H7.3 Hoe komt de overheid aan geld?

H7: Wie heeft het voor het zeggen?

§7.3 Hoe komt de overheid aan geld?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H7: Wie heeft het voor het zeggen?

§7.3 Hoe komt de overheid aan geld?

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
In deze les leer je:
  • Voorbeelden van enkele belangrijke overheidsinkomsten
  • Het verschil tussen directe en indirecte belastingen
  • dat sommige belastingen gebaseerd zijn op het draagkrachtbeginsel
  • dat andere belastingen gebaseerd zijn op het profijtbeginsel

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Hoe komt de overheid aan geld?
Inkomen van de overheid:
  • belastinginkomsten
  • niet-belastinginkomsten


Welke soort belastingen zijn er?

Slide 4 - Tekstslide

Soorten belasting
  • Inkomstenbelasting (loonbelasting)
  • Vennootschapsbelasting
  • BTW
  • Accijns
  • Motorrijtuigenbelasting

Slide 5 - Tekstslide

Directe en Indirecte belasting
Indirecte belastingen
- BTW
- Accijns

Directe belastingen
-Loon en inkomstenbelasting
-Vennootschapsbelasting





Slide 6 - Tekstslide

Niet-belasting ontvangsten
  • Aardgasinkomsten
  • Winst uit overheidsbedrijven (NS, KLM,   Nederlandse Loterij)
  • Boetes

Slide 7 - Tekstslide

Draagkrachtbeginsel
  • mensen met een hoger inkomen en/of vermogen, betalen in verhouding meer belasting
  • Doel: verschil tussen arm en rijk wordt kleiner

Slide 8 - Tekstslide

Profijtbeginsel
  • Je betaald wanneer je ergens gebruik van maakt
  • bijvoorbeeld motorrijtuigenbelasting, leges
  • Motorrijtuigenbelasting (gewicht en brandstof)
  • BPM (aankoop, uitstoot)
  • Accijns (tanken, verbruik)

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Paragraaf 7.3 opdracht 2 t/m 9

Slide 10 - Tekstslide