1.8 A Spelling leestekens !?.

Welkom!
Pak je boeken, pen en zet je tas op de grond.

Zit klaar zodat we direct met de les kunnnen beginnen.

Somtoday; controle absentie, boeken en huiswerk. 

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je boeken, pen en zet je tas op de grond.

Zit klaar zodat we direct met de les kunnnen beginnen.

Somtoday; controle absentie, boeken en huiswerk. 

Slide 1 - Tekstslide

In stilte!
Lees in stilte in je boek. 
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken
Voorbeeld met leestekens:
Hallo! Hoe gaat het met jou?
Goed en met jou?
Met mij gaat het ook goed. Op welke dag zullen we afspreken? Of hebben we al een afspraak?
Nee, ik geloof het niet. Is maandag goed?
Maandag is goed.

Slide 3 - Tekstslide

lesopbouw
  • Wat weet je al?
  • Doel
  • Uitleg
  • Snap je het?
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting + huiswerk noteren

Slide 4 - Tekstslide

Doel
Aan het eind van de les kun je de volgende leestekens 
goed toepassen in een zin:
  • punt
  • vraagteken
  • uitroepteken
  • komma

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

leestekens
?       --> vraagzin
      --> eind van een zin
      --> als er iets geroepen, geschreeuwd enz. wordt
,      --> opsomming, 

Slide 7 - Tekstslide

uitleg komma
De komma staat niet aan het eind van een zin, zoals de punt, het vraagteken en het uitroepteken, maar in een zin.
Wanneer gebruik je een komma?
  • bij een opsomming
  • als je iemand aanspreekt
  • tussen twee persoonsvormen
  • voor woorden zoals want, maar, omdat

Slide 8 - Tekstslide

uitleg directe rede
Als je precies opschrijft wat iemand zegt, dan gebruik je de directe rede. Die zin begint met een hoofdletter en begint met aanhalingstekens. Met een dubbele punt geef je het begin aan.

Tessa zei:'Ik kom iets later, lekke band!'
'Dat is al de derde keer,' zuchtte Tarik

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Werkboek deel A
1.8 Spelling - opdracht 6,7,9 en 10

(5,6,7,9)



Slide 10 - Tekstslide