Week 4 2G HRM '21

Een contrast is ....
A
een sterke overeenkomst
B
verschil of een tegenstellingen
C
als elementen hetzelfde zijn
D
een filter
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
TekenenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Een contrast is ....
A
een sterke overeenkomst
B
verschil of een tegenstellingen
C
als elementen hetzelfde zijn
D
een filter

Slide 1 - Quizvraag

Er zijn eindeloos veel vormcontrasten, bijvoorbeeld:
A
rond - hoekig
B
organisch - geometrisch
C
open - gesloten
D
symmetrisch - asymmetrisch

Slide 2 - Quizvraag

Welke compositie
is hier gebruikt?
A
Diagonaal
B
Centraal
C
Over-all
D
Horizontaal

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel:
In deze les leer je meer over BETEKENIS.
Waarover gaat het kunstwerk.
Wat is de inhoud, boodschap en visie.

Slide 5 - Tekstslide

Zeggingskracht 
Het affiche met de dansende vrouw in de gele jurk maakt een vrolijke indruk. Zeggingskracht is de indruk die een kunstwerk maakt. Zeggingskracht of expressie van een werk heeft te maken met de voorstelling, maar ook met de manier waarop de maker de voorstelling heeft vormgegeven. 
Heeft hij bijvoorbeeld veel donkere kleuren gebruikt, dan gaat daar vaak een sombere stemming van uit.
Zeggingskracht 

Het affiche met de dansende vrouw in de gele jurk maakt een vrolijke indruk. Zeggingskracht is de indruk die een kunstwerk maakt. 

Zeggingskracht van een werk heeft te maken met de voorstelling, maar ook met de manier waarop de maker de voorstelling heeft vormgegeven.

Heeft hij bijvoorbeeld veel donkere kleuren gebruikt, dan gaat daar vaak een sombere stemming van uit.

Slide 6 - Tekstslide

Zeggingskracht
Angstig, beweeglijk, eentonig, eenzaam, expressief, feestelijk, futuristisch, geëmotioneerd, lieflijk, naturalistisch, ordelijk, romantisch, statisch, surrealistisch, sober, somber, verdrietig, vervreemdend, vrolijk, zakelijk 

zijn voorbeelden van zeggingskracht.

Slide 7 - Tekstslide

Vrolijk

Vrolijkheid is kenmerkend voor veel werk van Marc Chagall. Vergelijk Promenade van Chagall (het bovenste plaatje) maar eens met Tragedie van Picasso (het onderste plaatje).

De figuren van Picasso maken een somere indruk. De indruk wordt versterkt door het kleurgebruik, verschillende tinten blauw en zwart. 

Promenade van Chagall is vooral ook vrolijk vanwege de voorstelling: een vrouw die als een luchtballon door een man in de lucht wordt gehouden.

Slide 8 - Tekstslide

Somber

Picasso (het bovenste plaatje) heeft het blauwe schilderij Tragedie niet voor niets Tragedie genoemd. 
De voorstelling spreekt boekdelen. Bij wat hier gaande is, 
kun je zelf wel een verhaal bedenken.
Let je op de vorm, dan versterkt die het beeld: neergaande lijnen van de lichamen en gebogen lijnen rond de hoofden. 

Heel anders dan de opgaande en gebogen lijnen op het Affiche van Chagall. Zie het affiche met de dansende dame in de gele jurk op het onderste plaatje. 

Conclusie: Neergaande lijnen staan voor somberheid, opgaande, gebogen en slingerende lijnen voor vrolijkheid.

Slide 9 - Tekstslide

Beeldaspecten = Dat zijn onder andere: vorm, kleur, licht, ruimte, compositie, structuur, textuur en beweging. Je kunt het vergelijken met de “taal” van een kunstwerk.
Met behulp van de beeldaspecten vertelt een kunstenaar een verhaal, zoals je ook met woorden een verhaal vertelt. Daarbij zijn ook andere beeldende middelen belangrijk, zoals de materialen die gebruikt zijn.
Je gebruikt beeldaspecten om zeggingskracht over te brengen.

Beeldaspecten zijn: vorm, kleur, ruimte, licht, compositie.
Je kunt het vergelijken met de “taal” van een kunstwerk.

Met behulp van de beeldaspecten vertelt een kunstenaar een verhaal, zoals je ook met woorden een verhaal vertelt. 

Daarbij zijn ook andere beeldende middelen belangrijk, 
zoals de materialen die gebruikt zijn.

Slide 10 - Tekstslide

…en ze leefden nog lang en gelukkig

Sprookjes worden al eeuwenlang verteld. 
Dit geldt ook voor het sprookje Assepoester. 
Assepoester droomt van een beter leven terwijl zij thuis al het zware
huishoudelijke werk moet doen voor haar boze stiefmoeder en stiefzussen. 
Een fee tovert een jurk voor haar om te dragen bij het feest van de prins. 
De betovering duurt maar tot middernacht. 
Vlak voor middernacht vlucht Assepoester uit het paleis en verliest daarbij één van haar schoentjes. De prins vindt haar terug door alle meisjes in het land de verloren schoen te laten passen. 
Op afbeelding 14 en 15 zie je het werk Assepoester, gemaakt door de
Portugese kunstenares Joana Vasconcelos in 2007.  
Op afbeelding 16 zie je een close-up van de hak. Het werk is opgebouwd uit pannen en deksels. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 14, 15 en 16.
Leg aan de hand van twee kenmerken van het werk uit waarmee het
verwijst naar het sprookje Assepoester.
A
schoentje verwijst naar het verloren schoentje
B
grijs staat voor somber en Assepoester was depressief
C
pannen zijn hard en kil en daaruit blijkt dat Assepoester egoïstisch is
D
pannen zijn schoon en verwijzen naar het huishouden dat Assepoester moest doen

Slide 13 - Quizvraag

Het werk Assepoester heeft een chique uitstraling.
Noem een kenmerk van het materiaal waardoor de chique uitstraling ontstaat.
A
glans
B
zilverkleurig
C
ronde vorm
D
handvaten

Slide 14 - Quizvraag

Bekijk afbeelding 14 en 15.
Noem een van de rollen van de vrouw waarvoor Vasconcelos met
het werk Assepoester aandacht vraagt. Leg je antwoord uit.
A
rol van trendsetter want de fee kon een wens van Assepoester uit laten komen.
B
rol van de huisvrouw vanwege pannen die verwijzen naar het koken.
C
rol van heilige aangezien Assepoester zich altijd keurig gedroeg.
D
rol van mooie vrouw want de pump verwijst naar vrouw in feestelijke kleding.

Slide 15 - Quizvraag

PRAKTIJKOPDRACHT
Ontwerp/schets zelf een schoen met zeggingskracht 
en 
Beschrijf in vier zinnen de betekenis van jouw schoen.
Gebruik het volle vlak van een A5 (=een half A4-tje). Werk dus niet te klein.

INLEVEREN magister -ELO- opdrachten
deadline: Dinsdag 26 Januari. '21 om 08:00u

Slide 16 - Tekstslide