hoofdstuk 5: hoe verloopt een rechtszaak 2023

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze eekhoorn past het best bij mijn voorgevoel over de toets maatschappijkunde

Slide 2 - Poll

Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe een rechtszaak verloopt
Je kent het verschil tussen kantonrechter, politie- en meervoudige kamer
Je kunt uitleggen wanneer er sprake is van klassenjustitie
Je kunt de uitgangspunten van het strafprocesrecht noemen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Juryrechtspraak
In de VS, België en Frankrijk

Burgers (jury) beslissen of de verdachte schuldig is.
De rechter bepaalt vervolgens de hoogte van de straf.

Slide 5 - Tekstslide

Voordelen van juryrechtspraak

Slide 6 - Woordweb

Nadelen van juryrechtspraak

Slide 7 - Woordweb

Moet Nederland juryrechtspraak invoeren?
A
Ja
B
Nee
C
Voor sommige delicten
D
Ja, maar aangepast

Slide 8 - Quizvraag

8 stappen in een rechtszaak
1:  Opening                                                  6: Pleidooi
2: Tenlastelegging                                 
3: Getuigen ondervragen                     7: Laatste woord verdachte
4: Verdachte verhoor
5: Requisitoir                                              8: Vonnis

De rechter opent de zaak. Controleert de persoonsgegevens van de verdachte en wijst hem op zijn rechten
Een opsomming van het delict, tijd, plaats, wettelijke voorschrift, omstandigheden
De rechter mag vragen stellen aan de getuigen en experts. Daarna mag ook de OvJ vragen stellen En als laatste de eigen advocaat
Hierin somt de OvJ alle relevante bewezen feiten op en wordt afgesloten met een strafeis. Dit is het verzoek aan de rechter om de verdachte een bepaalde straf te geven.
De advocaat komt op voor de belangen van de verdachte. Hij probeert in het pleidooi de rechter te overtuigen van de onschuld van de verdachte
De verdachte heeft het laatste woord. Hier mag hij gebruik van maken om bijvoorbeeld excuses te maken of zijn onschuld nogmaals duidelijk te maken
De uitspraak van de rechter noemen we het vonnis. Dit kan bijvoorbeeld zijn 8 jaar tijdelijke vrijheidsstraf waarvan 5 jaar onvoorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
De rechter mag vragen stellen aan de verdachte. Daarna mag ook de OvJ vragen stellen aan de verdachte. En als laatste de eigen advocaat

Slide 9 - Tekstslide

Hoge Raad
Nog steeds niet eens? Dan rest alleen nog in cassatie gaan bij de Hoge Raad. De rechter kijkt hier alleen of de lagere rechters de rechtsregels goed hebben toegepast en of de motivatie van het vonnis voldoende is geweest
Gerechtshof
Als een van de twee partijen het niet eens is met het vonnis van de rechter kan er in hoger beroep gegaan worden bij 1 van de 4 gerechtshoven
Rechtbank
In eerste aanleg komt de zaak bij 1 van de 11 rechtbanken in Nederland
In cassatie
Hoger beroep

Slide 10 - Tekstslide

Maken
Opdracht 1 en 2 van hoofdstuk 5

Klaar? Nakijken van opdrachten hoofdstuk 3 en 4 (zie lessonup
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Het vonnis
Om tot een vonnis te komen beantwoord de rechter de volgende vier vragen
1. Is er voldoende bewijs?
2. Gaat het wel om een strafbaar feit?
3. Is de dader strafbaar?
4. Welke straf of maatregel wordt er opgelegd?
voorbeeld

Slide 12 - Tekstslide

Het vonnis
Wanneer het antwoord op een van de bovenste drie vragen 'Nee' is volgt vrijspraak.  
1. Is er voldoende bewijs?
2. Gaat het wel om een strafbaar feit?

4. Welke straf of maatregel wordt er opgelegd?
voorbeeld
1. Is er voldoende bewijs?
2. Gaat het wel om een strafbaar feit?
3. Is de dader strafbaar?

Slide 13 - Tekstslide

Rechtbanken

  • Civiele sector (burgers)
  • Bestuursrecht (burgers/overheid)
  • Strafrecht
  1. politierechter (overtredingen, lichte misdrijven)
  2. meervoudige kamer (zwaar misdrijf) 
  3. Kantonrecht (lichte overtredingen)

Slide 14 - Tekstslide

Ongelijke behandeling - rechtsongelijkheid
Klassenjustitie: 
als politie, justitie of de rechter mensen uit verschillende sociale klassen of verschillende etnische groepen verschillend behandelen. 

Klassenjustitie vindt plaats bij opsporing, vervolging en berechting.


Slide 15 - Tekstslide

Rechten verdachten
  1. Verdachte = redelijk vermoeden
  2. Recht om te weten waar je van verdacht wordt.
  3. Recht op advocaat
  4. Recht om te zwijgen
  5. Beperkte tijd vast houden
  6. Eerlijk proces > onafhankelijke en onpartijdige rechter
  7. onschuldig tot rechter de straf heeft uitgesproken.
De politie moet dus een goede reden hebben om je aan te houden
vanaf moment van inverzekeringstelling (langer dan 6 uur vastgehouden)
Een verdachte mag maximaal 110 dagen en 6 uur worden vastgehouden voordat de rechtszaak begint

Slide 16 - Tekstslide


Rechten slachtoffers 
onder andere
  • slachtofferhulp 
  • spreekrecht (tijdens een rechtszaak) 
  • vragen om schadevergoeding (bepaalt de rechter) 


Slide 17 - Tekstslide

Lezen en maken
Lees de lestekst van hoofdstuk 5

Maak opdracht 1, 2 en 5

Klaar?
Heel goed gedaan!
Oefen met Drillster (eind van de paragraaf in je digitale boek, bovenaan leerdoelen)

Slide 18 - Tekstslide