		?
Bedrag in €	450

Je fiets wordt gestolen. Gelukkig heb je een fietsverzekering. Je fiets is € 450 waard. Je eigen risico is € 200.

Vraag: Bereken hoeveel procent van de waarde van je fiets je vergoed krijgt.

Hoeveel krijg je vergoed?

opdracht 54b

Procent in %	100		?
Bedrag in €	450		250

Je fiets wordt gestolen. Gelukkig heb je een fietsverzekering. Je fiets is € 450 waard. Je eigen risico is € 200.

Vraag: Bereken hoeveel procent van de waarde van je fiets je vergoed krijgt.

Waar komt de 1?

opdracht 54b

Procent in %	100		?
Bedrag in €	450	1	250

Je fiets wordt gestolen. Gelukkig heb je een fietsverzekering. Je fiets is € 450 waard. Je eigen risico is € 200.

Vraag: Bereken hoeveel procent van de waarde van je fiets je vergoed krijgt.

Wat komt er bij de pijltjes?

opdracht 54b

Procent in %	100		55,6
Bedrag in €	450	1	250

Je fiets wordt gestolen. Gelukkig heb je een fietsverzekering. Je fiets is € 450 waard. Je eigen risico is € 200.

• Vraag: Bereken hoeveel procent van de waarde van je fiets je vergoed krijgt.

• Antwoord: 100 : 450 x 250 = 55,6%

opdracht 54b

Procent in %	100		?
Bedrag in €	450	1	250

Je fiets wordt gestolen. Gelukkig heb je een fietsverzekering. Je fiets is € 450 waard. Je eigen risico is € 200.

• Vraag: Bereken hoeveel procent van de waarde van je fiets je vergoed krijgt.

• Berekening: 100 : 450 x 250 = 55,56%

Opdracht 56a

Bereken voor A en B hoeveel Lea in een jaar kwijt is aan premie als ze de premie per maand betaald.

Opdracht 56a

Bereken voor A en B hoeveel Lea in een jaar kwijt is aan premie als ze de premie per maand betaald.

• 12 maanden
• € 85,61 per maand
• 12 x €85,61 = € 1.027,32

Opdracht 56b

Hoeveel kost het haar als zij de premie voor een heel jaar in één keer betaalt? 

• Maak een tabel
• Wat weet je? Wat wil je weten?
• Wat is alles? Waar komt de 1?
• € 1.027,32 : 100 x 98 = € 1.006,77

Opdracht 56a

Bereken voor A en B hoeveel Lea in een jaar kwijt is aan premie als ze de premie per maand betaald.

• 12 maanden
• € 120,31 per maand
• 12 x € 120,31= € 1.443,72

Opdracht 56b

Hoeveel kost het haar als zij de premie voor een heel jaar in één keer betaalt? 

• Maak een tabel
• Wat weet je? Wat wil je weten?
• Wat is alles? Waar komt de 1?
• € 1.443,72 : 100 x 98 = € 1.414,85

Aan de slag

Hoofdstuk 2 paragraaf Rekenen

(vraag eventueel om een reset)

Leren: Procenten berekenen + Hoofdstuk 2 

Evalueer gemaakte opdrachten.

Inleveren foto's van je berekeningen in teams!

Huiswerk 2 maart 2021

Toets hoofdstuk 2

Nabespreking

Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?