Herhalings quiz Romeinen
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Welk rijk is het Romeinse?
A
B
C
D
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een Republiek?
A
Een land met een koning
B
Een land zonder vorst
C
Een land met een tiran
D
Een land met duidelijke grenzen
Slide 5 - Quizvraag
Sleep de taken naar de juiste personen
Romeinse volk
Consul
Senaat
Geeft leiding aan het leger
Heeft vetorecht
Kiest consuls
Neemt wetten aan
Stelt wetten voor
Slide 6 - Sleepvraag
Zet de kenmerken bij de juiste persoon.
(Gebruik de leertekst op bladzijde 105)
Julius Caesar
Augustus
Dictator
Veroverd Frankrijk en België
Keizer
Pax Romana
Vermoord
Burgeroorlog
Slide 7 - Sleepvraag
Wanneer was het Romeinse Rijk het grootst?
A
117 v. Chr.
B
17 v. Chr.
C
17 n. Chr.
D
117 n. Chr.
Slide 8 - Quizvraag
Het Romeinse rijk was toen het het grootst was een:
A
Keizerrijk
B
Republiek
C
Koninkrijk
D
Monarchie
Slide 9 - Quizvraag
In welk jaar werd het Romeinse Rijk gesplitst in een Oost-Romeins Rijk en een West-Romeins Rijk?
A
395
B
400
C
359
D
295
Slide 10 - Quizvraag
Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Oost - Romeinse Rijk
West- Romeinse Rijk
Constantinopel
Germanen
Slide 11 - Sleepvraag
De val van het Romeinse rijk had verschillende oorzaken en gevolgen. Sleep de oorzaken en gevolgen bij elkaar.
Oorzaken
Gevolgen
Romeinse wegen verdwijnen
Volksverhuizingen
Epidemieën
Steden verdwijnen
Weinig internationale handel
Deling van het Romeinse rijk
Minder geschreven bronnen
Slide 12 - Sleepvraag
monotheïsme
polytheïsme
christendom
Jupiter & Juno
Germaans geloof
jodendom
tempel
kerk
paus
Slide 13 - Sleepvraag
Zet in de goede volgorde, van rijk naar arm:
1
2
3
4
proletariër
elite
slaaf
koopman
Slide 14 - Sleepvraag
Grieks of Romeins?
Badhuizen
Badhuizen
A
Grieks
B
Romeins
Slide 15 - Quizvraag
Grieks of Romeins?
Bouwen met zuilen
Bouwen met zuilen
A
Grieks
B
Romeins
