3. A. 1% rente = € 2.100,- / 100 = € 21,-.
3% rente = € 21,- x 3 = € 63,- rente.
Jamilla krijgt na een jaar € 63,- aan rente.
B. 1% rente = € 5.600,- / 100 =
€ 56,-. 4% rente = € 56,- x 4 = € 224,- rente.
Jamilla krijgt na een jaar € 244,- aan rente.
C. € 244,- / 12 maanden = € 18,67 per maand
4. A. Spaarder 2 krijgt meer rente dan spaarder 1, omdat zijn
rentepercentage hoger is.
B. Beide spaarders krijgen nu ook rente over de rente die ze eerder
kregen.